1. De pareto-analyse
Wat is het?
Een techniek gebaseerd op de alom bekende 80/20 regel. Tachtig procent van het resultaat wordt bereikt met 20 procent van de inzet. Dat principe is vernoemd naar de Italiaanse econoom Pareto die het in 1897 bedacht. Het doel van de Pareto-analyse is dan ook het alternatief te kiezen met de meeste opbrengst en de minste moeite.
Hoe moet dat?
- Schrijf alle oplossingen op
- Als het er veel zijn, voeg je vergelijkbare samen
- Benoem van elke oplossing de opbrengst. Zakelijke beslissingen zijn nagenoeg altijd in geld uit te drukken, maar soms gelden andere criteria. In dat geval biedt rangordening uitkomst.
- Kies de oplossing die de hoogste opbrengst combineert met de laagste kosten
2. De gepaarde vergelijking
Wat is het?
De gepaarde vergelijking vergemakkelijkt keuze door steeds twee alternatieven naast elkaar te leggen. Als er elf mogelijkheden zijn, kun je het overzicht verliezen. Met de gepaarde vergelijking zet je ze tegen elkaar af.
Hoe moet dat?
- Schrijf alle oplossingen op, een keer verticaal en een keer horizontaal
- Maak er een tabel van
- Kies steeds welk van de twee keuzes de voorkeur heeft en kwantificeer de mate van voorkeur met een cijfer van 0 (geen voorkeur) tot 3 (grote voorkeur)
- Tel de waarden per oplossing bij elkaar op
- De waarde van elke oplossing is weer te geven als percentage van het totaal
3. Voor doordenkers: de grid-analyse
Wat is het?
Diepgaandere techniek. Het is een tabel met alle alternatieven in de linkerkolom en alle criteria bovenaan. Voor elk alternatief wordt per criterium een plus of een min genoteerd. Om het belang van de criteria aan te geven, krijgen ze een gewicht mee. De grid-analyse is daarom handig als er verschillende goede alternatieven zijn.
Hoe moet dat?
- Maak een lijst van alle alternatieven
- Maak een lijst van alle criteria waarop je de alternatieven wilt beoordelen
- Maak van beide lijsten een tabel
- Geef elk criterium een gewicht mee
- Loop alle alternatieven per criterium na en geef aan of ze en plus of min scoren
- Vermenigvuldig de plusjes en minnetje met het gewicht
- Tel de scores op en het alternatief met de hoogste score is het beste keus
4. De beslissingsboom: legt vertakkingen bloot
Wat is het?
De beslissingsboom geeft in vertakkingen weer wat alle mogelijke uitkomsten en consequenties zijn van een beslissing. Ook de consequenties kunnen weer gevolgen hebben.
Hoe moet dat?
- Schrijf op een groot vel papier links het probleem in een vierkant
- Teken schuin naar rechts lijnen voor alle mogelijke oplossingen
- Schrijf aan het einde van elke lijn de gevolgen
- Soms doet zich hierdoor een nieuwe beslissing voor, start vanaf daar weer een nieuwe boom
- Is het gevolg onzeker, teken dan een cirkel
- Schrijf in elke cirkel en elk vierkant wat het voorstelt (bijvoorbeeld: bij de overweging een nieuw netwerk aan te schaffen, kan de levensduur van het oude systeem een onzeker gevolg zijn van de keuze nog te wachten)
- Geef ook van elke cirkel het mogelijke gevolg met een lijn aan
- Geef van elk vierkant de mogelijke oplossingen met lijnen aan
- Maak de boom zo compleet mogelijk
- Geef elk mogelijk gevolg een cijfer (wat is het u waard?)
- Geef de lijnen rond elke cirkel ene kanspercentage van samen honderd procent
- Bereken de kans maal waarde voor elk gevolg waarbij van een kans sprake is
- Kies het waardevolste alternatief
5. PMI: Plussen, minnen en implicaties
Wat is het?
De PMI is een techniek om een enkele keuzemogelijkheid nader te evalueren. Dat kan natuurlijk ook voor meer opties, maar het is principe bedoeld de beslissing nog eens nader onder loep te nemen.
Hoe moet dat?
- Maak een tabel met de volgende kolommen: plus, min, implicaties (bijkomende effecten)
- Schrijf van de gekozen oplossing in de plus kolom alle positieve effecten en bij de min de negatieve effecten. In de laatste kolom staan andere mogelijke gevolgen
- Als het nut van de oplossing nog niet duidelijk is, ken dan cijfers toe aan in de kolommen wordt genoemd. De min klom krijgt daarbij negatieve scores. Tel vervolgens de scores op om te zien of het resultaat negatief of positief is.
6. De zes denkende hoedjes
Wat is het?
De zes hoedjes is een nog uitgebreidere techniek om een beslissing te heroverwegen. De methode is bedacht door psycholoog Edward de Bono, specialist in creatief denken. De hoedjes geven elk een andere invalshoek om een beslissing te bekijken.
Hoe moet dat?
- Het witte hoedje bekijkt de beslissing louter op basis van de cijfers en vaststaande feiten
- Het rode hoedje volgt alleen je gevoel, en verplaatst zich in het gevoel van anderen
- Het zwarte hoedje ziet alleen de nadelen, zodat alle zwakke plekken van een plan scherp naar voren komen
- Het gele hoedje kijkt alleen naar de voordelen, positief denken helpt om vol te houden en kan nieuwe oplossingen aanreiken
- Het groene hoedje zoekt nieuwe en andere oplossingen om het aantal alternatieven uit te breiden
- Het blauwe hoedje stuurt het beslissingsproces en trekt conclusies uit alle invalshoeken
7. De krachtenveldanalyse
Wat is het?
Wederom een techniek die een enkele keuze evalueert door een plaatje te maken van de positieve en negatieve krachten.
Hoe moet dat?
- Maak een schema van drie kolommen: voordelen, beslissing en nadelen
- Geef een score aan elk argument van 1 (zwak) tot 5 (sterk)
- Teken alle positieve en negatieve krachten als pijlen
- Geef de omvang van elke kracht weer in een nummer ernaast. Je kunt de zwaarte van de kracht ook in kaart brengen door grote of kleine pijlen te gebruiken
8. De kosten-batenanalyse
Wat is het?
De kosten-batenanalyse evalueert een oplossing met een economische bril op. U wel bekend natuurlijk.
Hoe moet dat?
- Zet alle kosten van een beslissing op ene rij. De financiële kosten eerst en vervolgens de materiële en immateriële kosten
- Zet alle baten van de beslissing op ene rij. Wederom eerst de financiële en daarna de materiële en immateriële baten
- Vergelijk de kosten en de baten. Als er onvergelijkbare grootheden gebruikt zijn, zet die dan om in subjectieve, getalsmatige waarderingen.