Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

De gift van wederkerigheid

Tegenover het recht op ondersteuning staat de plicht van de ontvanger om zo min mogelijk en zo kort mogelijk van die ondersteuning gebruik te maken. Podiumauteur Peter Paul Doodkorte legt uit waarom de gift van wederkerigheid niet goed werkt bij de overheid.

Onlangs mocht ik samen met Albert Jan Kruiter van het Instituut voor Publieke Waarden een presentatie verzorgen over de mogelijke ontwikkelingsrichting van de zorg voor jeugd in de regio Gooi- en Vecht. Kruiter en ik kennen elkaar wel uit eerdere opdrachten, maar hadden vooraf geen contact gezocht ter afstemming van onze beider bijdragen. Kruiter mocht aftrappen.

Noodlottige omhelzing

Albert Jan Kruiter, die op de proefschrifteditie van Mild despotisme promoveerde, hield een inspirerend en zeer inzichtgevend betoog waarin hij beschreef en haarscherp duidde dat onze huidige democratie en verzorgingsstaat in crisis verkeren. Een crisis die al was voorspeld door zijn grote leermeester, de Franse filosoof Alexis de Tocqueville (1805-1859). Hij veronderstelde dat de moderne democratie uiteindelijk zal verzanden in mild despotisme: een onbeheersbare, centrale en bureaucratische overheid die een individualistische samenleving in toom probeert te houden, terwijl een individualistische samenleving bureaucratie en controle over zich afroept. Overheid en samenleving houden elkaar zo gevangen in een noodlottige omhelzing.

Ter onderbouwing van de noodlottige omhelzing tussen overheid en samenleving beschreef hij onder meer de gang van zaken rond de Algemene wet bijzonder ziektekosten (Awbz) die in 1968 van kracht werd. Kruiter poneerde de forse stelling dat democratie als staats- en samenlevingsvorm in principe zelfdestructief is. Een democratische samenleving moet steeds meer aan het eigenbelang van de burger appelleren om hem tevreden te houden. En anderzijds moet de overheid steeds verder het privédomein van de burger binnendringen voor toezicht, handhaving en controle. Dat is inderdaad wat we om ons heen zien gebeuren. Maar hoe nu verder?

Perverse effecten

Het betoog van Kruiter heeft recentelijk forse ondersteuning gekregen in de publicatie “Tegenkracht organiseren: Lessen uit de kredietcrisis” van de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling (RMO). Het advies start met werkwijzen in de financiële sector. Aan bod komen de hypotheekverstrekking aan mindervermogenden in de VS, het gebruik van risicoprofielen om klanten te classificeren en het belonen met bonussen. Deze goedbedoelde en productieve werkwijzen resulteerden uiteindelijk in perverse uitkomsten. Oorspronkelijke doelen raakten uit beeld, classificaties gingen een eigen leven leiden en financiële prikkels beloonden de verkeerde ‘successen’.

Vergelijkbare situaties kunnen zich voordoen in maatschappelijke sectoren. Het advies bekijkt onder meer de Cito-toets in het primair onderwijs, de indicatiestelling in de zorg en de financieringsstromen in het hbo. Het risico bestaat dat productieve werkwijzen ook daar zo dominant worden dat perverse effecten niet uitblijven. Op dat moment overheersen de kortetermijnbelangen de noodzakelijke langetermijnbelangen. Een verklaring hiervoor is gelegen in het streven naar een beheersing van de complexe werkelijkheid. Gaandeweg kan er een situatie ontstaan waarin men aan andere zienswijzen voorbij gaat en organisaties steeds eenvormiger worden. Omdat dit proces zich langzaam en stapsgewijs voltrekt, is het vaak pas zichtbaar als de perverse effecten zich in verregaande vorm aandienen.

Principes loslaten

Het betoog van Kruiter, in combinatie met de door mij herkende bevindingen in de RMO-publicatie, gaf zijn toehoorders niet alleen veel stof tot nadenken, maar sterkte mij in het ‘houvast’ dat ik in de afgelopen periode formuleerde voor de ontwikkelingsrichting van de zorg voor jeugd en gezin.

Wij zijn toe aan een diepgaande, duurzame verandering. In het bijzonder geldt dit de fundamentele en structurele omzetting van schadelijk denken en contraproductief gedrag van groepen en individuen. Voor het bewerkstelligen hiervan zijn tal van samenhangende 'systeeminnovaties' nodig: vernieuwingen op het niveau van onder andere technologieën, regels en organisatievormen. Maar ook op betrekkingsniveau. Kijkend door de ogen van de mensen voor wie het is bedoeld, moeten wij werken aan concentratie van menskracht en middelen gericht op het – naar vermogen – meetellen en meedoen van alle mensen.

Dit vraagt het aanspreken van de zelfredzaamheid en de eigen kracht van huishoudens. Met als uitgangspunt dat mensen en huishoudens eigenaar van hun eigen probleem én oplossing zijn. Zij hebben daarbij recht op ondersteuning (niet te verwarren met ‘zorgplicht’ vanwege de overheid) op kansen. Waarbij wij een aantal principes moeten durven loslaten:

  • Klantdenken: Bevordert achterover leunen
  • Doelgroepenbenadering: Bevordert door- en afschuiven
  • Lokettenfetisjisme: Bevordert versnippering
  • Doorverwijzen: Bevordert afschuiven
  • Labellen: Bevordert shopgedrag
  • Productieafspraken: Bevordert pervers gedrag

Dit vergt ‘omdenken’. Van

  • klantdenken naar /partnerdenken
  • gelijke rechten naar ruimte voor verschillen
  • ‘zorgen voor’ naar ‘zorgen dat’
  • domeindenken naar denken in leefroutes
  • beheersdenken naar ontwikkeldenken
  • protocollen naar vakmanschap

Niet de caritas, het goed doen, is het belangrijkste maar juist de wederkerigheid, het idee dat men elkaar nodig heeft en dat men elkaar iets te bieden heeft. De wederkerigheid zorgt ervoor dat iedereen gelijkwaardig is aan de ander. Deze 'wederkerige versterking' is de basis van de samenwerking. Burgerkracht in optima forma.

Wederkerigheid

Steeds meer komt het besef op dat de professional een inspirerende coach dient te zijn die, uitgaande van de motivatie en eigen kracht van mensen ondersteunt in de stappen die hij wil en kan – of moet – zetten. Daarbij gaat het niet alleen om de eigen kracht maar ook om de kracht van het netwerk. De kunst voor de professional is niet over te nemen en oplossingen aan te dragen, maar te coachen en te faciliteren zodanig dat de eigen kracht en sociale netwerken wordt ingezet om dat te bereiken wat een bewoner of groep bewoners graag wil bereiken.

Het zelfstandig keuzes kunnen blijven maken en wederkerigheid zijn daarbij wat mij betreft de kernbegrippen. Binnen de wederkerigheid verrichten mensen over en weer prestaties in het vertrouwen dat deze vroeg of laat worden beantwoord. Als je iets geeft aan een ander, voelt die ander zich verplicht vroeg of laat iets terug te geven. Als je het niet doet, als je niet helpt wie jou hielp, voel je je beschaamd. Het is heel iets anders dan in het krijt staan bij de bakker omdat je de rekening niet betaalde. De ethiek van de gift is veel verplichtender dan de ethiek van het contract.

Eerdere bijdragen:

Over de auteur: 
Dit Podiumartikel is geschreven door Peter Paul Doodkorte, partner van BMC.

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Over het podium:
Ook uw visie geven op ontwikkelingen binnen uw vakgebied? Plaats een artikel op MT Podium. Log in op mt.nl/profiel en voeg onder 'activiteiten' uw artikel toe. Interessante bijdragen worden meegenomen in de nieuwsbrief en op home geplaatst.
 MT Magazine publiceert bovendien periodiek 'Het beste van MT Podium'.