Jaarlijks rapporteert Verpact over de doelstellingen en resultaten van de inzameling en recycling van verpakkingen. Dat doet de organisatie al langere tijd over materialen als glas, papier en plastic. Sinds dit jaar rapporteert Verpact voor het eerst over de recycleresultaten van drankkartons.
Over de tweede helft van 2023 lag het aandeel gerecyclede drankkartons op 24 procent van het totale gewicht aan drankkartons dat in dat jaar op de markt werd gebracht. Terwijl de doelstelling voor deze periode in 2023 34 procent was. Daarmee loopt de recycling van drankkartons achter op glas (81 procent), papier en karton (89 procent), ferrometaal (95 procent) en plastic (49 procent), waar de doelstellingen stuk voor stuk wel gehaald zijn.
Tegenvallers in 2023
‘In eerste instantie kan die 24 procent misschien schokkend zijn’, zegt Frank Vandewal, directeur duurzaamheid bij drankkartonproducent Tetra Pak. ‘Maar ik denk dat we dit cijfer enigszins moeten nuanceren. Er speelt een aantal factoren die ervoor hebben gezorgd dat het recyclepercentage niet is wat het zou moeten zijn.’
Volgens Vandewal werd het materiaal van afgedankte Nederlandse drankkartons afkomstig uit nascheiding – in de basis papier in combinatie met een laag plastic en aluminium – gerecycled in een fabriek in Duitsland. ‘Deze fabriek heeft medio 2022 zijn deuren moeten sluiten. Dat heeft ervoor gezorgd dat er naar alternatieve recyclefabrieken voor deze volumes gezocht moest worden’, zegt Vandewal. ‘Dat is een administratief zware procedure. Het verkrijgen van de juiste papieren om het materiaal naar andere fabrieken te sturen heeft lang geduurd.’
Webinar: Drankenkartonrecycling in Nederland: feiten en fictie
Op 17 september organiseerde Change Inc. in samenwerking met Tetra Pak een webinar over de duurzaamheid en recycling van verpakkingen in de Nederlandse voedingsmiddelenindustrie.
Wil jij het hele webinar terugkijken? Bekijk dan de video hieronder:
Daarnaast konden er door een grote brand bij een Nederlandse afvalscheider een stuk minder drankkartons worden nagescheiden. Door beide ontwikkelingen belandden daarom een hoop drankkartons noodgedwongen in de verbrandingsoven. Vandewal: ‘En voorheen was er geen officiële rapportageplicht vanuit Verpact voor drankkartons. Die is er nu wel. En dat is ook het cijfer waarop we nu verder moeten bouwen.’
Bron- en nascheiding
Hester Klein Lankhorst, directeur van Verpact, sprak over een ‘kwetsbare keten’, gezien de beperkte recyclecapaciteit voor drankkartons in Europa. ‘Dat is overdreven’, zegt Vandewal. ‘Er moet een heel duidelijk onderscheid gemaakt worden tussen materiaal dat uit selectieve inzameling (bronscheiding, oftewel gescheiden inleveren van PMD: plastic, metaal en drankkartons, red.) en uit nascheiding (de afvalverwerker scheidt PMD uit restafval, red.) komt.’
‘Drankkartons uit bronscheiding kunnen inmiddels terecht bij verschillende alternatieve fabrieken. Nederland werkt op zijn minst met vijf verschillende partners die overweg kunnen met de verwerking van oude drankkartons. Bij afval waar nascheiding nodig is, zijn de uitdagingen groter omdat die afvalstromen over de landsgrenzen heen vervoerd moeten worden. Daar komt veel administratie bij kijken. De complexiteit zit in de procedures, niet zozeer in de samenstelling van het materiaal van drankkartons.’
Verschillende materialen
Critici daarentegen wijten het lage recyclepercentage juist aan de samenstelling van het materiaal waaruit een drankkarton bestaat. In de regel is dat zo’n 70 procent karton, 25 procent plastic en 5 procent aluminium. De verschillende lagen zorgen ervoor dat de vloeistof in de verpakking lang houdbaar blijft, maar zouden recycling bemoeilijken. Maar volgens Tetra Pak is er voldoende kennis en techniek om alle materialen te recyclen.
De verschillende lagen kunnen van elkaar losgeweekt worden, waarna de papiervezel hergebruikt kan worden. In Europa wordt naar schatting op die manier 70 tot 80 procent van dit papier gebruikt voor productie van nieuwe verpakkingen zoals kartonnen dozen. En ook het plastic en het aluminium vindt zijn weg terug in nieuwe producten zoals meubels en kratten of transportpalletten, blijkt uit de website van het bedrijf.
Nieuwe recyclefaciliteiten
Maar vooralsnog zit er dus nog een gat tussen wat er allemaal mogelijk is en het daadwerkelijke Nederlandse recyclepercentage van dit jaar. Volgens Vandewal is het vooral belangrijk dat de juiste schakels in de keten elkaar gaan vinden en de recyclecapaciteit in Europa zich de komende jaren uitbreidt.
Vandewal: ‘Enerzijds moeten we ervoor zorgen dat ingezameld PMD-materiaal de weg naar recyclingfaciliteiten vindt. Hoe zuiverder we inzamelen, hoe effectiever de recycling is. Anderzijds denk ik dat sorteercentra nog verder kunnen optimaliseren om ingezamelde drankkartons ook effectief uit te sorteren. We voeren met al deze partijen gesprekken om de keten te verbeteren.’
Design for recycling
Verder blijft Tetra Pak volgens Vandewal innoveren met zijn eigen verpakkingen. ‘In de toekomst wil de industrie eigenlijk van de aluminiumlaag in drankkartons af. Daarin zijn we op zoek naar alternatieven die van papier gemaakt zijn. Uiteindelijk willen we het papiergedeelte in drankkartons maximaliseren en het niet-papiergedeelte minimaliseren. In dit kader zijn afspraken met het oog op design for recycling gemaakt met de hele sector. Niet alle drankkartons zijn wat betreft samenstelling 100 procent hetzelfde, maar door toepassing van deze richtlijnen, zorgen we ervoor dat dit geen probleem is recycling.’
Goed voorbeeld doet volgen
Vandewal heeft er dan ook het volste vertrouwen in dat de recyclingdoelstelling van dit jaar (37 procent) gaat lukken. ‘Als Belg weet ik hoe een goedwerkende recycleketen voor drankkartons eruit kan zien. In België behalen we op dit moment een recyclepercentage van 72 procent. Dit gaat de komende jaren groeien naar 80 tot 85 procent. Het systeem is daar volledig geoptimaliseerd. Het grootste verschil met Nederland is dat België al sinds de jaren 90 een recycledoelstelling op drankkartons heeft gezet. Daarbij hebben we ook maar één type inzamelsysteem, waardoor de consument begrijpt wat hij moet doen. Als het een paar honderd kilometer verderop lukt, dan moet het in Nederland toch ook kunnen?’