Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Karin van Gilst: ‘Werk samen met je grootste concurrent’

Met Karin van Gilst als directeur is het zakelijk denken ingetreden in het Stedelijk Museum. En daar is niets vies aan.  

Sinds ze aantrad als directeur van het Stedelijk Museum in Amsterdam, heeft Karin van Gilst een aantal belangrijke lessen geleerd. Dat het Stedelijk in een jaar na de heropening in 2012 al haar miljoenste bezoeker verwelkomde en daarmee het succesvolste jaar uit de geschiedenis realiseerde, was voor Van Gilst het signaal dat de recessie noch de digitale revolutie een negatieve invloed hebben op de kunstbeleving van mensen. Dat was voor een 'bladenmeisje' (Van Gilst was onder andere hoofdredacteur van Intermediair en Viva en directeur van Weekbladpers) ook wel eens verfrissend, aangezien de uitgeverijwereld een branche is die al meer dan 10 jaar bergwafwaarts gaat. 'Mensen zijn kennelijk op zoek naar beleving', zo vertelde Van Gilst vorige  maand tijdens het MT500-event.

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Zakelijk is niet commercieel

Insteek van het interview dat dagvoorzitter Janneke Willemse met Van Gilst had, was haar relatief nieuwe aanpak in de Nederlandse kunstwereld. Die eigenzinnige wereld te koppelen aan het bedrijfsleven is zo op het oog een contradictie. 'Wat wij doen, vind ik niet commercieel, maar zakelijk', zei Van Gilst. 'Kunst is een mondiale wereld. Waar musea in de UK nog altijd met overheidssteun overeind worden gehouden, heeft de overheid in Amerika zijn handen al lang afgetrokken van musea die samenwerkingen met bedrijven zijn aangegaan. In Nederland zitten we wat dat betreft in een overgangsfase. Wij hebben ook geen winstoogmerk, alles wat er binnen komt geven we weer uit aan de kunst. Of dat nu nieuwe werken zijn of de financiering van een bus die schoolkinderen naar het museum brengt.' 

De vrouw van Joop van den Ende

Door deze nieuwe manier van denken werd het mogelijk dat er in het Stedelijk Museum een Joop van den Ende-zaal is. Nood breekt nu eenmaal wetten, volgens Van Gilst. Als je 10 jaar lang gaat verbouwen, is het een utopie om te denken dat de kosten niet hoger uit zullen vallen. Bij het Stedelijk was dat niet anders, waarna er met de pet langs de deuren is gegaan op zoek naar investeerders. Joop van den Ende hapte toe, met als resultaat dat een zaal zijn naam kreeg. 'Maar hij heeft geen veto over de collectie of tentoonstellingen', zei Van Gilst. 'Zijn vrouw zegt wel eens dat hij een bepaald werk niet zo mooi vond, maar daar blijft het bij.' 

Karin van Gilst, met rechts van haar Janneke Willemse

Nog meer samenwerken

Aan crowdfunding, waardoor het Cobra Museum in Amstelveen onlangs drie werken kon aanschaffen, heeft het Stedelijk Museum nog niet gedaan, maar Van Gilst juicht dit soort initiatieven van harte toe. Niet voor niets heeft Ahold recentelijk een tentoonstelling in het Stedelijk gesponsord en Van Gilst is constant op zoek naar dit soort kruisbestuivingen. Ze kijkt overigens ook naar instellingen als het Concertgebouw en het Van Gogh Museum, beide op steenworpafstand van het Stedelijk. 'Er valt veel voor te zeggen om als concurrenten of collega's marketingbudgetten bij elkaar te leggen, zodat je meer armslag hebt. Ik ervaar het als prettig om samen te werken met concurrenten. Wat dat betreft is het net als een ruzie in een relatie: wil je winnen of wil je een leuke relatie? Het is natuurlijk altijd beter als het niet ten koste gaat van iemand anders.'

Het verleidde van Gilst om eens rond te vragen in de zaal of men open stond om met hun grootste concurrent samen te werken. Tot haar verrassing gingen er vrij veel handen de lucht in. Wellicht dat Van Gilst met haar interview op het MT500-event de kiem heeft gelegd voor een cultuuromslag. 

Meer over de kunstwereld: