Ondanks gebrek aan hoogteverschil zijn er ook in Nederland volop kansen voor stroom uit waterkracht. Zoals windmolens onder water, die slim het tij gebruiken.
Water heeft Nederland in overvloed. Maar het mist de hoogteverschillen die andere landen tot paradijzen maakt voor waterkrachtcentrales. Toch wordt hard gesleuteld aan technologie, die water inzet als energiebron. Een “stukje Hollands Glorie” noemt Chris de Koning de ‘windmolens onder water’ die Tocardo maakt, het bedrijf waar hij marketingdirecteur is.
In Nepal beleven de stroommakers in december een hoogtepunt, als in de Trishuli-rivier een turbine van 100 KW wordt geplaatst, gevolgd door in elk geval zes turbines in de Bheri-rivier in februari 2012. In totaal verwacht Tocardo tot 2014 samen met partner Glow Tech in Nepal en Bangladesh in verschillende projecten tot 100 MW te installeren.
Een flinke klus voor het nog jonge bedrijf, dat erin is geslaagd een relatief simpel idee – stroom uit stroming – om te zetten in een levensvatbaar concept. Dat is met name te danken aan de simpelheid van de turbines, denkt De Koning. “Het gaat erom het zó te maken dat er niets kapot kan. De uitdaging zit erin alles wat niet nodig is weg te laten, en de molens zoveel mogelijk onderhoudsvrij te maken.”
Rivieren
Energie uit de beweging van water, het is een idee dat in het waterrijke Nederland langzaamaan aan kracht lijkt te winnen. Of het nu gaat om rivierstromen, of om eb en vloed, we krijgen steeds beter door dat de natte natuur genoeg stroom genereert die economisch te gebruiken is.
Tocardo heeft bijvoorbeeld al sinds 2008 in de Afsluitdijk, vlakbij Den Oever, een proefopstelling, goed voor een kleine 80 kilowattuur. “Proven technology”, claimt De Koning, “die op veel plekken in de wereld nu al tegen een concurrerende prijs kan worden geïnstalleerd.”
Zo wil Tocardo in de Oosterschelde binnen afzienbare tijd een vermogen van 1 MW installeren. Een plek, waar ook Ecofys zijn oog op heeft laten vallen. Het ingenieursbureau werkt momenteel samen met OceanMill in de Stormvloedkering aan een grote pilot met hun Wave Rotor-technologie, die het beste moet gaan combineren van twee werelden: zowel stroom uit de golven als uit het getij. In december haalde Ecofys reeds 5,5 miljoen (deels Europese) subsidie op om de installatie van 1,5 MW in 2012 werkend te hebben.
Osmose
Water hoeft zelfs nauwelijks te bewegen om er energie uit te oogsten. Zie het voorbeeld van Redstack, een bedrijf dat zoet water dat in zee stroomt gebruikt voor omgekeerde electrodialyse (RED), een techniek die is gebaseerd op osmose, de neiging van ionen uit zout water naar zoet water te stromen. In een zoutfabriek van Frisia werkt het al twee jaar, aldus Redstack-directeur Pieter Hack. Binnenkort kan de bouw beginnen van een kleine proefinstallatie bij de Afsluitdijk, waar zoet IJsselmeerwater in de zoute Waddenzee wordt gespuid. Het idee is een jaar of vier proef te draaien met een bescheiden 50 kilowatt, op weg naar een volwassen centrale met een vermogen van 200 megawatt. “Dan hebben we het over 2019. Wat ons betreft is het in de Botlek mogelijk om 500 MW op te wekken, en 1.000 in de Nieuwe Waterweg.”
Ook aan de hoge onderhoudskosten op of onder het water wordt door Nederlandse bedrijven gedacht. Zoals offshore-specialist Bluetec, dat een drijvende centrale ontwikkelde met de apparatuur bóven de waterspiegel en turbines die ónder water het werk doen. Een eiland van 40 bij 25 meter met vier turbines levert zo 1 MW op. De units kunnen ook gekoppeld worden tot een grote energiefarm. Momenteel wordt er met het eerste drijvende eiland proefgedraaid in de Italiaanse straat van Messina – de Noordzee is ongeschikt, vanwege de lage stroming en de drukte.
Concurrerend
Zoals met alle alternatieve energiebronnen is ook bij blauwe stroom de hamvraag: kan het op prijs concurreren met grijze elektriciteit? Volgens Redstack wel. Hack: “Wij komen na uitgebreide calculatie uit op 8 cent per kilowattuur.”
De bedrijven die aan de weg timmeren met blauwe energie hebben zich sinds kort in een lobbyclub verzameld, de EWA (Energie uit Water). “We zijn wereldwijd bekend om onze bagger- en offshoreindustrie. Er komen nu projecten van de grond die bewijzen hoe je betrouwbaar en kosteneffectief energie haalt uit water. We zijn vooral actief aan het kijken hoe we die twee kunnen laten aansluiten. De markt is er nu, we leren snel en we hebben al veel ervaring met de offshore windindustrie. De huidige projecten zijn wat ons betreft dan ook een springplank naar de internationale markt”, zegt EWAwoordvoerder Peter Scheijgrond.
De Koning van Tocardo: “Mijn hartenkreet is: Nederland is een waterland. En we lopen nu weer eens echt voorop met een nieuwe technologie. Laten we nu dan ook eens ambitie tonen en niet stoppen bij de ontwikkelfase, maar proberen ook in de uitrolfase een dominante rol te blijven spelen.”
Lees ook:
- Juwi: groen succes zonder subsidie
- Duurzame marketing in 5 stappen
- Nederlands bedrijfsleven trekt de groene kar