Bankier Kilian Wawoe stapt op bij ABN Amro. Hij weigert nog langer mee te werken aan het ‘circus’ van de bonussen. Maar wat betekent zijn actie voor zijn carrière?
1 Exit, Voice of Loyalty
“Die meneer Wawoe is een held!” vindt Ronald Jeurissen, business ethics-hoogleraar aan Nyenrode. “Hij is een uitzondering, één op de duizend. Zo iemand noemen we in de moraalfilosofie moreel autonoom. Hij vormt zelf een oordeel en handelt daarnaar. Op dat soort mensen moet je zuinig zijn.”
Jeurissen vreest dat zijn enthousiasme niet gedeeld wordt door werkgevers uit de bancaire sector. “Wellicht dat deze meneer nog terecht kan bij meer ideële banken, maar ik ben bang dat de stap die hij maakte slecht is voor zijn carrière. Hij geeft aan dat hij niet meedoet aan het bonussysteem, dat door banken tot wereldkunst is verheven. Een bankier vertelde mij eens in vertrouwen dat het in zijn sector om twee dingen draait: greed en fear. Met zo’n heersende mentaliteit krijgt een principieel mens als Wawoe het moeilijk.”
Jeurissen verwijst naar de econoom Albert Hirschmann, die drie houdingen omschreef die mensen kunnen aannemen als het beleid van een werkgever ze niet bevalt. Allereerst is er de exitstrategie, wegwezen dus. De tweede strategie (voice) is die van het verzet. Je blijft, maar trekt wel je mond open, met als risico dat de relatie met je werkgever verzuurt. De laatste optie (loyalty) is de minst heldhaftige: je blijft en past je aan. Jeurissen: “Je kunt dan hooguit overgaan tot innerlijk verzet, als een soort burgemeester in oorlogstijd.”
2 Vloeibare principes
“Er wordt in de bankwereld veel over Wawoe gesproken”, zegt Volkskrantjournalist Xander van Uffelen, die twee boeken schreef over bonussen en topsalarissen. “Zijn vertrek bij ABN Amro hakt erin. Maar of het echt leidt tot verandering? Ik betwijfel het. De financiële sector is een gouden kooi. Er werken heus wel meer mensen die oprecht geërgerd zijn over het uit de hand lopen van de bonusregelingen, maar principes worden helaas vloeibaar zodra ze de eigen portemonnee raken. Vergelijk het met de klimaatdiscussie. Vrijwel iedereen is het erover eens dat de CO2-uitstoot moet verminderen, maar dat betekent niet dat we allemaal een elektrische auto kopen.”
Wie het ver wil schoppen in de bancaire sector kan zijn principes dan ook beter voor zich houden, denkt Van Uffelen. “Interne kritiek wordt niet op prijs gesteld. Dat heeft ook te maken met onze Nederlandse cultuur. Wij hangen niet graag de vuile was buiten.”
Van Uffelen heeft weinig vertrouwen in het zelfregulerend vermogen van de banken. “In Nederland vertrouwen we te veel op gedragscodes. Zo werkt dat niet met bonussen. Denk aan de woorden van Rabobankbankier Bert Bruggink, die de Commissie- De Wit vertelde dat vorig jaar een aantal van zijn beste mensen overstapte naar concurrenten die hogere bonussen uitkeren. De overheid moet harde kaders stellen en klanten en commissarissen moeten druk uitoefenen, anders verandert er niets. Eén principiele medewerker is niet genoeg om het verschil te maken.”
3 Heb geen spijt
Hoewel hij inmiddels al enkele jaren een maritiem persbureau runt, staat Paul Schaap nog steeds bekend als ‘de klokkenluider van Petten’. Schaap werkte als operator bij de kernreactor toen hij zag dat “de veiligheids-cultuur ondergeschikt werd gemaakt aan de productiedruk.” Volgens Schaap liet de directie zich leiden door ‘knellende leveringscontracten’ waardoor levensgevaarlijke situaties ontstonden, maar hij vond met zijn kritiek geen gehoor bij de directie.
Daarom schreef hij een zwartboek, dat hij anoniem inleverde bij de Kernfysische Dienst, een onderdeel van VROM. Toen zijn naam als auteur uitlekte, zette zijn werkgever hem op straat, al startte na Schaaps zwartboek wel een groot onderzoek en werden de veiligheidsvoorschriften aangescherpt. De reactor is nu veel veiliger. “Het resultaat van mijn actie is maximaal”, zegt Schaap. “Maar ze hebben de boodschapper geslacht.”
Hij liep niet alleen inkomsten mis, maar moest ook lijdzaam ondergaan hoe oud-collega’s hem op last van de Pettense ¬directie (voordat zij zelf opstapten) meden als de pest.
Spijt van zijn principiële optreden heeft hij nooit gehad, zegt Schaap. Hij heeft er bovendien een nieuwe kennissenkring aan overgehouden. Met enige regelmaat komt hij samen met andere klokkenluiders. Ze delen wel iets, vindt Schaap: “We hebben een sterk ontwikkeld gevoel voor recht en onrecht.”