Voor ontwerper Daan Roosegaarde zat er slechts één ding op toen hij recentelijk in College Tour werd overvallen door kritische uitlatingen richting zijn persoon: weglopen. Roosegaarde hervatte uiteindelijk het interview met Twan Huys, maar op gespannen voet – zo viel er nog een ‘fuck you’.
Of Roosegaarde nu in zijn recht stond of niet, feit blijft dat het gewraakte College Tour-optreden (dat tv-kijkend Nederland verdeelde), de aandacht afleidde van Roosegaarde’s designpareltjes. En dat was vast niet Roosegaarde’s intentie toen hij naast Twan Huys neerstreek.
Vijf tips om zo’n jungle van kritische vragen te overleven:
1. Doe je huiswerk
Een goede voorbereiding is cruciaal. Bekijk of lees eerder interviewwerk met diegene met wie je in gesprek gaat en vraag van tevoren wat de insteek wordt van jullie conversatie. Richt de spotlights ook alvast op jezelf: Maak bijvoorbeeld een Q&A (een Questions and Answers-, ofwel een Vraag en Antwoord-document) over jou en je bedrijf.
Wat zijn de high- en lowlights? Waar ben je trots op en – andersom – wat is het ergste dat iemand te weten kán komen? Kampt je bedrijf bijvoorbeeld met tegenvallende jaarcijfers of heb je ooit een discutabele zakenpartner gehad? Wanneer je dit soort voorbeelden in kaart hebt gebracht, kun je er een gedegen respons op voorbereiden. Zodat je niet overvallen raakt, mocht er een kritische noot gekraakt worden.
2. Omhels je inner Steven Spielberg
Bepaal van tevoren je kernboodschap(pen): Wat wil je dat de buitenwereld uit het interview meeneemt? En hoe breng je die boodschap zo enthousiast doch concreet mogelijk over? Als je gesprekspartner gedurende jullie conversatie teveel afwijkt van de insteek of van wat jij kwijt wilt, wees dan niet bang die terug te sturen naar de kern, en heb pakkende anekdotes en cijfers paraat om die te omlijsten.
Een journalist stuurt het gesprek weliswaar met zijn vragen, maar jij doet dit net zozeer met antwoorden. Omhels je inner Steven Spielberg en geef de regie over het gesprek niet volledig uit handen. Vind je dit lastig, oefen dan van tevoren met een kenner.
3. Altijd blijven lachen
Hoef je natuurlijk niet! Maar blijf wel positief. Laat je niet meeslepen in een negatieve vraagstelling of -attitude en probeer een vervelende insteek altijd om te buigen naar een positieve toon. Wees open en vertel nooit onwaarheden.
Maak vooral geen rare kat-in-het-nauw- sprongen wanneer je je overdonderd voelt door een gespreksonderwerp. Zo stormde Donald Trump ooit weg van een BBC-interviewer toen deze vroeg naar een vermeende maffia-connectie met de woorden ‘eh ik moet nu gaan, er wacht een grote groep mensen op me’.
4. Let op je lichaamshouding
Kom je op televisie, wees je dan extra bewust van non-verbale communicatie. Neem een actieve, geïnteresseerde houding aan – dit impliceert dat je zin hebt in het gesprek – en behoud die ook tijdens het beantwoorden van pittige vragen.
Een geknepen stem, priemende ogen en gekruiste armen: Het zijn natuurlijke reacties van je lichaam op lastige (gespreks)situaties, maar ook drie klassieke valkuilen die je tijdens een interview moet zien te voorkomen. Je oogt er namelijk defensief door.
5. Baken je grenzen af
Dat je een interview geeft, betekent niet dat je vogelvrij bent. Bepaal daarom wat jouw ‘tot-hier-en-niet-verder’-moment is. Graaft een interviewer te diep in je privéleven, terwijl van tevoren is afgesproken dat dit niet aan de orde zou komen, of is je gesprekspartner grof, dan mag je dit rustig benoemen. Blijf hierbij wel subtiel en laat je nooit verleiden tot schelden of schreeuwen. Be a gentleman – of gentlewoman.
Als jij professioneel omgaat met een onprettig gespreksmoment, dan herinneren mensen zich jou als professional. Het laatste wat je wilt is dat iedereen het nadien heeft over die ene vlam-in-de-pan situatie – à la Daan Roosegaarde – in plaats van over je boodschap.