Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Werken op 500 km

 

Hoe is het om in Zweden leiding te geven? Hoe vaak kom je nog terug en wat mis je het meest? MT ging op zoek naar vier Nederlandse managers die hun werk doen op 500 kilometer afstand van Nederland. Vier portretten, één voor elke windstreek.

 

‘Fransen zijn het nooit met de baas oneens’

 

Jeroen Hoevers

"Sinds 1 mei van dit jaar woon en werk ik in Parijs met mijn vrouw en onze zes maanden oude dochter. Hiervoor woonden we in Zeist. We hebben het hier erg naar ons zin. We wonen op een kwartier lopen van de Eiffeltoren en ik kan gewoon met de metro naar mijn werk. In Nederland stond ik toch snel een uur in de file, nu ben ik er zo. Dat we hier naartoe zouden verhuizen is in één dag besloten. Hiervoor werkte ik op het hoofdkantoor van ING Direct in Hoofddorp in een meer coördinerende rol. Toen was ik veel op reis. Ik zorgde ervoor dat informatie verspreid werd en dat niet iedereen het wiel opnieuw ging zitten uitvinden. Nu leid ik een team van tien Fransen. Wij zijn verantwoordelijk voor internetresearch en productmanagement. Het is vergelijkbaar met de functie van marketingmanager in Nederland.

"Tijd wordt hier heel anders ervaren. In Nederland begin je bijna altijd stipt om 9 uur. Hier wordt ergens tussen 9 en half 10 begonnen. Nederlanders zijn bijvoorbeeld ook veel planmatiger, hier is er pas een probleem als er echt een probleem is.

"De lunch is hier een instituut. Men trekt er een uur voor uit, ergens tussen 12 en 2. Ook wordt hier langer doorgewerkt. Om 7 uur zit de hele afdeling er nog. Ik heb daar wel aan moeten wennen. Zelf stond ik altijd vroeg op om de files te vermijden en zorgde ik dat ik vroeg klaar was, om dezelfde reden. Nu werkt dat niet meer, ik werk nu ook later.

"Er heerst hier een sterke hiërarchie. Als de baas iets zegt, dan is dat zo, terwijl in Nederland toch vaak het poldermodel opgaat. In Nederland mag je het met je baas oneens zijn, hier kan dat niet. In Nederland wordt er vergaderd om alle meningen te peilen en een gemeenschappelijk besluit te nemen. In Frankrijk wordt er vergaderd om ideeën te genereren in een soort competitie, waarna de leidinggevende een besluit neemt.

"Op de cultuurtraining die ik kreeg voor mijn vertrek hier naartoe, werd dat ook uitgelegd. In Frankrijk heeft men helden nodig, totdat die helden het te hoog in de bol krijgen. Dan breekt er een revolutie uit en begint het weer opnieuw.

"Als manager kun je hier directiever zijn. Je moet wel duidelijk aangeven wat je wilt hebben, want ze voeren het naar de letter uit. Je krijgt hier niet veel extra’s. Het is nu nog een soort huwelijksreis, alles is nog leuk. Ik wil hier een aantal jaren volmaken, daarna zie ik ons wel in een ander land terechtkomen. Natuurlijk mis ik mijn vrienden en dergelijke, dat moet je allemaal opnieuw opbouwen. We hebben wel veel logees, maar het is niet meer spontaan bij elkaar langsgaan. Ik ga regelmatig terug naar Nederland. Ik golf namelijk in competitieverband op de Hoge Klei in Leusden. Ik heb handicap 13. Je moet wedstrijden lopen om mee te mogen blijven doen. Mijn vrouw is lid geworden van een groep voor internationale vrouwen met kinderen. Daar heeft ze het erg naar haar zin. Het is ook erg interessant. Zo kan het zijn dat je opeens zit te lunchen met een gezin uit Zuid-Afrika."

 

‘Ik voel me een toerist in eigen land’

 

Ivo Rook

"Sinds ik voor BT werk en niet meer voor een Nederlandse onderneming, kom ik zelden meer in Nederland. Ik voel me echt toerist in eigen land. Na acht jaar in het buitenland wonen, ben ik Europeaan geworden. Soms vraag ik me wel eens af wat nou mijn land is. Mijn vrienden en familie zie ik vaker in Parijs, waar ik woon, dan in Nederland. Mijn ouders wonen de helft van het jaar ook in Frankrijk.

"Ik werk in München, maar ik woon in Parijs. Dat is een persoonlijke keuze. Ik heb er al eerder drie jaar gewoond, daarna twee jaar New York, en nu alweer vier jaar Parijs. Daar woon ik met mijn vrouw, ons zoontje van anderhalf en een tweede op komst. Mijn koffer is mijn huis. Ik vertrek op zondagavond of maandagochtend. Op vrijdagavond kom ik dan weer thuis. Door de week verblijf ik in hotels.

"Binnen BT ben ik verantwoordelijk voor de strategische deals. Duitsland is na Engeland onze grootste markt. Mijn afdeling is verantwoordelijk voor alle Duitse ondernemingen en hun buitenlandse vestigingen. Mijn directe staf bestaat uit tien personen en natuurlijk de mensen die per project worden ingezet. Financiële experts, dealmanagers en technische experts. De mensen met wie ik werk zijn allemaal zelf topexecutives. De gemiddelde leeftijd is 40. Eigenlijk werken ze allemaal zelfstandig."

"Ik vind dat in een bedrijfscultuur de verschillen kleiner zijn dan in een sociale cultuur. Nederlanders hebben een enorm voordeel met hun meertaligheid. Nederlanders zijn vrij direct in het geven van hun mening en redelijk blind voor hiërarchische structuren. In alle andere landen is dat veel belangrijker, de Nederlandse vrijpostigheid is zeldzaam. Nederlanders beseffen het niet, maar dat ‘doe maar gewoon’ en dat op alle niveaus doortrekken, dat geldt in de bar en niet in de boardroom! De directheid van een Nederlander kan een enorm voordeel zijn, mits toegepast binnen de culturele grenzen van het betreffende land.

"Als Nederlanders ergens goed in zijn, dan is het wel zichzelf als een kameleon in een bedrijfscultuur in te kunnen passen. Als hij dat kan en hij blijft efficiënt, dan is een Nederlander een topmedewerker voor een bedrijf. Maar als een Nederlander toegeeft aan de gevaarlijke combinatie van ‘wij zijn normaal en de rest is gek’ en het egocentrisme, wat toch wel in ons ingebakken zit, dan gaat het geheid mis. Nederlanders kunnen heel snel provocatief worden in hun directheid.

"In Duitsland wordt status ontleend aan de meest rare dingen: het aantal nullen in je telefoonnummer, het aantal ramen in je kantoor, de positie van je parkeerplaats en het aantal directe ondergeschikten dat je onder je hebt. Dat laatste uit zich bijvoorbeeld in het feit dat de coo in Duitsland vaak hoog in boom zit, puur vanwege de hoeveelheid hoofdjes die aan hem rapporteren. Terwijl de cfo, die de algehele financiële verantwoordelijkheid heeft, lager op de ladder staat.

"In Duitsland zie je heel erg dat mensen indruk proberen te maken op de baas. Dat doen ze bijvoorbeeld door je ongevraagd allerlei dingen toe te sturen of je overal in te cc’en. Als ze denken dat ze goed bezig zijn, gaat de baas in de cc. Als ik niet reageer, maakt het ze niets uit, ze gaan gewoon door. Het is blijkbaar al voldoende om het verstuurd te hebben. Ieder land heeft zo zijn eigen zakelijke cultuur. Frankrijk is gebaseerd op intuïtie, terwijl een Duitser geen beslissing neemt zonder analyse. Engeland en Amerika zijn weer heel erg ‘finance driven’. Nederlanders staan bekend om hun flexibiliteit, wij zijn van het ‘voortschrijdend inzicht’."

 

‘Mensen doen hier wat je zegt’

 

Lex Kerssemakers

"Sinds 2000 woon ik in Zweden met mijn vrouw en onze twee kinderen. We hebben het hier erg naar ons zin, hoewel het ongeveer anderhalf jaar geduurd heeft voor Göteborg echt ‘thuis’ werd. Zelf ga ik niet zo vaak terug naar Nederland, maar mijn vrouw gaat in de voorjaars- en herfstvakanties met de kinderen naar Nederland. Als ik via Amsterdam reis, dan maak ik nog wel eens een tussenstop.

"Als lid van de raad van bestuur ben ik verantwoordelijk voor brand business en product strategy. Ik bekijk welke producten Volvo de komende vijftien jaar op de markt gaat brengen en hoe het merk zich gaat ontwikkelen. Mijn team bestaat uit tachtig man, voornamelijk Zweden, maar ook Engelsen, Fransen en Duitsers.

"Nederlanders zijn erg direct, maar die directheid vervaagt tegenwoordig steeds vaker in een zekere vorm van lompheid. In Nederland ziet men dat als een soort geuzenteken, maar ik denk dat we zo langzamerhand de fatsoensnormen overschrijden. Dat jaren oude vingertje van ‘wij Nederlanders, wij weten hoe het zit’… Terwijl wij drijven op ons verleden en nog maar erg weinig in de melk te brokkelen hebben. Als je kijkt naar waar de nieuwe markten zich openen, kunnen wij ons deze houding echt niet permitteren.

"Als ik kijk naar de verschillen in bedrijfscultuur is het soms heerlijk om gewoon te werken met mensen die doen wat je zegt. Wel besteed ik veel tijd om mensen te leren dat niet alles wat ik zeg waar of goed is. In Nederland gaat het kritiek geven soms te ver. Ik probeer de goede onderdelen eruit te halen en het harde eraf te krijgen.

"Wat ik mis zijn mijn vrienden en familie. Daarnaast kom ik uit Brabant, dus ook de ‘gezelligheid’ is iets wat ik mis. Het gewoon ergens naar binnen lopen. In Zweden is dat absoluut ‘not done’. Zweden zijn veel geslotener. In de Zweedse samenleving werken beide partners. Mijn vrouw niet, dus die is door de week redelijk op de andere expats aangewezen. We proberen er wel voor te waken niet alleen maar in die expat community te zitten.

"Wij blijven Nederlanders, ik ben er ook trots op een Nederlander te zijn. We zullen absoluut ooit terugkeren. Maar als ik wel eens in Nederland ben, dan ben ik verbaasd over de hardheid die ik overal aantref. Zweden zijn veel rustiger, gaan met meer respect met elkaar om. Dat mis ik soms in Nederland, respect voor andere mensen. De gemoedelijkheid, tolerantie en vriendelijkheid waar Nederland om bekend stond, moeten we niet verliezen."

 

‘Ik mis het lagere tempo van Nederland’

 

Michiel Wielhouwer

"Ik werk nu zo’n vijf jaar in London en ik woon er ook, permanent. Toch ben ik, vanwege mijn werk, zo’n twee keer per week in Nederland. Dat zijn voornamelijk zakelijke bezoeken. Mijn familie zie ik drie à vier keer per jaar. London bevalt mij erg goed. Eerst dacht ik dat het een grauwe, grijze stad was, maar het is er ontzettend dynamisch. Ik woon hier alleen, ik heb geen gezin. In principe ben ik nu ook vijf jaar weg uit Nederland. Hiervoor werkte ik als marketingconsultant. In die hoedanigheid was ik wel al veel op reis binnen Europa.

"Het hoofdkantoor van Visa zit in London en ze willen hun managers graag dichtbij hebben. Als Country Manager Nederland ben ik verantwoordelijk voor alle activiteiten van Visa in Nederland. Marketing, relatiemanagement, verkoop en support. Op mijn afdeling werken tien mensen, voornamelijk Indiërs, Spanjaarden en Fransen.

"London is veel internationaler dan de rest van Engeland. Er heerst hier dan ook een meer Amerikaanse dan Europese managementcultuur. Wat ik vooral merk is dat men hier makkelijker met baanonzekerheid omgaat dan in Nederland. Dit komt de flexibiliteit van het bedrijfsleven ten goede. Daarnaast staat het werk centraler, want je moet echt vechten om je baan te behouden. Je wordt ook sneller en harder afgerekend. Daartegenover staat dat je ook veel sneller kunt groeien. Er wordt in Engeland minder direct gemanaged dan in Nederland. Daarnaast heerst er hier een sterkere hiërarchie. Nederlanders zullen veel sneller vertellen dat ze het ergens mee oneens zijn dan Engelsen. Men vindt dat hier ‘not done’.

"Het gemiddelde aantal uren voor iemand in het ‘middle management’ ligt hier tussen de vijftig en zeventig uur per week. Wat ik positief vind is dat je hier in London de mogelijkheden, ongeacht je leeftijd, aangeboden krijgt. Je kunt hier al op jonge leeftijd naar een hoge functie doorstromen, omdat men kijkt naar wat je kunt in plaats van naar hoe oud je bent. Een ander merkbaar verschil is dat netwerken hier een stuk belangrijker is. Er zijn veel meer activiteiten buiten werktijd met klanten en collega’s. Golfen, borrelen, noem maar op. Mensen worden echter weinig thuis uitgenodigd.

"Soms mis ik wel eens het lagere tempo van Nederland. London is altijd druk, altijd hectisch. Niet alleen in je werk, maar ook in je sociale omgeving. En ik mis natuurlijk bitterballen. Ook je kleding is in London belangrijker dan in Nederland. Je wordt beoordeeld op je pak, je overhemd, je schoenen, je horloge. Toen ik hiernaartoe kwam, heb ik wel even gekeken hoe anderen het deden én wat ze droegen.

"Ik merk aan mezelf dat ik minder direct, minder hard en minder open moet zijn. Je moet omzichtiger te werk gaan. Britten hebben natuurlijk ook een taalvoordeel. De nuances zijn veel talrijker dan in het Nederlands. De sensitiviteit in de taal is een duidelijk verschil, woordkeuze en dergelijke. Hoewel de Nederlandse directheid en openheid negatief ervaren wordt, kunnen ze het soms wel gebruiken. Ik heb mijn baan gekregen omdat Visa iets geheel nieuws op wilden zetten en een doordouwer nodig had.

"Ik weet niet of ik ooit naar Nederland terug zou willen. Maar als ik aan een gezin zou beginnen, dan zie ik dat sneller in Nederland gebeuren, dan hier."

 

 

Uit een onderzoek van uit- zend- en detacheringsbureau Accountemps blijkt dat reizen en een nieuwe stap in de carrière de belangrijkste redenen zijn voor werknemers om in het buitenland te gaan werken. Het beste moment om naar het buitenland te vertrekken, is na een aantal jaren te hebben gewerkt.

Nederlandse werknemers kijken vaak naar mogelijkheden bij hun eigen organisatie wanneer zij in het buitenland willen gaan werken.

Reizen wordt door 51 procent door de ondervraagde Nederlandse managers het meest genoemd. Op de tweede plaats staat een nieuwe stap in de carrière (49 procent), gevolgd door beroepsmatige redenen (14 procent), een hoger salaris (8 procent) en een andere taal leren (7 procent). Opvallend is dat Nederlandse respondenten in vergelijking met andere landen het laagst scoren (8 procent) op de reden ‘hoger salaris’. In landen als Frankrijk, Luxemburg, Italië en België wordt een hoger salaris duidelijk meer genoemd als reden om in het buitenland te gaan werken.

Als beste moment om een bepaalde periode in het buitenland te werken geldt ‘na een aantal jaren werken’ zowel internationaal (41 procent) als in Nederland (36 procent) als populairste antwoord, gevolgd door ‘na het afronden van de studie’. Opmerkelijk is dat Nederlandse en Engelse respondenten (5 procent ervan) de enigen zijn die aangeven dat ‘gepensioneerd zijn’ een goed moment is om in het buitenland te gaan werken. Van de Nederlandse ondervraagde managers vindt overigens 21 procent het altíjd een goed moment om in het buitenland te gaan werken.

Bron: accountemps

Culturele verschillen en de invloed daarvan op organisaties
Het belangrijkste wetenschappelijke werk over culturele verschillen en de invloed daarvan op organisaties staat op naam van sociaal-psycholoog Geert Hofstede. Uit zijn onderzoek komt naar voren dat in alle landen gemeenschappelijke problemen voorkomen, maar dat men in ieder land zoekt naar oplossingen die verschillen op de volgende punten:

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

• maatschappelijke ongelijkheid, waaronder de houding ten opzichte van gezag.
• de verhouding tussen individu en groep.
• de gewenste rolverdeling tussen mannen en vrouwen: de maatschappelijke gevolgen van het geboren worden als jongen of als meisje.
• manieren van omgaan met onzekerheid, waaronder de wenselijkheid van het beheersen van agressie en van het uiten van emoties.


Op basis van deze resultaten definieerde hij vier dimensies op grond waarvan de cultuur van verschillende landen kon worden ingedeeld. Hij noemde deze ‘culturele dimensies’:

Machtsafstand
De mate van machtsafstand wordt afgeleid uit de relatieve waardering van maatschappelijke ongelijkheid en hiërarchie. Latijns-Amerikaanse en Arabische landen scoren hier hoog. Nederland scoort laag. Scandinavische landen scoren extreem laag.
Collectivisme tegenover individualisme

Individualistisch
Een samenleving is individualistisch als de onderlinge banden tussen individuen los zijn: iedereen wordt geacht uitsluitend te zorgen voor zichzelf en zijn of haar naaste familie. Collectivistisch is als individuen vanaf hun geboorte zijn opgenomen in sterke, hechte groepen, die hen levenslange bescherming bieden in ruil voor onvoorwaardelijke loyaliteit. De mate van individualisme is bijvoorbeeld hoog in de Verenigde Staten en laag in Japan.

 
Femininiteit tegenover masculiniteit
De mate van masculiniteit of feminiteit geeft aan in hoeverre waarde wordt gehecht aan traditioneel mannelijke en vrouwelijke kwaliteiten. Mannelijke waarden zijn onder meer competitiviteit assertiviteit, ambitie en het vergaren van rijkdom en weelde, waartegenover vrouwelijke waarden als bescheiden gedrag, dienstbaarheid en solidariteit staan. Hofstede bestempelde Japan als de meest masculiene samenleving en Zweden als de meest feminine samenleving.
Onzekerheidsvermijding
De mate van onzekerheidsvermijding door regelgeving, formele procedures en rituelen. Hoe hoger de score, hoe meer men genegen is om berekenend te werk te gaan in het internationale zakendoen. Mediterrane landen en Japan scoren hier hoog.

Later is nog een vijfde dimensie toegevoegd:
‘lange- of kortetermijndenken’. Hierin wordt (oosterse) volharding in de ontwikkeling en toepassing van innovaties gesteld tegenover (westerse) drang naar waarheid en onmiddellijk resultaat. De manier van denken over organisaties wordt voornamelijk beïnvloed door de machtsafstand en de onzekerheidsvermijding. In elke organisatie staan twee vragen centraal: wie heeft de macht om wát te beslissen, en welke regels en procedures moeten worden gevolgd om de gewenste doelen te bereiken? De machtafstand beïnvloedt het antwoord op de eerste vraag, terwijl de onzekerheidsvermijding het antwoord op de tweede vraag beïnvloedt. De wijze van functioneren van mensen in de organisatie wordt voornamelijk beïnvloed door de andere twee culturele dimensies te weten individualisme en masculiniteit.

Ontleend aan: Otto Rompelman, De culturele dimensies

volgens Hofstede (Delft 1999)