André Vlerick, grondlegger van de naar hem genoemde businessschool, was na de Tweede Wereldoorlog nauw betrokken bij het vormgeven van het Marshallplan in België en Luxemburg. Doel: het verwoeste economische systeem opnieuw opbouwen en vanuit welvaart welzijn creëren. In het verlengde daarvan begon Vlerick Business School in 1953 als ‘centrum voor productiviteitsstudies’, blikt general director Patrick De Greve terug.
‘Anno 2018, in deze snel veranderende wereld, red je het niet meer alléén daarmee. Veel meer dan vroeger zijn we een centrum voor transformatie geworden, dat bedrijven en organisaties helpt duurzaam te veranderen.’
Kennisoverdracht
Academische degelijkheid is en blijft hét fundament waarop Vlerick rust, schetst De Greve. ‘De kennis die we vanuit onze onafhankelijke, academische positie ontwikkelen, delen we met onze masterstudenten en met het bedrijfsleven op basis van state-of-the-art didactiek. Dat is voor ons geen vrijblijvende oefening: we willen mensen inspireren en streven naar blijvende impact.’
Daarbij zoekt Vlerick de buitenwereld steeds nadrukkelijker op, schetst De Greve. ‘Lange tijd gebeurde het leren voornamelijk in de classroom. Tegenwoordig is er brede consensus dat kennisoverdracht juist daarbúiten plaatsvindt, in de praktijk; de leercurve en impact is dan het allergrootst.’
On the job
Vanuit die gedachte groeit Vlerick van een faculty centered approach steeds meer toe naar een client centered approach, vervolgt De Greve. ‘Een voorbeeld? Lange tijd boden we onze opleidingen op het gebied van budgettering aan in het begin van het jaar. Maar wanneer heeft de gemiddelde manager deze vaardigheden nodig? In het najaar. Wij bieden deze opleiding daarom nu ook aan in augustus, september en oktober, zodat deelnemers tijdens hun eigen budgetcyclus leren en de opgedane kennis en vaardigheden meteen kunnen toepassen in de praktijk.’
‘Ander voorbeeld: om tegemoet te komen aan het drukke tijdschema van ondernemers en executives verzorgen we onze opleidingen nu ook steeds vaker ’s avonds en in het weekend. Ook maken we werk van ons groeiende online aanbod. En verder kunnen deelnemers er nu voor kiezen een opleiding per module af te nemen. Die modulaire opzet houdt ons scherp: elke keer opnieuw moeten we de harten van onze deelnemers veroveren, zij beoordelen ons immers op onze relevantie.’
Ook anonieme cases over ‘bedrijf X of Y’ zijn passé, schetst De Greve. ‘Waar mogelijk gebruiken we cases uit de praktijk. Bedrijven willen weten wat er in hun industrie aan innovatie gebeurt. Wij brengen hen dat bij in een opleiding, maar desgewenst ook tijdens een innovatie-bootcamp, via een businessgame of in een simulatie. Ook verlenen we steeds vaker medewerking aan strategische off sites of events bij bedrijven, waar we als businessschool zorgen voor de noodzakelijke academische reflectie. Academische dienstverlening zou je het kunnen noemen.’
Online leerportaal
In dat kader gaat Vlerick ook, meer dan vroeger, rechtstreeks de samenwerking aan met ondernemingen in de zoektocht naar transformatie. Een voorbeeld is het traject dat Vlerick doorliep met DSM. Het chemiebedrijf wilde – om de gewenste transformatie naar een op life sciences en material sciences geënte onderneming vorm te geven – een duurzame leeromgeving ontwikkelen voor zijn wereldwijde marketing- en salesteams. Samen ontwikkelden DSM en Vlerick een wereldwijd online leerportaal, met een grote hoeveelheid artikelen, video’s en webcasts, waarmee marketing- en salesprofessionals op meerdere leerniveaus hun kennis kunnen aanscherpen.
Het gezamenlijke traject werpt inmiddels zijn vruchten af, schetst De Greve. ‘Eerder dit jaar wonnen we de gouden award van de European Foundation for Management Development, in de categorie Professional Development. Maar belangrijker is dat de merkwaarde van DSM de afgelopen vijf jaar omhoog is geschoten: van 320 miljoen euro in 2013 tot 809 miljoen in 2017. Ook de Net Promotor Score (NPS) van DSM (een belangrijke indicator van klanttevredenheid en –loyaliteit) schoot omhoog, van 29 in 2013 naar 39 afgelopen jaar. En de NPS van het specifieke programma dat we samen ontwierpen is gegroeid van 65 naar een topscore van 81.’
Academische kwaliteit
De samenwerking met DSM is volgens De Greve een mooi voorbeeld van co-creatie waarbij de content kwam vanuit DSM zelf. Lijdt de academische kwaliteit niet onder die toenemende aandacht voor de buitenwereld? Volgens De Greve zijn er voldoende waarborgen ingebouwd om de academische kwaliteit op peil te houden.
‘We werken met academische programmadirecteuren, die de kwaliteit voortdurend scherp in de gaten houden. Al het materiaal dat door de klant wordt aangeleverd, wordt uitgebreid gescreend en gemonitord.’ Juist die academische kwaliteit en onafhankelijkheid onderscheiden Vlerick van een ‘gewone’ consultancyfirma, benadrukt De Greve. ‘We zouden dan ook wel gek zijn als we daar concessies aan zouden doen.’
Lees ook: