Geen producten in de winkelwagen.
De Hay Group heeft kritisch gereageerd op het rapport van de commissie-Dijkstal. Het commentaar van het adviesbureau richt zich voornamelijk op de onderbouwing van de voorgestelde 30 procent loonsverhoging voor ministers, het ontbreken van duidelijke uitspraken over de relatie tussen topinkomens in de publieke en de private sector en de onderbouwing van de voorgestelde beloningsverhoudingen in de politieke top.
Dit schrijft het adviesbureau, specialist in hrm en beloning, in een persbericht. De commissie-Dijkstal heeft de beloning bekeken van topambtenaren en -politici en stelt voor het salaris van ministers en de minister-president met minimaal 30 procent te verhogen. Volgens de commissie zijn de verhoudingen scheefgegroeid en verdient de hoogste ambtenaar meer dan de verantwoordelijk minister. Ook in vergelijking met het bedrijfsleven zijn de inkomens van ministers (120.000 euro) aan de lage kant.
Overigens is Hay niet alleen kritisch over het rapport. Het adviesbureau noemt het moedig om in tijden van loonmatiging en heftig maatschappelijk debat over topinkomens het advies uit te brengen om de inkomens van ministers ingrijpend te verhogen. Daarnaast schrijft Hay onder meer het goed te vinden dat de eindverantwoordelijkheid van de minister-president en de minister tot uitdrukking moet komen in een relatief hoog salaris, er meer transparantie komt in het inkomensgebouw voor ambtenaren en politici en er een poging wordt ondernomen om de samenhang tussen inkomens van topfunctionarissen in de publieke sector te bezien.
De politiek is huiverig om zich in tijden van loonmatiging een loonsverhoging te gunnen. Minister Remkes van Binnenlandse Zaken zei dat de salarissen van ministers omhoog moeten, maar dat het ongepast is dat ministers er op vooruit gaan, terwijl van de burgers offers worden gevraagd vanwege de beroerde stand van de economie. Dit kabinet dient daarom de voorbereidingen te treffen voor een salarisverhoging die pas bij een volgende kabinetsperiode in zal gaan. (BK)
