1. Losse handjes op de werkvloer
In deze zaak boog de rechter in Noord-Holland zich over het volgende. Een werkgever ontsloeg zijn werknemer op staande voet, omdat deze had gevochten op de werkvloer. De ontslagen werknemer begon de vechtpartij, zo bleek uit camerabeelden. Daar kwam nog eens bij dat er sprake was van een gevaarlijke werkplek: niet alleen werd er gewerkt met messen, het kon er ook glad zijn.
De werknemer voerde aan dat hij handelde uit noodweer, maar dit argument veegde de rechter van tafel. De collega van de werknemer draaide zich namelijk om, wat duidde op het voorkomen van een verdere escalatie. De werknemer gaf de collega toen juist een duw. Het was dan ook terecht dat de werkgever de werknemer ontsloeg. Fysiek geweld hoeft niet geaccepteerd te worden.
2. Dronken op de kerstborrel
We hebben het allemaal niet zo lang geleden achter de rug, de kerstdiners en –borrels. Hopelijk was jij zo verstandig om de fiets of het openbaar vervoer te nemen na iets teveel alcoholische versnaperingen. De werknemer in deze zaak was dat namelijk niet, en zijn werkgever ontsloeg hem daarom op staande voet. Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden bepaalde in maart 2018 dat de werkgever dit terecht deed.
De betreffende werknemer was in zijn functie verantwoordelijk voor het instrueren van chauffeurs op het gebied van zuinig en veilig rijden. Ook gaf hij volgens de werkgever in dat kader voorlichting, mede over het gebruik van alcohol in het verkeer. Toch kroop de werknemer na de kerstborrel achter het stuur met teveel alcohol op, en dit leidde tot een eenzijdig ongeluk.
Omdat de situatie zich na de kerstborrel afspeelde vond het niet in privétijd plaats, aldus het hof. Daar kwam bij dat de werknemer een voorbeeldfunctie had, dat het ging om een transportbedrijf én dat de werkgever veel aandacht besteedde aan het waarschuwen van werknemers over de gevaren van het rijden met alcohol.
3. Striptease in plaats van een broodje kroket
Een werknemer was 12,5 jaar in dienst bij zijn werkgever. Om dit te vieren nodigde hij collega’s uit in de bedrijfskantine voor een broodje kroket of kopje soep. Maar de rustige bijeenkomst waar de collega’s van de werknemer op rekenden, werd in werkelijkheid een negatieve toespraak over de werkgever, verkondigd door een zelf meegenomen microfoon. Ook huurde de werknemer een stripper in. De werkgever pikte dit niet, en vroeg de rechter om de arbeidsovereenkomst te ontbinden. Dit deed de rechter op grond van een verstoorde arbeidsverhouding.
De rechter verweet de werknemer dat hij zijn daden onvoldoende had doordacht en dat hij zijn collega’s met de situatie overviel. Ook verweet de rechter de werknemer dat hij niet zijn verantwoordelijkheid nam, maar loog in plaats van openheid van zaken te geven. Hoewel de rechter de situatie aanmerkte als een incident, was hij toch van oordeel dat de werknemer hiermee het vertrouwen van de werkgever dusdanig beschadigde dat de arbeidsverhouding ernstig en duurzaam verstoord was.
4. Kus op de mond
Deze zaak kan bekeken worden in het licht van de #metoo-discussie. Een werknemer van 56 jaar kuste zijn collega – die 20 jaar jonger was – op de mond. Voorafgaand aan deze kus stuurde hij haar ook al berichtjes met onder andere “ik mis je”. De werkgever ontsloeg de werknemer op staande voet.
Terecht, zo oordeelde de rechter. De werknemer was niet alleen ouder dan zijn collega, ook moest hij haar begeleiden/inwerken. Er was dus sprake van een ongelijke verhouding, zowel qua leeftijd als functie. De rechter keek in zijn beoordeling ook naar de interne beleidsregels. Mede op basis hiervan had de werknemer moeten weten dat de werkgever zijn gedrag niet zou accepteren.
5. Foto afgehakt hoofd
In deze zaak hebben we te maken met een opgewonden standje. De werknemer sloopte al een keer meubels van de werkgever tijdens een ‘emotionele uitbarsting’. Dit keer bedreigde hij een collega. Een collega waar hij leidinggevende van was, én waar hij al vijf jaar een relatie mee had.
De werkgever wist hier niets van. In een telefoongesprek bedreigde de werknemer zijn collega: “Ik kom naar [plaats] toe en ik vermoord je kind” en “Ik kom nu naar [plaats] en ik maak je zoontje dood voor je”. Alsof dat niet genoeg was, stuurde de werknemer hier ook nog eens een foto achteraan van een jihadstrijder, met in zijn linkerhand een afgehakt mannenhoofd. De werkgever ontsloeg de werknemer op staande voet.
De kantonrechter keurde dit goed, en het gerechtshof Amsterdam ook. De uitlatingen van de werknemer en de door hem aan zijn collega gestuurde foto waren intimiderend en ernstig bedreigend. Deze gebeurtenissen stonden haaks op de verplichting van de werknemer om zich als een goed werknemer te gedragen, en konden niet worden afgedaan als een privéaangelegenheid. De werkgever kon en mocht dit niet dulden in het licht van de veilige werkomgeving die zij werknemers diende te bieden.