‘Rijnlands’ staat voor verschillende zaken. Allereerst is het een bepaalde vorm van kapitalisme: de sociale markteconomie. De term ‘Rijnlands’ werd gemunt door de Franse econoom Michel Albert in zijn boek ‘Capitalisme contre capitalisme’ (1991). Na het vallen van de Muur in 1989 viel het Albert op dat zich twee vormen van kapitalisme ontwikkelden: een Europese, in de landen in het stroomgebied van de Rijn. en een Amerikaanse variant: het Angelsaksisch Model.
Gereedschapskist
Verder gaat het om een manier van organiseren. Het Rijnlandse model gaat uit van een organisatie op basis van gelijkwaardigheid, waarbinnen gestreefd wordt naar waarde-creatie voor alle betrokken. Het staat tegenover het aandeelhouderswaarde-model dat uit de Verenigde Staten is overgewaaid. Daarin ligt de nadruk op financieel economische sturing. De Rijnlandse werkcultuur is dan ook anders dan die in de Angelsaksische modellen. Vakmanschap staat daarin centraal. Dit in tegenstelling tot de traditionele top-down organisatie in een Angelsaksische organisatie. Daar zijn vaklieden in de greep van managers, die uiteindelijk voornamelijk de belangen van de aandeelhouders behartigen. ‘In het Rijnlandse model zit de organisatie in de gereedschapskist van de vakman; in het Angelsaksische model zit de vakman daarentegen in de gereedschapskist van de organisatie,’ aldus Harold Janssen, coach en auteur van verschillende boeken over het Rijnlands denken.
Ook staat het Rijnlandse model ook voor een andere mind-set. Zo kijken Rijnlanders verder dan de scope van de organisatie, naar de maatschappelijke bijdrage van werknemers. De Rijnlander spreekt dan ook liever van ‘werkgemeenschappen.’ Voor docenten bijvoorbeeld, is de klas de werkgemeenschap, waar ook andere docenten bij betrokken zijn, maar ook bijvoorbeeld de stage-bedrijven, sportverenigingen en ouders: samen hebben zij tot taak om leerlingen naar een waardige plek in de samenleving te begeleiden: ‘It takes a village to raise a child’
Terug naar de kern
Jaap Peters, organisatieadviseur en auteur van meerdere boeken over het Rijnland-model, maar ook bijvoorbeeld Mathieu Weggeman, hoogleraar organisatiekunde, zijn van mening dat het Rijnland-model veel voordelen heeft boven de Angelsaksische aanpak. Veel Nederlandse organisaties zijn volgens hen oorspronkelijk Rijnlands, maar gaandeweg hebben ze Europese waarden verruild voor Angelsaksische drijfveren. Managers die ‘terug naar de kern willen’ zouden zichzelf een aantal kritische vragen moeten stellen.
#vakmanschap Ligt bij u het primaat bij de professional? Gelooft u in zelfregulering en een decentrale invulling, of kiest u bij voorbaat voor een top-down-benadering met one-size-fits-all blauwdrukken?
#samenwerken Ziet u uw organisatie als een samenwerkingsverband of vindt u dat de organisatie primair in dienst staat van de aandeelhouder?
#duurzaamheid Zijn in uw organisatie duurzaamheid en maatschappelijk verantwoord ondernemen serieuze strategische issues? Wordt meer op de korte dan op de lange termijn gestuurd?
#waarde gedreven Staan in uw organisatie planning-, control- en beheerssystemen centraal of is consensus belangrijk en gaat men bij u van vertrouwen en afspraak = afspraak?
#verbinding Geeft u liever verbindend, inspirerend en participerend leiding, of denkt u dat de boel dan in het honderd loopt en kiest u voor hiërarchisch, directief en controlerend leiderschap?
Meer weten over Rijnlands doen en denken?
Wil je meer te weten komen over het Rijnlandse model? Jaap Peters is een belangrijk expert op dit gebied. Binnenkort vindt de Rijnlandweek plaats, een spannende reis met veel gastsprekers en verschillende werkvormen.
Of volg de opleiding Gidsen voor bestuurders, een opleiding voor managers en bestuurders die kennis willen nemen van het Rijnlandse model.