Ooit begon Klaas Knot zijn veelbelovende carrière bij de Nederlandsche Bank. In 2011 keert hij er voor de derde keer terug, ditmaal als president.
Daarnaast bekleedt Knot verschillende andere posities. Sinds december 2021 is hij voorzitter van de Financial Stability Board (FSB). Verder is hij lid van de Governing Council van de Europese Centrale Bank (ECB) en de European Systemic Risk Board. Ook is hij gouverneur van het Internationaal Monetair Fonds (IMF) en lid van de Board of Directors van de Bank for International Settlements.
Podcast Leaders in Finance
🎧 Dit artikel is een verkorte versie van het gesprek met Klaas Knot, president van De Nederlandsche Bank in de podcast Leaders in Finance. MT/Sprout is mediapartner van de serie. Beluister hier de volledige aflevering.
Daarbovenop vervult Knot verscheidene nevenfuncties. Zo is hij honorair hoogleraar Economics of Central Banking aan de Rijksuniversiteit Groningen en honorair hoogleraar Monetaire Stabiliteit aan de Universiteit van Amsterdam. ‘Lesgeven aan de universiteit vind ik erg leuk. Mijn moeder was onderwijzeres, dus dat heb ik waarschijnlijk van haar.’
Breed takenpakket
Samen met meer dan 2000 medewerkers – volgens Knot een bescheiden aantal voor een centrale bank – maakt hij zich sterk voor financiële stabiliteit en draagt daarmee bij aan duurzame welvaart in Nederland.
Tevens houdt de centrale bank toezicht op een uiteenlopende groep van zo’n 850 financiële organisaties in Nederland: banken, trustinstellingen, beleggingsondernemingen, verzekeraars en pensioenfondsen, van groot tot klein.
‘Van alle centrale banken in Europa hebben wij het meest brede takenpakket, omdat wij ook veel toezichttaken hebben.’ Onder zijn leiding verandert de cultuur binnen DNB, een van de doelstellingen bij zijn aantreden als President in 2011. ‘Mensen lopen hier weer gewoon met rechte schouders rond en zijn ook een beetje trots op de rol die wij vervullen.’
Papieren welvaart
Knot ziet de woningmarkt als een van de belangrijkste bedreigingen voor de financiële stabiliteit van ons land: ‘De meeste bedreigingen komen uit het buitenland. Maar dit is er een van binnenlandse makelij. Op basis van de huizenmarkt wordt een hoop nepwelvaart gecreëerd, wat papieren welvaart is, maar wat op het moment dat de huizenmarkt keert, toch niet duurzaam blijkt te zijn.’
Een bank kon niet failliet gaan. Nou, dat kon dus wel
In zijn jeugd – Knot groeit op in ‘een calvinistisch nest’ in de provincie Groningen – ondervindt hij hier zelf de nadelen van: ‘We hadden het niet echt arm thuis, maar door een paar ongelukkige keuzes van mijn ouders op de huizenmarkt hebben we wel wat financiële tegenslag gehad. Dat is natuurlijk een ervaring die je vervolgens zelf meeneemt.’
Economieleraar
Zijn liefde voor het vak wordt hem bijgebracht door zijn vader, werkzaam in de agrarische toeleveringssector en zeer in economie geïnteresseerd. Op de middelbare school is Knot vooral erg goed in wiskunde, maar het vak economie boeit hem het meest.
‘De Nederlandse economie was destijds een drama, zo eind jaren ’70, begin jaren ’80. Kort door de bocht gezegd was er ongeveer 10 procent werkloosheid, 10 procent inflatie en 10 procent begrotingstekort. Als scholier vroeg ik me af of zoiets niet beter kon.
Toen had je ook al een bankencrisis en ging er ineens een bank failliet, terwijl mijn economieleraar zei dat een bank niet failliet kon gaan. Nou, dat kon dus wel en dat riep allerlei vragen bij mij op. Dus die fascinatie voor economie, die is toen ontstaan.’
Terug naar De Nederlandsche Bank
Knot komt uit een gereformeerd gezin, hard werken is de moraal. Dat is hij nooit kwijtgeraakt. ‘Ik ga pas naar huis als ik gevoel heb dat ik in ieder geval voor die dag alles gedaan heb wat ik kon doen.’ Net als zijn broer en zus gaat hij naar de universiteit, tot grote trots van zijn ouders.
Hij verruilt het ouderlijk huis voor een kamer in de stad Groningen, waar hij uiteindelijk cum laude zijn studie Economie afrondt. Zonder studieschuld dankzij de vele bijbaantjes, variërend van bordenwasser in een restaurant tot aan de lopende band bij de Domo-fabriek, en van postbode tot studenten-assistent.
Zeggen waar het op staat, Nederlanders zijn de enigen die dat doen
Zijn verhuizing naar ‘het Westen’ stelt hij nog even uit door aan de Groningse universiteit een proefschrift te doen. En zo rolt hij in zijn eerste DNB-functie als Senior Economist en is zijn verhuizing naar de Randstad onvermijdelijk.
Als zich na een paar jaar de mogelijkheid aandient om zijn grote droom waar te maken en bij het IMF te gaan werken, laat hij Amsterdam achter en verhuist naar Washington. Samen met zijn vrouw geniet hij daar van het expatleven, maar beseft al snel dat hij niet gemaakt is om een radertje te zijn in een hiërarchische organisatie als IMF.
Na anderhalf jaar keert hij terug naar Amsterdam. Naar, jawel, De Nederlandsche Bank. Zijn belangrijkste les van die tijd: ‘De internationale omgangsvormen zijn toch echt anders dan die in Nederland. Wij zeggen waar het op staat. Nou, wij zijn de enigen in de hele wereld die dat doen. Dus zeggen waar het op staat, laat dat achterwege op het moment dat je de grens overgaat.’
Het dakpanmodel van Klaas Knot
Dat hij ooit President zou worden van DNB had hij niet voorzien. Als hij voor de functie wordt gevraagd, is hij 44 en vindt hij zichzelf nog wat jong. Bovendien heeft hij een beetje bevestiging nodig. Maar uiteindelijk zegt iedereen in zijn omgeving: ‘Het komt misschien een beetje vroeg, maar je kunt het.
Over zijn carrièrepad zegt hij zelf: ‘Ik heb altijd dingen gedaan in het leven waarvan ik dacht: ja dat, ik kan het en ik word er beter van, ik leer weer wat nieuws. Dus een soort dakpanmodel, dat je bij de volgende stap iets hebt waarop je kan staan, maar tegelijkertijd ook iets nieuws kunt leren.’