Duurzaamheid en toerisme: als Melvin Mak, Head of Sustainability bij reisorganisatie TUI Nederland en België, het over zijn baan heeft op verjaardagen, merkt hij vaak dat zijn gesprekspartner al een beeld in zijn hoofd heeft. ‘Ze zien vliegreizen voor zich, maar horen mij over duurzaamheid praten. Op het eerste gezicht strookt dat niet.’
Het voordeel voor Mak: TUI is geen luchtvaartmaatschappij. ‘Je biedt een reis aan, maar bent niet gebonden aan het vliegtuig als vervoersmiddel. We kunnen ook de trein, auto of zelfs boot aanbieden.’ Begin deze maand werd bekend dat TUI stopt met het aanbieden van citytrips per vliegtuig naar Parijs. ‘Van de 500.000 vluchten die per jaar vanaf Schiphol vertrekken, zijn er 89.000 binnen een straal van 750 kilometer. Als je alle tijd die je met het vliegtuig kwijt bent optelt, is de Thalys naar Parijs even snel. Dit is voor ons een no brainer.’
Alhoewel: het was aardig duwen en trekken voordat alle collega’s ook overtuigd waren van deze duurzame stap. ‘Het is in overleg en samenwerking met de productafdeling, die reizen naar Parijs verkoopt. Zij hebben een commercieel belang en targets te halen, dus zitten ze wat anders in de wedstrijd dan de duurzaamheidsafdeling.’ Er is dus behoorlijk wat overleg aan vooraf gegaan om alle belangen goed af te wegen.
Zijn leiderschapsstijl komt in dit soort situaties goed van pas: Mak omschrijft zichzelf als het tegenovergestelde van de olifant in de porseleinkast. ‘Ik heb veel begrip voor andermans argumenten en posities. Dat kan soms tegen me werken, maar ik denk dat het de beste manier is om dingen op te lossen.’
Statement
Wat volgde was een reeks gesprekken, waarin alle argumenten op tafel kwamen. ‘Zou ik iedereen vertellen wat hij precies moet doen, dan zou er veel weerstand zijn. Nu heb je oog voor elkaars belangen, waarna je kunt samenwerken aan een oplossing die voor iedereen goed voelt.’
Uiteindelijk was iedereen overtuigd – de stedenreizen naar de stad van de liefde worden niet meer per vliegtuig aangeboden. ‘Dat is een statement dat wij willen maken. Veel mensen zullen niet uit zichzelf aan duurzaamheid denken als ze op vakantie gaan, maar als reisorganisatie kunnen wij daar een sturende rol in hebben.’
Mak kan zich ook hier goed verplaatsen in de rol van de consument. ‘Ze willen graag op vakantie. Een kleine groep mensen kijkt daarbij specifiek naar duurzaamheid, maar voor velen maakt het niet zoveel uit. Die willen gewoon even weg.’ Toen hij begon bij TUI in 2012 stond het in de reisbrochure als iets revolutionairs: een fietstour door Barcelona met het label ‘duurzaam’. ‘Maar volgens mij doet dat niets voor klanten. Die boeken zoiets voor de beleving, niet omdat het milieuvriendelijk is.’
Wel kan TUI volgens hem een rol spelen om het aan de achterkant goed te regelen. Hotels bijvoorbeeld ‘opvoeden’ en ook helpen om uit te dragen welke duurzame acties zij al uitvoeren, zodat de klant een bewuste en milieuvriendelijke keuze kan maken. ‘Doordat wij daar een oog op houden, hoeft de klant zich hier niet in te verdiepen, maar maken ze onbewust toch duurzamere keuzes.’
Tijdgeest
Mak begon bij een reisbureau, maar na zo’n vier jaar begon de rol te wringen. ‘Ik hielp mensen die elk jaar naar precies dezelfde plek wilden en zelfs een voorkeur hadden voor een kamernummer. Daar is niets mis mee, maar ik wilde zelf meer uitdaging. Iets betekenen.’ Tijdens zijn stage in een safari lodge in Zuid-Afrika zag hij de gevolgen van klimaatverandering, de ongelijkheid. ‘Ik wist dat er genoeg te veranderen was waar ik me voor in kon zetten.’
De baan binnen het duurzaamheidsteam van TUI waar hij daarna begon, hielp hem al meer in de richting die goed voelde. ‘Al was het in 2012 geen enorm thema binnen de reisbranche.’ Binnen het team groeide hij zelf door en zag hij de maatschappelijke interesse voor het onderwerp toenemen. ‘Dat er nu bijvoorbeeld hotels zijn die geen plastic mini-verpakkingen meer gebruiken, maar een systeem van zeep en shampoo dat aangevuld wordt. Dat voelt in deze tijdsgeest logisch, maar is een grote stap.’
Gebeuren dit soort dingen onder druk van klanten, of moeten bedrijven daar zelf het initiatief in nemen? Mak lacht. ‘Als bedrijven enkel zouden handelen zodat ze in een goed daglicht staan, dan zou de hele wereld morgen duurzaam zijn.’ Natuurlijk, zegt hij, speelt de wens klant een rol. ‘Maar zelfs als die er niet zou zijn, vind ik dat bedrijven hun verantwoordelijkheid moeten nemen. Soms moet je beslissingen nemen die niet op de voorpagina van het dagblad staan.’
Verantwoordelijkheid
Het waren dit soort inzichten die ervoor zorgden dat hij in 2015 begon aan master Responsible Tourism in het Britse Manchester Metropolitan University. Daar gaat het niet alleen over milieu, maar bijvoorbeeld ook over sociale en economische duurzaamheid. ‘Op een aantal vakantiebestemmingen raakt de verhouding tussen vakantiegangers en inwoners uit balans. Kijk naar Amsterdam, maar ook veel andere Europese steden. Wat betekent toerisme voor de mensen die daar wonen, werken en naar school gaan?’
Hij ziet er een belangrijke rol weggelegd voor de branche. ‘Je wil uiteindelijk een zo positief mogelijke impact maken op een bestemming. De toerismesector zorgt bijvoorbeeld ook voor veel banen, wat een sociaaleconomisch pluspunt is. Het gaat uiteindelijk om de balans tussen een fijne vakantie en een fijne leefomgeving.’ Hij denkt liever in de consequenties die overdacht moeten worden dan in termen als ‘negatief’ en ‘positief’. ‘Mensen gaan toch op vakantie, het is aan ons om daar goed over na te denken en mensen bij te assisteren.’