Simone Brummelhuis (1965) is uitgesproken, wars van heilige huisjes en altijd gericht op vernieuwing. In haar rollen als ondernemer, commissaris en voorvechter voor vrouwelijk ondernemerschap vaart Brummelhuis een eigenzinnige koers. Zo introduceerde ze vorig jaar het Borski Fund, een investeringsfonds dat diversiteit, gendergelijkheid en eerlijke kansen hoog in het vaandel heeft. Het fonds is vernoemd naar Johanna Borski (1764-1846), de eerste vrouw die in De Nederlandsche Bank heeft geïnvesteerd. Het fonds is gericht op scaleups gerund door vrouwelijke ondernemers. ‘Die worden nu nog heel slecht gefinancierd: al het geld gaat voor 97 procent naar all-male white teams. Wij investeren in vrouwelijke ondernemers omdat we met hen goede bedrijven willen bouwen.’
Brummelhuis werkte als advocaat voor grote kantoren, was medeoprichter van restaurantsite Iens (nu The Fork), adviseur bij XS4All en een hele reeks startups én oprichter en aanjager van powervrouwennetwerk The Next Women. Sinds een paar jaar timmert ze ook hard aan de weg als commissaris. Ze heeft zitting in de raad van commissarissen van Schiphol, Stern Groep, Rabobank Amsterdam en Mediahuis Nederland. ‘Ik houd van vernieuwen’, zei ze onlangs in een interview. ‘Daarom vind ik het ook zo interessant om commissaris te zijn bij een aantal grote bedrijven. Het zijn stuk voor stuk ondernemingen met een grote legacy.’
Eind 2019 werd de ondernemer en investeerder door het blad Opzij uitgeroepen tot de meest invloedrijke vrouw in het bedrijfsleven. Haar inspiratiebron zijn haar drie dochters Noa, Rose en Hannah. ‘Zij gaan door waar ik en mijn generatie naar toe werkten, zowel met hun STEM-studies, hun kansen en hun relativeringsvermogen.’
Wat de overheid en bedrijven kunnen doen om Nederland inclusiever te krijgen? ‘Pay it forward: de overheid, pensioenfondsen en bedrijfsleven moeten echt grote bedragen investeren met een gender lens, alleen zo kan je de funding-, de innovatie- en de vermogensgap verkleinen.’