Tussen 1979 en 2009 presteerden Shell, Nike en ExxonMobil beter dan Apple, Procter & Gamble en Toyota. Wat deden ze anders?
Bedrijven die op de lange termijn het beste presteren, zijn de bedrijven die zich het beste kunnen aanpassen. Ze hebben met elkaar gemeen dat ze beter anticiperen op nieuwe ontwikkelingen, de problemen slimmer oplossen en veranderingen effectiever kunnen doorvoeren. Dat concluderen Thomas Williams, Christopher G. Worley en Edward E. Lawler III in een artikel op Strategy + Business, op basis van onderzoek naar de prestaties van 243 grote bedrijven over een periode van 30 jaar (tussen 1979 en 2009). Daarbij hebben ze gekeken naar het rendement op het totale vermogen van de bewuste bedrijven.
Een enkeling is buitengewoon presterend
3 GOEDE VOORBEELDEN
Meer weten over de succesvolle bedrijven die buitengewoon presteerden? Bekijk de slideshow, met onder andere het verhaal van Harley-Davidson: 3 bedrijven die zich bleven aanpassen.Uit de resultaten komt naar voren dat iedere industrie 2 of 3 buitengewoon presterende bedrijven kent. De schrijvers scharen hier organisaties onder die 80 procent van de tijd een bovengemiddeld (voor de bewuste industrie) rendement op het totale vermogen hebben behaald. 16 procent van de onderzochte bedrijven valt in deze categorie. 18 procent hoort bij de underperformers, terwijl de overige 66 procent laveert tussen presteren en niet presteren. Bij de buitengewone presteerders horen bijvoorbeeld ExxonMobil, Shell, GlaxoSmithKline, Nike, Nokia en Honda, terwijl bekende toppers als Toyota, Procter & Gamble en Apple in de tussengroep van wisselvallig presterende organisaties worden geplaatst.
Het zijn agile bedrijven
De best presterende bedrijven worden door de onderzoekers Agile gedoopt. Dit soort bedrijven hebben niet alleen het vermogen om te veranderen, maar reageren ook tijdig, effectief en duurzaam op veranderende marktomstandigheden, zo schrijven ze. Echt consistent slagvaardige bedrijven hebben volgens de schrijvers het vermogen de volgende 4 eigenschappen te combineren:
#1. Ze hebben een andere definitie van strategie
Zoals de onderzoekers het zelf omschrijven: 'strategizing dynamically.'
Agile bedrijven definiëren de strategie anders dan andere bedrijven. Voor deze beter presterende organisaties bestaat strategie uit drie aspecten. Allereerst uit het gevoel dat er een gemeenschappelijk doel bestaat binnen het bedrijf, dat breed wordt gedeeld en uitgedragen. Daarnaast is er een duidelijk idee waar het bedrijf voor staat, het bedrijf heeft een identiteit die positief staat ten opzichte van verandering maar ook eentje die stabiel genoeg is voor langetermijn ontwikkeling. Als laatste heerst er een robuuste strategische intentie waaruit blijkt hoe het bedrijf zich wil onderscheiden van de concurrentie.
#2. Ze nemen veranderingen beter waar
Zoals de onderzoekers het zelf omschrijven: 'perceiving environmental change.'
Agile bedrijven nemen speciale maatregelen, zodat ze op de hoogte zijn van omgevingsfactoren. Dat doen ze door goed in contact te staan met de buitenwereld. Zowel leidinggevenden als medewerkers staan in direct contact met klanten, regelgevers en andere stakeholders. Sterker nog, er wordt van hen verwacht dat ze op deze manier continu informatie verzamelen. De inzichten worden vervolgens geinterpreteerd door beslissers binnen de bedrijven, die mogen bepalen of de info belangrijk of niet belangrijk is. Het is hierbij essentieel dat informatie makkelijk van de onderkant naar de bovenkant van de organisatie kan stromen, en andersom. De mogelijke veranderingen met impact worden afgezet tegen de identiteit van het bedrijf, het doel, het businessmodel en het risico die de veranderingen met zich meebrengen.
#3. Ze testen veel, tegen lage kosten
Zoals de onderzoekers het zelf omschrijven: 'testing responses.'
De verzamelde inzichten (zie punt 2) worden door agile bedrijven verfijnd door middel van een hoog aantal goedkope experimenten. Agile bedrijven juichen innovatie toe en tolereren mislukkingen in hoge mate. Effectieve manieren van testen en innoveren gaan van het vergaren van nog meer informatie, via het uitproberen van een nieuw idee op kleine schaal, tot aan het implementeren van een volledig nieuw productprogramma. Er wordt hierbij streng gekeken naar de voortdurende risico's van een bepaalde vernieuwing: agile bedrijven hebben duidelijke criteria die aangeven wanneer wordt gestopt met een test, of wanneer iets kan worden doorgevoerd. Ook belangrijk: ze leren van innovatie-ervaring en hangen nooit lui achterover, in de veronderstelling dat ze het ei van Columbus hebben gevonden.
#4. Ze zijn goed in het doorvoeren van innovatie
Zoals de onderzoekers het zelf omschrijven: 'implementing change.'
Ja, en dan de uitvoering nog natuurlijk. Agile bedrijven zijn daar goed in: ze hebben de interne aansturing op orde waardoor ze de beloftevolle innovaties na al die testjes ook succesvol in de praktijk kunnen brengen. De organisaties zijn flexibel, waardoor ze zich met volle overtuiging, met snelheid, met zekerheid en met precisie kunnen aanpassen aan de nieuwe situatie. Het zijn vaak bedrijven met een historie van succesvolle veranderingen en ervaring met fusies. Ook zijn ze buitengewoon goed in de uitrol van nieuwe producten en het voldoen aan nieuwe wet- en regelgeving. Exxon lukte dat laatste bijvoorbeeld wel, na de olielek in de Valdez, terwijl BP dat (nog) niet lukt na de ramp met de Deepwater Horizon.
