Borg staan voor de betalingsverplichtingen van een ander kan riskant zijn. Maar in hoeverre bent u ook aansprakelijk voor de rente?
De wet geeft hier slechts gedeeltelijk antwoord op. Op grond van art. 856 BW is bij een borg slechts wettelijke rente verschuldigd over het tijdvak dat de borg zelf in verzuim is, met andere woorden de borg dient door de schuldeiser in beginsel ook zelf in gebreke te worden gesteld. Voornoemd artikel ziet echter op wettelijke rente en van dit artikel kan worden afgeweken in de betreffende overeenkomst van borgstelling. Hoe zit het dan?
Deze vraag kwam onlangs aan de orde bij een uitspraak van de Rechtbank Rotterdam van 26 april 2010. De directeur en enig aandeelhouder van een besloten vennootschap werd aangesproken voor de voldoening van de verplichtingen van de betreffende bv, waarvoor hij zich borg had gesteld, aangezien de bv failliet was verklaard.
Volgens de rechtbank was art. 856 inderdaad niet rechtstreeks op het onderhavige geval van toepassing, omdat dit artikel ziet op de wettelijke rente, terwijl in dit geval de contractuele rente werd gevorderd. Wel achtte de rechtbank de achtergrond van het artikel van belang, omdat de rente over de periode dat de borg zelf niet in verzuim is, onverwacht hoog kan oplopen, terwijl het in beginsel niet van een borg gevergd kan worden dat hij zich er uit eigen beweging van op de hoogte stelt of de hoofdschuldenaar aan zijn verplichtingen voldoet. Mede gelet op die achtergrond moeten volgens de rechtbank niet te lichte eisen worden gesteld bij de beoordeling van de vraag of de directeur en enig aandeelhouder zich ook borg stelde voor contractuele rente over alle door de schuldeiser aan de bv gefactureerde bedragen in de periode voordat hij als borg werd aangesproken.
Tekst en uitleg van de overeenkomst
Wanneer het gaat om de beoordeling van een contractuele bepaling, dan zijn zoals altijd de tekst van de overeenkomst en de uitleg daarvan van groot belang . In de tekst van de borgstelling was in dit geval opgenomen dat de borg zich borg stelde voor ‘alle vorderingen die de bv aan de schuldeiser verschuldigd is of in de toekomst zal zijn’, hetgeen in beginsel aanleiding geeft voor een ruime uitleg, aldus de rechtbank.
Aan de overeenkomst was echter de tekst toegevoegd: ‘Deze zekerheidstelling geldt voor facturen ouder dan 60 dagen’. In de overeenkomst was geen specifieke bepaling over de verschuldigdheid van de (contractuele) rente opgenomen, terwijl voor de facturen zelf een betalingstermijn van 30 dagen gold.
Op grond van deze omstandigheden kon volgens de rechtbank niet gezegd worden dat het voor de borg op grond van de tekst van deze overeenkomst duidelijk had moeten zijn dat hij zich niet alleen borg stelde voor alle openstaande facturen van de schuldeiser op de bv, maar ook, zonder ingebrekestelling, voor de contractuele rente daarover.
De rechtbank oordeelde daarom dat de borg pas rente verschuldigd was vanaf het moment dat hij zelf in verzuim was en wel vanaf het moment dat hij door de schuldeiser door middel van een sommatie in gebreke was gesteld.
Conclusie
Deze uitspraak laat maar weer eens zien dat de tekst van een overeenkomst en de uitleg daarvan in de praktijk inderdaad van groot belang zijn. Wat verder van deze uitspraak valt te leren is dat een schuldeiser ook rente kan vorderen van zijn borg, wanneer dat in de overeenkomst goed is vastgelegd, en dat een borg op zijn hoede moet zijn, niet alleen voor de betaling van de hoofdsom, maar soms ook voor renteverplichtingen, wanneer dit expliciet in de overeenkomst is opgenomen.
Vragen op het gebied van het ondernemingsrecht, insolventierecht en/ of contractenrecht? Neem contact op met Seerp Gratama via [email protected] of + 31 (0)20 521 66 99.