Geen producten in de winkelwagen.
De kwaliteit van het onderwijs en de reputatie van de businessschool zijn voor managers de belangrijkste criteria bij hun keuze voor een mba-opleiding. Dat blijkt uit een enquête onder het vaste MT-lezerspanel.
Een mba is geen garantie voor succes. Dat bleek onlangs nog in een aflevering van The Apprentice. U weet wel, dat realityprogramma waarin Donald Trumps uitspraak ‘You’re fired!’ steevast het einde inluidde van een prille managementcarrière. In de Britse versie is Sir Alan Sugar de baas. Geen bekend gezicht in Nederland, ook al is hij dankzij een succesvol elektronica-imperium goed voor een vermogen van 800 miljoen pond. In een van de laatste afleveringen stortte hij zijn ongenoegen uit over een jonge vrouw, die tegensputterde dat ze in de avonduren met veel doorzettingsvermogen haar mba had gehaald. “Diploma’s zeggen me niks,” fulmineerde Sir Alan. “Je stelt je op als een veredelde officemanager. Ik mis leiderschap. You’re fired!” Hoe denkt het MT-lezerspanel over de waarde van een mba-opleiding? Om te beginnen betwijfelt een grote meerderheid of je op een businessschool leert managen. Ruim 38 procent vindt van niet, nog eens 42 procent houdt het op ‘misschien’. De vraag ‘Vindt u dat elke manager toch wel een mba moet hebben gevolgd’, wordt slechts door 5 procent bevestigend beantwoord. Bijna driekwart (72 procent) vindt dat je best manager kunt zijn zonder mba op zak.
Liever een deeltijd mba
Van alle managers in het lezerspanel, heeft ruim twee derde (69 procent) een managementopleiding gevolgd. In een kwart van de gevallen (27 procent) gaat het om een post-hbo of postdoctorale opleiding. Nog eens 25 procent beschouwt zijn hbo- of universitaire opleiding als managementscholing, een iets kleinere groep (23 procent) geeft die kwalificatie aan interne cursussen en trainingen. Slechts 12 procent van de ondervraagde managers heeft daadwerkelijk een mba gevolgd.
Dat lijkt weinig, maar bijna de helft (49 procent) speelt met het idee om in de toekomst aan een mba te beginnen. Gevraagd naar de terreinen waarop de managers hun kennis met een mba willen uitbreiden, legt het merendeel een voorkeur aan de dag voor ‘algemeen management’. In aflopende belangrijkheid volgen belangstelling voor strategie (48 procent), financieel management (33 procent) en marketing (19 procent). Een kleine restgroep van 9 procent ziet het liefst vakken als personeelsmanagement en verandermanagement terug in het mba-onderwijsprogramma. Zoals je mag verwachten zijn managers die leiding geven aan meer dan 20 medewerkers vooral geïnteresseerd in strategie (48 procent); managers van kleinere teams willen zich het liefst ontwikkelen op het gebied van algemeen management (53 procent van hen kiest hiervoor).
De respondenten die aan een mba zouden willen beginnen, volgen de opleiding het liefst aan Nyenrode Business Universiteit (28 procent), of de Rotterdam School of Management (23 procent). Nog eens 10 procent kiest voor TiasNimbas, het samenwerkingsverband tussen de Utrechtse businessschool Nimbas en de universiteiten van Tilburg en Eindhoven. Het moet gezegd: deze drie waren de enige Nederlandse mba-scholen in de lijst de we het lezerspanel voorlegden. De Twente School of Management en de Rotterdam Business School vielen zodoende helaas buiten de boot.
Van de buitenlandse opleidingsinstituten is de Harvard Business School het meest populair. 12 procent van de respondenten zou, als ze morgen aan een mba mochten beginnen, direct afreizen naar Cambridge, in de staat Massachusetts. De tweede keus gaat naar Insead, in Fontainebleau net buiten Parijs (9 procent), dat toppers voortbracht als Kees van Lede (ex-Akzo Nobel) en Ad Scheepbouwer (KPN). Hierna volgt IMD in het Zwitserse Lausanne (4 procent), de London Business School (2 procent) en de Stanford University (1 procent). Een opmerkelijke hekkensluiter, in de ranglijst van de Financial Times komt Stanford namelijk uit de bus als de beste keus voor een voltijdse mba-opleiding ter wereld.
Prachtig, die buitenlandse mba’s, maar goedkoop zijn ze niet. Een voltijdse opleiding bij Insead of IMD Lausanne kost al gauw 48.000 euro, verblijfskosten niet meegerekend. Gelukkig verwacht een groot deel van de ondervraagde managers (47 procent) dat hun werkgever de kosten vergoedt. Nog eens 31 procent denkt een deel van de kosten terug te krijgen, 6 procent verwacht de studiekosten geheel zelf te moeten betalen.
De meeste managers neigen naar een deeltijd mba (88 procent), slechts 7 procent overweegt een voltijdse studie. Los van de kosten weegt de combinatie met een huidige baan het zwaarst mee in deze overweging. Dat vindt althans 79 procent van het lezerspanel. De combinatie met gezins- of privéleven speelt voor 64 procent van de ondervraagden een rol. De kosten beïnvloeden de keuze tussen deeltijds of voltijds slechts marginaal (12 procent).
Reputatie
In deze enquête onderwierpen we de lezers aan een korte kennistest. We vroegen: welke Nederlandse businessschool scoort het hoogst in de laatste Financial Times MBA Rankings? Het goede antwoord is de Rotterdam School of Management, waarvan de voltijdse mba wereldwijd de dertigste plaats inneemt. Een derde (35 procent) van de lezers had geen idee; 33 procent koos het juiste antwoord en 18 procent hield het op Nyenrode, terwijl deze school toch echt de RSM én TiasNimbas voor moet laten gaan.
Op de keper beschouwd staat de kwaliteit van het onderwijs voorop bij de keuze voor een specifieke businesschool. Iets minder dan 62 procent van de ondervraagden vindt kwaliteit het belangrijkste criterium. De reputatie van de school weegt met 48 procent iets minder mee, geografische ligging staat met 44 procent op de derde plaats. Het advies van de werkgever, de positie op internationale ranglijstjes en studiekosten zijn een stuk minder belangrijk bij de keuze.
