Madonna is recent toegetreden tot de selecte club van popmiljardairs. Is het gek dat ook onder artiesten de inkomensverschillen groeien?
Sommige topmanagers gedragen zich net als popsterren, maar er zijn meer overeenkomsten. Zo groeit de inkomenskloof tussen de topmanager en zijn doorsnee werknemer net zozeer als de kloof tussen supersterren en de gemiddelde muzikant.
Steeds opnieuw uitvinden
Madonna is de eerste vrouw onder de popmiljardairs. Net zoals een goed gerund bedrijf, vindt de popster zichzelf steeds opnieuw uit. Net als bij veel bedrijven geldt ook voor muzikanten als Madonna dat ze aan de ene kant steeds met nieuwe producten (muziek dus) moeten komen, maar dat ze aan de andere kant ook continu hun verdienmodel moeten aanpassen. Het internet heeft aan de ene kant het bereik van artiesten enorm vergroot, omdat hun muziek wereldwijd te streamen of te downloaden is (al dan niet legaal). Aan de andere kant valt er hierdoor met opgenomen muziek vrijwel geen droog brood meer te verdienen.
Kaartjes vier keer zo duur
Waar een doorsnee ster eerder binnenliep op de verkoop van albums, moeten ze het nu juist hebben van concerten en merchandise. Alan Krueger – een van de economisch adviseurs van de Amerikaanse president Obama – verdiepte zich in de economie achter de muziekbusiness en vertelde laatst in een speech dat de prijzen van concertkaartjes in de VS de afgelopen 31 jaar met bijna 400 procent zijn gestegen. Logisch, want sinds de laatste tien jaar moet daar het geld verdiend worden door de Bono’s en de Madonna’s van deze wereld. In 2012 verdiende Madge dan ook naar schatting meer dan 300 miljoen dollar met de verkoop van concertkaartjes.
Kloof
Opvallender is dat Krueger signaleert dat ook het verschil in opbrengsten tussen de muzikanten flink is toegenomen. Anders gezegd: de inkomensongelijkheid is toegenomen. Hoe valt dit te rijmen met het grotere bereik van alle artiesten? In econospeak: imperfecte substitutie. Vrij vertaald: er is gewoon maar één Madonna! Fans betalen liever 100 euro voor een concert van Madonna dan dat ze een tientje lappen voor een andere goede artiest die de nummers van de Queen of pop opvoert. Muzikanten die bij een minder breed publiek geliefd zijn, zullen in totaal misschien wel meer fans hebben door hun vergrote bereik. Hun fans zullen zich waarschijnlijk ook over heel de wereld hebben verspreid waardoor het lastiger is ze met een concert op een fysieke plek te bereiken en geld aan ze te verdienen.
Topmannen
Niet alleen tussen popsterren is de inkomensongelijkheid toegenomen. Uit recent onderzoek van de Volkskrant blijkt dat ook op de Nederlandse werkvloer het verschil in inkomen tussen de top en de doorsnee werknemer nog steeds toeneemt. Net als bij artiesten is dit (deels) te verklaren door het begrip bereik. Mannen als Peter Voser of Paul Polman (de topmannen van respectievelijk Shell en Unilever) zijn zeker binnen hun eigen sector grote bekenden. Zelfs mensen die niet in de olie of de zogenoemde fast moving consumer goods actief zijn, zullen wel een beeld van de mannen hebben. Hun handel en wandel wordt door een wereldwijd publiek gevolgd. Dit kun je niet zeggen van de doorsnee werknemer bij Shell en Unilever.
MEER COLUMNS VAN ELINE RONNER?
-
Big Data kan ook too big zijn
- Wat Rutte kan leren van gebrek aan wc-papier
- Alle columns van Eline Ronner