Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Dit drukmiddel heb je als ondernemer wanneer iemand zijn afspraken niet nakomt

Afspraak is afspraak. Maar niet iedereen neemt het zo nauw. Wat kun je doen als iemand zich niet houdt aan de gemaakte afspraken? Een goede stok achter de deur is het opschorten van je eigen prestatie. Sprout-expert Annelieke Fenstra legt uit wanneer je dit pressiemiddel mag gebruiken.

Om rechtsgeldig jouw verplichtingen op te kunnen schorten, moet je aan een aantal belangrijke voorwaarden voldoen:

1. Je moet een opeisbare vordering hebben

Wanneer je wilt opschorten, moet je een opeisbare vordering hebben op de andere partij. Of een vordering opeisbaar is, hangt af van de afspraken die partijen hebben gemaakt. 

Zo is het mogelijk dat in een contract is afgesproken dat de leverancier producten binnen twee weken levert.

Zijn de twee weken verstreken en heb je geen producten ontvangen, maar ontvang je toch een factuur? Je mag de betaling dan opschorten. 



2. Er moet voldoende samenhang tussen de prestaties zijn


Een andere voorwaarde is dat alleen een prestatie opgeschort kan worden als er voldoende samenhang bestaat tussen de prestaties. 

Stel: A en B spreken af dat A de dakkapel van B repareert. Later spreken zij af dat A ook maandelijks de tuin van B zal onderhouden.

Als B geen aanbetaling doet voor reparatie van de dakkapel volgens afspraak, dan kan A niet het onderhoud van de tuin opschorten. A mag dan alleen de reparatie van de dakkapel opschorten.



3. Je mag als schuldeiser niet zelf in verzuim zijn

Je kunt het opschortingsrecht niet inroepen als je in schuldeisersverzuim bent. Is afgesproken dat jij als eerste moet presteren, dan mag je jouw prestatie in principe niet opschorten. Dit mag weer wél als je gegronde reden hebt om te vrezen dat de ander zich niet aan de afspraken zal houden. 



Stel: A moet aan B boeken leveren en B hoeft pas te betalen na de levering. Maar A komt er na de afspraak achter dat B een notoire wanbetaler is. In dat geval mag A tóch de levering opschorten.

Belangrijk is dan wel dat A moet kunnen bewijzen dat B een wanbetaler is voor het geval B gaat beweren dat A onterecht zijn prestatie heeft opgeschort. A kan dan mogelijk bewijs leveren door middel van verklaringen van andere schuldeisers.

Opschorten

Voldoe je aan alle eisen? Dan kun je jouw prestatie opschorten. Het recht op opschorting duurt niet eeuwig en vervalt als jouw tegenpartij zijn afspraken alsnog nakomt of op een andere manier voldoende zekerheid geeft dat jij met een gerust hart je verplichting na kunt komen.

Aan het opschortingsrecht zitten dus aardig wat haken en ogen. Het is daarom altijd raadzaam om juridisch advies in te winnen als je van plan bent om gebruik te maken van het opschortingsrecht.