Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Dit Eindhovense bedrijf 3D-print metalen onderdelen voor de Formule 1

Formule 1-bolides bevatten honderden onderdelen van geprint metaal. Ook die van Alfa Romeo waar Additive Industries uit Eindhoven de machines voor levert. Ceo Mark Massey is al bezig met de volgende stap: raketmotoren.

additive industries eindhoven formule 1
Foto: Getty Images

Onder de vele Formule 1-fans die dit weekend aan de buis gekluisterd zitten voor de Dutch Grand Prix bevindt zich ook Mark Massey. De ceo van Additive Industries is ‘besmet met het F1-virus’. Logisch ook, want in de Alfa Romeo-bolide op het circuit van Zandvoort zitten zo’n 200 onderdelen die met zijn machines geprint zijn.

Dat gaat niet over plastic, maar over metaal. En het zijn geen kleine ringetjes, maar flinke stukken van het chassis en de roll hoop die coureurs beschermt die over de kop gaan. Voor het Zwitserse raceteam Sauber, dat zelf al het engineering werk doet voor die Alfa Romeo, staan maar liefst vier 3D-metaalprintmachines van Additive Industries dag en nacht te draaien.

‘Per jaar printen ze in totaal zo’n 30.000 metalen onderdelen voor de Formule 1-auto’s. Dat zijn behoorlijke aantallen’, vertelt Massey tegen MT/Sprout. De samenwerking met Formule 1 – sinds 2017 – heeft Additive Industries alvast heel wat prestige en de naamsbekendheid opgeleverd. Maar zendingswerk blijft ook nodig, geeft de ceo aan.

Met Formule 1 een voet tussen de deur

‘Als je een redelijk nieuwe partij in de markt bent, kijken klanten toch een beetje de kat uit de boom. Je ondervindt een zekere weerstand, ze hebben adoptietijd nodig. Zelfs met een fantastisch product moet je het kunnen waarmaken. Met de zware eisen die Formule-1 stelt, kunnen we dat ook.’

Om te laten zien hoe dat werkt, neemt Massey klanten soms mee naar Sauber, althans naar de vestiging in Zwitserland. Klanten uitnodigen op het racecircuit doet hij niet meer. ‘De laatste jaren hebben veel bedrijven toch wat moeite met het aannemen van dit soort giften. Bij grote bedrijven mag het niet eens meer, corporate policy, het past gewoon niet meer in deze tijd.’

additive industries sauber
Het Zwitserse raceteam Sauber gebruikt de 3D-metaalprintmachines van Additive Industries. Foto: Additive Industries

Het Formule 1-circus heeft ook geholpen om een voet tussen de deur te krijgen bij andere autobouwers. ‘We hebben twee machines staan bij Volkswagen, één bij BMW, één bij een ander bedrijf in Duitsland dat ik niet bij naam mag noemen. Ook staat er net een machine bij het Italiaanse Adddam, dat onderdelen print voor allerlei toeleveranciers van de auto-industrie.’

Bij de automotive industrie zit het bedrijf dus al geramd, maar het heeft ook een aardige positie in lucht- en ruimtevaart, industrie en hightech opgebouwd. Als NASA- en ESA-officials je nieuwe vestiging in Bristol komen openen, dan spreekt dat boekdelen. Dat chipmachinebouwer ASML zijn supply chain inricht om metalen onderdelen te printen ook.

Lees ook: ASML van spin-off van Philips naar speelbal in chipoorlog met China

Vergaande automatisering

Additive Industries is opgericht in 2013. Het bedrijf haalde in 2014 de lijst met Gamechangers van MT/Sprout. Toen hing het eigenlijk nog als los zand aan elkaar. Het werkte met acht industriële partijen in een soort proeftuin. De eerste jaren ging het ook vooral over het ontwikkelen van de machines, legt Massey uit.

Om zich te onderscheiden van de concurrentie, die best stevig is, is keihard ingezet op het automatiseren van het proces. Voor de huidige machines zijn geen extra handmatige verrichtingen meer nodig. Zijn ze eenmaal aan de gang, dan printen ze volautomatisch door.

‘Je vult een machine bijvoorbeeld op vrijdagavond met poeder. Je laadt de build-files, zeg maar de CAD-tekeningen, in. En op maandagmorgen zijn de geprinte onderdelen klaar. Je hoeft dus geen personeel in het weekend naar je bedrijf te laten komen.’

Met deze verregaande automatisering staat Additive Industries wereldwijd nog altijd op pole position. Na tien jaar aan de weg timmeren, is het bedrijf de fase van startup duidelijk ontgroeid. Er werken 120 mensen en er zijn vestigingen geopend in Los Angeles, Singapore en het Verenigd Koninkrijk.

Het klantenbestand is internationaal verdeeld over Europa (40 procent), Noord-Amerika (40 procent) en Azië (20 procent). De automotive tak is de grootste afnemer, gevolgd door de ruimtevaart. Opkomend in Europa is de hightechmarkt. De omzet van Additive Industries lag vorig jaar rond de 20 miljoen euro. ‘De ambitie voor dit jaar is 30 miljoen en liefst eroverheen.’

Kapitaalrondes niet nodig

mark massey ceo additive industries
Ceo Mark Massey van Additive Industries.

Kapitaalrondes staan niet op de planning. ‘De funding is voldoende vanuit de huidige aandeelhouders (Highlands Beheer van de familie Wintermans, red.). Er komt bovendien genoeg binnen vanuit de business. Zo kunnen we blijven focussen op productontwikkeling en het verder uitbouwen van de organisatie.’

Alleen winst wordt er nog altijd niet gemaakt. ‘Maar dat is ook niet ons doel’, reageert de ceo. ‘Innovatie is heel belangrijk om mee te blijven doen in deze markt. Wij investeren nog altijd behoorlijk veel in nieuwe machines voor de komende jaren en in ons sales- en marketingapparaat.’

‘We draaien ongeveer break-even, misschien een klein beetje verlieslatend, maar dat is allemaal gecontroleerd. Het is niet zo dat we door allerlei tegenslagen allerlei afboekingen moeten doen. We hebben een plan, we werken aan dat plan. Dat op dit moment de winst nog niet wordt gemaximaliseerd, komt overeen met onze visie.’

Lees ook: Deze startup ontwikkelt een zonne-auto die CO2 uit de lucht haalt

Op naar raketmotoren

Die visie is juist strak gericht op groei, legt hij uit. ‘We zien allerlei marktstudies spreken over een markt die met 25 procent per jaar groeit. Onze ambitie is om harder te groeien dan de markt. We hebben bovendien de ambitie om nog groter te gaan printen. Ook dat staat op onze roadmap naar de toekomst.’

Wat kun je met die grotere machines printen? ‘Als je naar de ruimtevaart kijkt, dan willen we grote componenten van raketmotoren in één keer gaan printen. Nu moet je die componenten in delen printen en later aan elkaar lassen.’

‘Maar voor machines die op een platform van een meter bij een meter kunnen printen, heb je wel enorme kosten aan infrastructuur. Een blok metaal van een meter bij een meter kun je niet eens meer optillen, dan moet je met hijskranen gaan werken. Toch is dit wel waar het naartoe gaat.’

Missie als gamechanger

Naast groter, is de tweede trend steeds productiever gaan printen. Ook daar wordt bij Additive Industries aan gewerkt. Sneller en meer printen op een bestaande machine verlaagt de kostprijs, en daardoor zullen steeds meer metaalbewerkers overstappen op 3D-printen, verwacht Massey.

‘Wij concurreren nog altijd met gieten en frezen, de traditionele maaktechnieken. Wanneer wij met printen op een lagere kostprijs uitkomen, dan zul je zien dat veel metaalbewerkingsbedrijven de stap gaan maken naar printen. Dan komt er ook veel werk naar ons toe.’

Wanneer dat gebeurt, en Massey heeft daar alle vertrouwen in, dan is de missie als gamechanger van de maakindustrie volbracht. En dan gaat de vlag uit – de zwart-wit geblokte.

Lees ook: Eindhovense startup haalt energie uit ijzerpoeder