De Chinezen stampen straks het hoogste gebouw ter wereld uit de grond. Het duurt nu vast niet lang voordat de Chinese economie instort.
Kijk maar naar de skyscraper index. In 1999 toonde de econoom Andrew Lawrence aan dat er een correlatie bestaat tussen het verrijzen van hoge gebouwen en aanstaande financiële rampspoed. Sinds dat jaar verschijnt ook jaarlijks de skyscraper index. Het is opvallend vaak zo dat landen na de oplevering van het hoogste gebouw ter wereld een fikse crisis krijgen. Kijk maar naar het Amerikaanse Empire State building dat aan de vooravond van de grote recessie in de dertiger jaren van de vorige eeuw werd gebouwd en in 1930 werd opgeleverd. Het meest recente voorbeeld is de Burj Kalifa in Dubai uit 2007, waarna het land in een diepe economische crisis stortte. Volgt China straks met de sky city one?
Kritiek
Toch is er wel kritiek op de betrouwbaarheid van de skyscraper index. Er worden wereldwijd zo veel wolkenkrabbers gebouwd, dat er altijd wel eentje te vinden is die aan de vooravond van een economische crisis verrijst. Helemaal waterdicht zou ik deze alternatieve indicator voor bubbels die op knappen staan dus niet durven noemen. Het begin van de eurocrisis werd immers niet ingeluid met een exhorbitant hoog gebouw.
Wetenschappelijk fundament
Maar er zijn ook economen die de skyscraper index van een wetenschappelijk fundament hebben willen voorzien, zoals Mark Thornton. Zijn betoog komt simpel gezegd op het volgende neer. Wanneer we een bubbel aan het blazen zijn, is de rente eigenlijk wat te laag. Het geld klotst tegen de plinten en stroomt naar bedrijven die groeien als kool en meer kantoorruimte nodig hebben. Ook stijgen dan doorgaans de prijzen van bouwgrond. Dat je dus met zijn allen hogere gebouwen gaat neerzetten is niet zo vreemd.