Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Meubel-outlet Naduvi krijgt 8,5 miljoen om Europese markt te veroveren

Itai Gross kan met zijn online meubel-outlet Naduvi dankzij een nieuwe investering van 8,5 miljoen euro groeien in Duitsland, meer leveranciers aansluiten en tientallen extra mensen aannemen. Hij aast onder andere op datawetenschappers.

Naduvi, fotograaf: Nine IJff
Foto: Nine IJff | Naduvi

Itai Gross had begin 2020 – bij wijze van spreken – geen beter moment kunnen kiezen voor de livegang van Naduvi, een online outlet waar 250 leveranciers van meubels, vloerkleden en andere interieurproducten hun overtollige voorraden (bijna) direct aan consumenten verkopen.

De coronapandemie wakkerde online winkelen aan en gaf thuisblijvende vakantiegangers een extra reden om hun vakantiegeld om te zetten in een nieuwe bank of stoelen. Het platform verwerkt na ruim een kaar volgens Gross (staand op de foto) inmiddels ‘meer dan 10.000’ transacties per maand (omzetcijfers wil hij nog niet delen).

Naduvi (begin dit jaar nog finalist in de Startup van het Jaar-verkiezing) verdient een vaste fee per verkocht product, maar hoeft zelf geen voorraden aan te houden. Zo’n asset light-model is blijkbaar ook volgens investeerders goud waard. Na een eerste seed-ronde van 1,1 miljoen euro haalt de online outlet nog eens 8,5 miljoen euro op. De ronde wordt geleid door Begin Capital (Londen), aangevuld door All Iron Ventures en FJ Labs, een Amerikaanse investeerder die eerder dit jaar geld stak in de Nederlandse startup Creative Fabrica en uitgerekend vandaag nog een Nederlandse scaleup toevoegt aan zijn portfolio: Dwarfs.

Gross had eerder al tien business angels aan boord gehaald, onder wie Fonq-oprichter Patrick Kerssemakers, Ralph Cohen (IceMobile) en David Visman, tot afgelopen maart Chief Product Officer bij Booking.com. Naast die angels doet ook de eerdere investeerder Slingshot Ventures (Wundermart, VanMoof) mee aan de nieuwe ronde.

Lees ook: Zo von Naduvi een markt voor de overstock van interieurbedrijven

Beste talent

Het groeigeld spendeert Naduvi vooral aan internationalisatie en de mensen die dat mogelijk moeten maken. Het platform is naast Nederland al actief in België en Duitsland, met Frankrijk als mogelijk volgende land. ‘We proberen het beste talent van de wereld aan te trekken’, zegt Gross. Zijn bedrijf telt nu bijna 70 medewerkers, met nog eens 25 openstaande vacatures. Voor de Duitse markt is het bedrijf op zoek naar Duitstalige marketeers en servicemedewerkers. 

Ook de net gearriveerde CTO Carsten Klomp (hiervoor CIO van Hema) mag de komende tijd een hoop sollicitatiegesprekken voeren. Qua technologie moeten leveranciers zich zo makkelijk mogelijk aan kunnen sluiten op het platform, terwijl Naduvi ook geen omkijken zou moeten hebben naar de bestellingen die door consumenten bij leveranciers worden geplaatst.

Omdat die leveranciers het omgaan met e-commerce en een directe levering aan de consument lang niet altijd gewend zijn, koppelt Naduvi ze aan een logistiek netwerk. Zo kunnen zij ook retouren netjes afhandelen, en hoeft Naduvi ook die producten niet zelf te verwerken. De klantenservice, een onderdeel dat lastiger te automatiseren is maar wel cruciaal, houdt Naduvi wel in eigen hand.

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.
Lees ook: Online kleding-outlet Otrium haalt 24 miljoen op

Datawetenschap

Op datagebied zorgt het groeiende aantal leveranciers (uit negen landen) en producten voor een uitdaging, legt Gross uit. ‘We brengen met machine learning heel veel verschillende datapunten bij elkaar. Nu hebben we 25.000 producten, maar aan het einde van het jaar zijn dat er misschien 100.000. Hoe breng je dan vraag en aanbod op een goede manier bij elkaar? Daar heb je datawetenschap voor nodig.’

Gross maakt zich desgevraagd geen zorgen dat grote spelers, zoals zijn vorige werkgever Westwing, zich op zijn terrein zullen storten. ‘Volprijs-spelers zouden zichzelf ondermijnen als ze ook outletproducten aanbieden. Dat is ook voor leveranciers niet prettig.’