Kan een bestuurder van een B.V. ongestraft een vennootschap leeghalen en hierdoor één crediteur zonder verhaalsmogelijkheden achterlaten? Of leidt dergelijk handelen tot bestuurdersaansprakelijkheid?
Het Hof Den Bosch gaf in onderstaande zaak antwoord op deze vragen.
De feiten
Meneer Jansen heeft zeventien jaar gewerkt bij B.V. X. Deze B.V. heeft ontbinding van de arbeidsovereenkomst gevorderd. De ontbinding is toegewezen door de kantonrechter. Hierbij is aan Jansen een ontbindingsvergoeding van € 127.000,= toegekend. Jansen heeft echter geen enkele betaling ontvangen van B.V. X.
Jansen heeft vervolgens beslag gelegd onder de klanten van B.V. X op al hetgeen zij aan B.V. X verschuldigd waren. Dit beslag trof geen doel. De klanten van B.V. X waren namelijk geen klanten meer van B.V. X, maar van B.V. Y, een andere aan de bestuurder van B.V. X verbonden onderneming. De bestuurder had alle activiteiten van B.V. X – zonder enige betaling aan deze B.V. – overgeheveld naar B.V. Y. Jansen had derhalve een vordering op een inmiddels lege vennootschap.
Jansen heeft vervolgens de bestuurder van B.V. X aansprakelijk gesteld voor de schade als gevolg van onrechtmatig handelen van de bestuurder. Het onrechtmatig handelen bestond volgens Jansen hierin dat de bestuurder alle activiteiten en activa van B.V. X zonder vergoeding heeft overgeheveld naar B.V. Y. B.V. X bood hierdoor geen enkel verhaal voor Jansen. Verder heeft B.V. X alle crediteuren voldaan, met uitzondering van Jansen.
Rechterlijk oordeel
Volgens het hof kan een crediteur onder bepaalde omstandigheden de bestuurder van een vennootschap persoonlijk aansprakelijk houden indien zijn vordering door die vennootschap onbetaald wordt gelaten. Een vereiste hiervoor is dat de bestuurder onrechtmatig handelen jegens de desbetreffende crediteur kan worden verweten. Hiervan is volgens het hof in elk geval sprake indien:
‘een bestuurder heeft bewerkstelligd of toegelaten dat de vennootschap haar wettelijke of contractuele verplichtingen niet nakomt en de bestuurder daarvan, mede gelet op zijn verplichting tot een behoorlijke taakuitoefening in de zin van art. 2:9 BW, een voldoende ernstig verwijt kan worden gemaakt. Van een dergelijk ernstig verwijt zal in ieder geval sprake kunnen zijn indien de bestuurder wist of redelijkerwijs had behoren te begrijpen dat de door hem bewerkstelligde of toegelaten handelwijze van de vennootschap tot gevolg zou hebben dat de vennootschap haar verplichtingen niet zou nakomen en daarvoor geen verhaal zou bieden.’
Volgens het hof heeft in deze zaak de overheveling van de activiteiten aan B.V. Y – zonder dat daar enige vergoeding tegenover stond – ertoe geleid dat in B.V. X geen gelden meer binnenkwamen en er geen vorderingen van B.V. X op opdrachtgevers meer bestonden. Hierdoor heeft de bestuurder volgens het hof bewerkstelligd dat B.V. X haar schuld aan Jansen niet meer kon voldoen en daarvoor evenmin verhaal bood. Volgens het hof is dus aan het bovengenoemde criterium voldaan en is de bestuurder van B.V. X aansprakelijk voor de schade van Jansen. De bestuurder zal derhalve in privé de ontbindingsvergoeding moeten betalen, inclusief rente en kosten.
Conclusie
Dit arrest van het hof bevestigt dat een bestuurder zich niet altijd achter de vennootschap kan verschuilen. Als bestuurder heb je eveneens de belangen van de schuldeisers in ogenschouw te nemen. Doet men dit niet en wordt de schuldeiser in zijn verhaalsmogelijkheden beperkt, dan kan de bestuurder – indien men hem hiervan een ernstig verwijt kan maken – in privé aansprakelijk worden gehouden voor de schade van de benadeelde schuldeiser.
Certa Legal adviseert op het gebied van bestuurdersaansprakelijkheid en andere zaken omtrent insolventierecht. Voor meer informatie en vragen kunt u contact opnemen met mr. Martijn Jasper via [email protected] of via +31 20 521 66 99.
Het laatste management nieuws op de deurmat? Neem MT magazine