Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

CEO Jordy Kool vertrekt bij Infotheek, en daar kijkt hij naar uit

Jordy Kool neemt volgende maand afscheid als CEO van IT-bedrijf Infotheek. Een besluit dat op de planning stond, maar dat versneld werd doordat hij ziek werd. ‘Soms zet het leven je iets eerder op een ander spoor.’

Jordy Kool - Infotheek MT

Tot het eind van dit jaar gaat hij geen nieuwe dingen meer oppakken, heeft Jordy Kool (43) zijn vrouw beloofd. ‘Ik wilde het al afzwakken tot ‘niet te veel nieuwe dingen’, maar de afspraak is echt geen nieuwe dingen meer’, zegt hij lachend. Het is tijd om een stapje terug te doen.

Elke fase van een bedrijf heeft behoefte aan een bepaald soort leider, denkt Kool. Nu het de fase van consolideren aangebroken is, zit zijn werk erop. ‘Ik wist in september eigenlijk al dat ik wilde stoppen, maar het heeft lang geduurd tot we het met elkaar een plek konden geven. Uiteindelijk ‘hielp’ mijn gezondheid wel om het besluit te versnellen’, zegt Kool.

In het najaar van 2016 kreeg hij na jaren lang doorbeuken de diagnose reuma en de ziekte van Crohn. Achteraf gezien loopt hij er al veel langer mee rond. ‘Ik dacht altijd dat ik wat verkeerds had gegeten, of te hard had gewerkt of getraind. Soms voelde ik me zo slecht dat ik het liefst onder m’n bureau op de grond ging liggen, maar ja, dat kan niet, dus zat ik maar in meetings.’

Toch duurde het nog tien maanden voor hij echt opstapte, vooral omdat er geen geschikte opvolger werd gevonden. Inmiddels wel: Hans Daniels, die Kool nog kent van zijn tijd bij Hewlett Packard. Zelf krijgt hij een non-executive rol.

Computerwinkel

Jordy Kool begon in 2009 in een commerciële directiefunctie bij Infotheek, later als COO en sinds 2013 als CEO. Het bedrijf, aanvankelijk een computerwinkel uit Leiden, verhuurt computerhardware en -software, beschikt over een herstelafdeling met ruim tachtig medewerkers en neemt restpartijen af van grote fabrikanten als Dell, HP en Lenovo. Onder Kools leiding fuseerde Infotheek met Scholten Awater en CentralPoint, en groeide uit tot Europees marktleider in circulaire IT. Hij transformeerde het bedrijf zodanig dat de omzet van 55 miljoen steeg naar bijna 800 miljoen euro.

[tweet_dis]’Al dat doorbeuken was niet echt bevorderlijk voor mijn gezondheid. Het heeft Infotheek groot gemaakt, maar het is ook een valkuil voor mijzelf.’[/tweet_dis]

Kool benadrukt dat zijn vertrek al in de planning lag, maar hij moest wel echt een knieval maken voor zijn gezondheid. ‘Ik word heel goed geholpen en heb lange periodes dat ik me heel goed voel, maar tussendoor zijn er dagen dat ik er echt af kan liggen. Al dat doorbeuken, de extreem lange werkweken, was niet echt bevorderlijk. Het heeft Infotheek groot gemaakt, maar het is een valkuil voor mijzelf.’

Kool gaat dit jaar geen níeuwe dingen meer oppakken, maar zijn tijd is evengoed al aardig gevuld: vanaf juli is hij nog een dag per week betrokken bij Infotheek, een dag bezig met sportschoolketen TrainMore waarin hij een belang heeft, en nog een halve dag gaat zitten in de door hem opgerichte stichting IT4Kids. Daarnaast volgt hij cursussen, onder andere op het gebied van non-executive boards, beheert hij nog wat vastgoed en gaat nu en dan op zakenreis. ‘Nadat ik mijn besluit genomen had, bevestigde mijn arts dat werkwerken van 80 à 90 uur niet altijd bevorderlijk zijn voor het ziekteverloop, maar ik kan wel gewoon werken. Ik ga ook echt niet thuiszitten.’

Leren

Dat arbeidsethos leerde Jordy Kool toen hij op zijn achttiende bij het Korps Mariniers ging. Ook daar moest hij helaas om gezondheidsredenen stoppen. Hij scheurde twee keer zijn enkelbanden. ‘Ik was daar graag nog een paar jaar gebleven, al weet ik zeker dat ik uiteindelijk wel het bedrijfsleven ingegaan was. In die twee jaar bij het Korps heb ik veel geleerd’, zegt Kool. ‘Je wordt gedisciplineerd en gestructureerd, en fysiek en mentaal uitgedaagd. Het heeft me later geholpen rustig te blijven onder grote druk.’

Aan een voorval denkt hij nog geregeld terug: ‘Ik had daar een jaargenoot, wat ouder dan ik, die benadrukte dat we van elkaar moesten leren. Er zijn altijd mariniers, korporaals en andere onderofficieren die veel meer kennis en ervaring hebben dan jij en die moet je gebruiken.’

Kool heeft altijd geprobeerd de bedrijven waar hij werkte zo te leiden. ‘Ik vind het een van de allerleukste dingen om anderen te stimuleren zich te ontwikkelen, of het nou is door een opleiding te funden of door ze de ruimte te geven hun eigen ideeën uit te voeren en daar fouten bij te maken’, zegt hij.

Falen

‘Toen ik bij het Korps wegging ervoer ik dat wel als een mislukking. Daardoor voelde het of het andere wat ik ging doen ook wel echt moest slagen. Dat heeft me soms wel in de weg gezeten’, zegt Kool.

Ruim twintig jaar en vele zakelijke successen verder hoort hij steeds vaker uit zijn omgeving: wat heb je nou nog te bewijzen? Moet je je leven niet eens op andere manier invullen? ‘Maar ik wil me blijven ontwikkelen, nieuwe dingen leren en successen boeken; dat drijft me verder. Maar goed, je kunt je energie maar een keer uitgeven en ik word nu gedwongen om slimmer met m’n energie om te gaan omdat ik minder heb dan eerst.’

Zorgen om zijn gezondheid maakt hij zich niet, maar dat heeft hij wel gedaan. ‘Ik verloor twaalf kilo in zes weken tijd, had ‘nachtkoorts’, extreme hoofdpijn, mijn bloedsuikers gingen op en neer. Toen waren we wel bang dat er nog meer gaande was.’

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Nu gaat het vrij goed, maar de diagnose wees hem erop dat hij zijn leven beter moet balanceren. Een stap daarin is dat hij een kantoor aan huis heeft laten bouwen. Om zijn negenjarige dochter wat vaker te zien, maar ook zodat hij zichzelf kan toestaan zich wat minder goed te voelen – zich even terug te trekken in plaats van een meeting in te gaan.

‘Als CEO kan ik dingen niet loslaten, ik sta altijd aan. Ik neem veel verantwoordelijkheid op me en als er iets misgaat wil ik het nog al eens oppakken. Maar straks, als non-executive, kan ik dat niet doen, dus kan ik veel beter loslaten. Ik hoef niet altijd meer aan te staan.’