Trots vertelde Dirk Scheringa begin 2009 hoe goed DSB door de financiële crisis kwam. Een half jaar later was het bedrijf failliet.
In de Volkskrant verscheen in het voorjaar van 2009 een ronkend interview met Scheringa. De strekking: 'de financiële crisis gaat aan DSB voorbij. Als het land een beroep op mij doet ben ik best bereid minister van Financiën te worden.'
Maar dat het niet goed zat bij DSB was achter de schermen allang duidelijk. De Nederlandsche Bank pushte het concern om af te stappen van het verdienmodel dat was gebaseerd op woekerpolissen. En DSB worstelde met de dreiging van claims van door de verkooppraktijken gedupeerde klanten.
Een van de vertegenwoordigers van de gedupeerden zou uiteindelijk de ondergang van DSB inluiden. Pieter Lakeman riep in het vroege najaar van 2009 op tot een bankrun omdat het voor de gedupeerden makkelijker zou zijn compensatie te krijgen bij de curatoren dan bij Scheringa zelf. Aanvankelijk leek de oproep niet zoveel effect te hebben. Maar een week later bleek dat DNB had ingegrepen en bij de rechter de zogenaamde noodregeling had aangevraagd. Er volgde een juridisch gevecht van een week met als onvermijdelijke uitkomst het faillissement van DSB.
Deze week publiceerden de curatoren van DSB (Bank en Beheer) een rapport waarin er geen doekjes om werden gewonden. Het faillissement was het gevolg van de slechte organisatie en het slechte bestuur van het concern, van Dirk Scheringa dus. De Noord-Hollander ziet het natuurlijk anders. Hij heeft tijdens en na de val van DSB dan ook alles gedaan om duidelijk te maken dat de zwarte piet elders. Hoe ging Scheringa te werk tijdens zijn val?
# Do: accepteer dat je hebt verloren
Dit is dus wel het laatste dat Scheringa heeft gedaan terwijl de ondergang van DSB zich aftekende. Hij voerde moeizame onderhandelingen met vertegenwoordigers van gedupeerde klanten wat culmineerde in de oproep van Lakeman. Toen DNB had besloten dat het mooi was geweest vocht hij aanvankelijk met enig succes, via de rechter terug om na ruim een week knokken toch zijn meerdere te moeten erkennen in de autoriteiten en de situatie.
# Do: zit stil als je wordt geschoren
Scheringa verdween verre van uit beeld toen het mis ging. Hij stond steeds uitgebreid de pers te woord, waarmee hij aanvankelijk enige sympathie wist te kweken. Toen het faillissement een feit was probeerde hij de zwarte piet neer te leggen bij DNB en het ministerie van Financiën. Dat de overheid zijn bank niet te hulp wilde schieten zou hem de das hebben omgedaan. Overigens valt er wel iets voor te zeggen dat het adagium gelijke monniken, gelijke kappen hier niet opging. DSB was zeker niet de enige die dubieuze verkooppraktijken hanteerde en de staat was een van de grootbanken in een dergelijke situatie zeker te hulp geschoten.
# Don't: eindeloos je gelijk proberen te halen
Sinds het faillissement heeft Scheringa stug volgehouden dat anderen zijn bedrijf kapot hebben gemaakt. PR-expert Kirsten Verdel schreef een boek over de ondergang van DSB waarin Scheringa min of meer werd vrijgepleit. Maar het boek werd vrij snel als subjectief weggezet. Met het curatorenrapport lijkt het pleit over wie er nou verantwoordelijk is voor de ondergang van DSB wel beslecht. Alleen lijkt Scheringa dat niet te accepteren.
# Do: betuig spijt
Midden in de crisis, na de oproep van Lakeman, heeft Scheringa klanten excuses aangeboden voor de verkooppraktijken. Maar het was natuurlijk typisch een geval van 'too little too late', de bankrun was immers al bezig en zoals snel zou blijken niet meer te stuiten. Achteraf heeft Scheringa ook uitgesproken dat het hem speet dat sommige spaarders, zij met meer dan 100.000 euro bij DSB, gedupeerd zijn. Maar dat was dan natuurlijk altijd weer gekoppeld aan het verwijt dat de verantwoordelijkheid voor het omvallen van de bank bij anderen ligt.
# Do: voorkom de crisis van tevoren
DSB verkocht problematische producten. Maar het was verre van de enige en het schip was al aan het draaien. Dit is achteraf gezien echter veel te langzaam gegaan. Als Scheringa het roer eerder en radicaler had omgegooid, was het misschien niet zo ver gekomen. Daarvoor was echter wel nodig dat hij meer open zou staan voor de mening van buitenstaanders. En de curatoren constateren juist dat dit afwezig was, een beeld dat eerder al naar voren kwam uit uitspraken van onder anderen Gerrit Zalm die een tijdje financieel directeur bij DSB was.
Ministerschap kan Scheringa vergeten
Scheringa heeft zonder twijfel nog medestanders en zijn visie die er feitelijk op neerkomt dat hij kapotgemaakt is door de gevestigde orde in financieel Nederland vindt zeker weerklank. Hier valt ook wel wat voor te zeggen. Maar de kans dat Scheringa ooit een serieuze financiele functie zal bekleden, laat staan een bank zal kunnen opzetten, lijkt gering. Enige tijd geleden startte hij wel een nieuwe onderneming DS Factoring, dat diensten verleent op het gebied van facturen en debiteurenbeheer. Dat ministerschap kan hij in ieder geval vergeten.