De meeste mannen steunen gendergelijkheid en geloven dat ze op een zinvolle manier bijdragen. Hoewel sommige mannen hun steentje bijdragen op interpersoonlijke niveau, nemen maar weinig mannen het publiekelijk op voor vrouwen. Misschien verklaart dit het verschil in perceptie. Uit een wereldwijde studie, vorig jaar uitgevoerd door Ipsos in samenwerking met het Global Institute for Women’s Leadership kwam naar voren dat 77 procent van de mannen gelooft dat ze alles in het werk stellen om gendergelijkheid te ondersteunen, terwijl slechts 41 procent van de vrouwen het daarmee eens is.
Waarom is het zo belangrijk dat mannen andere mannen confronteren wanneer ze vrouwelijke collega’s, beledigen of lastig vallen – zelfs als het onbewust is? Volgens hoogleraar psychologie Brad Johnson en hoogleraar sociologie David Smith van de United States Naval Academy zijn er verschillende redenen. Het duo schreef eerder het boek Good Guys: How Men Can Be Better Allies for Women in the Workplace en noemen in dit artikel op Harvard Business Review drie redenen waarom mannen de barricades op moeten.
Minder competent
Ten eerste worden vrouwen die ongewenst mannelijk gedrag benoemen, vaak negatief beoordeeld. Ze worden zelfs als minder competent beoordeeld in vergelijking met een man die hetzelfde doet. Ten tweede: hoe een bericht wordt ontvangen, gaat vaak minder over precieze bewoordingen en meer over identiteit van degene die je aanspreekt. Een confrontatie die bedoeld is om gedrag te veranderen, heeft meer impact als het afkomstig is van iemand die als vergelijkbaar wordt beschouwd. In dit geval een andere man die kan beweren: ‘Dit doen wij mannen niet.’
Ten slotte zijn mannen vaak bang de enige te zijn die bezwaar maakt tegen een seksistische opmerking of een ordinaire grap (hoewel uit onderzoek blijkt dat veel mannen het als aanstoot gevend ervaren), dus blijven ze stil om het zogenaamde mannelijke bondgenootschap niet te verbreken.
Het vooruitzicht om je mannelijke collega te confronteren met zijn seksistische gedrag vraagt je misschien over een drempel te stappen. Johnson en Smith delen zes strategieën die het gemakkelijker kunnen maken.
#1 Gebruik de twee seconden-regel
We kennen het omstandereffect vooral als het psychologische fenomeen waarbij mensen, in plaats van te helpen, verlamd raken in urgente situaties. Het gebeurt niet alleen bij bijvoorbeeld geweldsincidenten in het openbaar. Het fenomeen duikt ook vaak op binnen de kantooromgeving. Om niet te bevriezen na een seksistische opmerking of een vernederende grap van een mannelijke collega richting een vrouwelijke collega raden de onderzoekers de ouch-techniek aan. Die is voor iedereen onder de knie te krijgen. Zeg gewoon ‘Auw!’. Duidelijk en krachtig.
Het geeft je een paar seconden extra om te formuleren waarom de opmerking niet goed bij viel. Het helpt als je een aantal kant-en-klare opmerkingen of vragen paraat hebt, zoals:
- Wilde je dat echt zeggen?
- Dat doen we hier niet.
- Dat was niet grappig.
#2 Sta voor wat je zegt
Wanneer je een andere man confronteert, schrijf je ergernis dan niet toe aan het feit dat een vrouw getuige was van de opmerking is of dat vrouwen beledigd kunnen zijn. Te vaak horen we halfslachtige confrontaties zoals: ‘Kom op, Bob. Er zijn vrouwen bij.’ Dit impliceert dat de seksistische opmerking van Bob acceptabel zou zijn als er geen vrouwen in zicht waren.
Gebruik in plaats daarvan duidelijke ik-uitspraken om aan te geven dat je het gedrag afkeurt. ‘Ik vond die grap niet grappig, Bob. Ik waardeer de manier waarop je met vrouwen omgaat niet.’
#3 Gebruik socratische vragen als een confrontatiemiddel
De zogenaamde socratische vraag zet de ander aan het denken. Het zijn vragen die uitnodigen tot reflectie. Ze kunnen gendervooroordelen verstoren en zelfreflectie bij een mannelijke collega stimuleren. Veel vrouwen hebben bijvoorbeeld ervaren dat een creatief idee genegeerd werd tijdens een bijeenkomst, waarna het vervolgens door een man werd herverpakt voordat de bijeenkomst eindigde.
De volgende keer dat je getuige bent van het kapen van het idee van een vrouwelijke collega, stel dan een doordachte vraag die bedoeld is om iedereen in de kamer eraan te herinneren van wie het idee oorspronkelijk kwam: ‘Ik ben in de war, Harry. Waarin verschilt dat van wat Amber een paar minuten geleden suggereerde?’ De socratische vraag kan ook heel effectief zijn om een mannelijke collega te helpen een alternatief perspectief te overwegen. Dat zou je kunnen opwerpen met de vraag: ‘Ik vraag me af of je hebt nagedacht of vrouwen dit misschien anders ervaren?’
#4 Deel wat je hebt geleerd door een persoonlijke ervaring of relatie
Soms kan confrontatie door middel van zelfonthulling een krachtige benadering zijn. Door op authentieke wijze te delen hoe vooringenomenheid of seksisme schadelijk was voor iemand in je omgeving, bied je hem een ander perspectief en kan dit ertoe leiden dat andere mannen hun eigen gedrag met andere ogen bekijken. Zeg bijvoorbeeld rustig maar vastberaden: ‘Mijn vrouw heeft dit op het werk meegemaakt en het is onaanvaardbaar. Ik wil niet dat vrouwen dat hier ervaren.’ Het kan een grote invloed hebben op andere mannen.
#5 Gebruik een vleugje humor
Probeer, vooral als je een bestaande relatie hebt met een mannelijke collega, eens een korte humoristische observatie uit als interventie. Als een man bijvoorbeeld een vrouwelijke collega ‘lieverd’ noemt, zou je daar op kunnen reageren met: ‘Noem je al je softwareontwikkelaars ‘lieverd’? ‘
#6 Laat zien dat je aan zijn kant staat
Het creëren van echte gedragsverandering bij andere mannen kan het beste worden bereikt door een lenige combinatie van uitdagen en bevestiging. De kracht van een groep echte bondgenoten (‘wij mannen, onder elkaar’) is dat confrontatie omgebogen kan worden tot zorgzaamheid.
Dus als een man doorslaat in seksisme of intimiderende humor, gebruik dan eerst taal die hem laat weten dat je hem ziet als een deel van ‘de stam’ en dat hij zijn hart op de juiste plek heeft. Laat zien dat je je zich zorgen over hem maakt; gebruik ik-uitspraken die niet beschuldigend zijn, maar laat hem ook weten hoe jij je voelt als vriend en collega.
Wees bij het verduidelijken van het precieze gedrag van zorg specifiek in de details, situatie en betrokken personen. Je moet hem laten begrijpen hoe zijn gedrag anderen pijn doet, zijn geloofwaardigheid aantast en waarom het je iets kan schelen. Als hij dan enig genderbewustzijn of een inclusieve mentaliteit toont, zorg er dan voor dat je hem wat positieve bekrachtiging geeft.