Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Van Gansewinkel: afval bestaat dus toch

Het imago van een bedrijf kan snel keren. Afvalverwerker Van Gansewinkel ervaart het nu aan den lijve. Wat een treurnis.

Laat ik eerlijk zijn: Van Gansewinkel heeft bij ons op de redactie al jaren een warm plekje in het hart. Bij mij begon dat al in 2004. Ik schreef destijds veel over personeelsbeleid, en de afvalverwerker had zojuist een prijs gewonnen als 'Beste Werkgever', omdat het personeel er zo ontzettend gelukkig aan het werk was. Het leverde een stuk op onder de titel: 'De tevreden vuilnisman'.

Goede nieuws

De jaren erna bleef het goede nieuws over het bedrijf eigenlijk stromen. Met name dankzij Ruud Sondag, die op 39-jarige leeftijd het ceo-stokje had overgenomen van bedrijfsoprichter Leo van Gansewinkel. Hij wist in zijn tienjarig bewind niet alleen de omzet op te stuwen van 456 miljoen gulden in 2001 tot 1,2 miljard euro vorig jaar, hij realiseerde ook een ogenschijnlijk geslaagde fusie met AVR en legde bovendien een visie neer die lang als baanbrekend werd gezien: 'Afval bestaat niet'.

Als koek

Zeker na de hype rond cradle-to-cradle ging die boodschap erin als koek: aan één aardbol hadden we niet genoeg als we zo doorgingen, en daarom moesten we van afval ook weer een nieuwe grondstof maken. "Het enige houdbare economische model op de lange termijn", noemde Sondag het zelfs.

Lievelingetje

Lang leek er dan ook niets mis te kunnen gaan. Geliefd personeelsbeleid, goede bedrijfsresultaten, vriendelijk voor het milieu: de hele trits people-planet-profit leek nergens zo goed voor elkaar als bij het Brabantse afvalbedrijf dat in 50 jaar wist uit te groeien tot marktleider in de Benelux en stevige speler tot ver daarbuiten.

Schuldgevoel

Vorig jaar in een interview over 'nieuw leiderschap' vertelde Sondag er nog enthousiast over: "Soms hebben we het gevoel een beetje een NGO te zijn. Maar wel anders dan vroeger. Zonder geitenwollensokken en schuldgevoel, maar met een goede businesscase."

Maar toen werd het 2012

Maar toen werd het 2012. En ineens was het hommeles in de vuilnistent. Het kan snel gaan. Oké, er wordt al een jaar of vijf netto verlies geleden, maar de omzet groeide, en het verlies kon allemaal nog redelijk worden weggepoetst als 'eenmalige lasten' en met de mooie frase: "Het management van de Van Gansewinkel Groep stuurt niet op nettoresultaat. Dat is een bewuste keuze, die samenhangt met de financiering van het bedrijf."

Probleem

Maar in 2012 is het verlies plots toch een probleem. De crisis houdt maar niet op, er is prijsdruk op de afvalmarkt, en het verlies loopt op. Dat vinden de huidige private-equity aandeelhouders KKR en CVC toch niet heel erg leuk. Er breekt pleuris uit in de top van de organisatie, die al snel in de media belandt.

Solidair

Financiële topman Diederik Gijsbers moet in april opstappen van de Raad van Commissarissen, waarna Ruud Sondag zich solidair verklaart en ook opstapt. Het leidt tot ruzie onder de commissarissen, waar onder meer zwaargewichten als Boskalis-topman Peter Berdowski en oud-Vopak-baas Carel van den Driest zich tegen een voorgenomen reorganisatie keren. 

Rijk der fabelen

Ook de beoogde opvolger van Sondag, Cees van Gent, zien ze niet zitten. Van Gent, die naam maakte als kille saneerder bij het Duitse Lehnkering en vorig jaar nog in onze lijst wereldmanagers prijkte, lijkt dan ook in alles de tegenpool van de warme Sondag. Niet alleen maakte hij vorige week schijnbaar onbewogen bekend 600 vuilnismannen op straat te zetten, deze week verwees hij ook nog met een pennenstreek het magnum opus van Sondag, de beursgang, naar het rijk der fabelen.

Geen fijne tijd

Nu is het natuurlijk wereldwijd ook geen fijne tijd voor beursgangen. En de forse ingrepen in het personeelsbestand zijn gezien de verliezen ook best begrijpelijk. Maar beste Cees, om het bedrijf nou meteen zo publiekelijk in de etalage te zetten, was dat nou nodig? Heb je dat zelf bedacht? Of moest je dat zeggen van je investeerders, die het bedrijf sinds ze het in 2006 overnamen hebben volgeladen met schulden en daar nu wel klaar mee zijn?

Treurig

Het maakt de woorden van Sondag van eind vorig jaar in retrospectief des te treuriger: 'Een iets langere horizon is soms prettig", zei hij toen tegen MT. "Maar dat neemt niet weg dat deze aandeelhouders passen bij deze onderneming, in deze fase. Er is nu een bedrijf dat met mijn instemming en sturing is verkocht aan private equity. En ik ben daar blij om."

Op straat

Zouden die 600 man (toch bijna 1 op de 10 personeelsleden), die nu als oud vuil op straat worden gezet daar ook zo over denken? Voor hun zal het mantra 'Afval bestaat niet' op dit moment toch een vervelende bijsmaak hebben, mag je zo denken… 

En nu, Cees?

Maar de grote vraag is natuurlijk: wat nu, Cees? Dat we van jou niet van die hoogdravende visies als die van Ruud Sondag hoeven te verwachten, dat begrijpen we best. En we snappen ook best dat de focus weer even meer ligt op profit dan op people en planet, hoe jammer en vervelend voor de betrokkenen dat ook moge zijn.

Triest lot

Maar je zult toch ook niet alleen aan deze klus begonnen zijn om eerst hard te mogen hakken en daarna een verkoop voor te bereiden? Dat zouden wij wel een erg triest lot vinden voor onze voormalige love baby. Want dat 'op lange termijn enig houdbare economische model', daar had Sondag best eens gelijk in kunnen hebben, dat besef je zelf toch ook wel?

Garbage

Ondertussen kan ik het maar niet nalaten te denken aan de band Garbage. Het nummer 'I'm Only Happy When It Rains' spookt door het hoofd. En dan vooral de regels: You know I love it when the news is bad / Why it feels so good to feel so sad. Noem het pathetisch, beste Cees. Maar begrijp alsjeblieft ook dat het pijn doet oude liefdes zo te zien worstelen. En begrijp dat ik daarin vast de enige niet ben. Dus spring er een beetje voorzichtig mee om, wil je?