Google is alom tegenwoordig en we vertrouwen de zoekgigant nogal wat informatie toe. Of dat wel verstandig is, onderzoekt Peter Olsthoorn in De Macht van Google.
De Macht van Google
Peter Olsthoorn
(Kosmos Uitgevers, 238 pagina's)
Een boek over Google ontkomt niet aan duizelingwekkende getallen. De gigant in zoeken-en-veel-meer gaat richting een omzet van dertig miljard, trekt met zijn sites in Europa 305 miljoen unieke bezoekers en in Nederland alleen al meer dan 11 miljoen. Jazeker: met een bereik van 96 procent is de dominantie van de zoekmachine bij ons groter dan waar dan ook. Daaruit vloeit een omzet van, naar schatting van Peter Olsthoorn, een half miljard euro – als reclameverkoper is Google inmiddels groter dan RTL en Ster.
Google begrijpen
Peter Olsthoorn, een veteraan onder de internetjournalisten en onder veel meer ooit hoofdredacteur van Planet Internet, schreef De macht van Google niet om het weergaloze bedrijfssucces van Larry Page en Sergey Brin nog eens op te tekenen. Het uit de hand gelopen jongensavontuur komt aan de orde, maar dient vooral om Google te leren begrijpen. Niet omdat het zo belangrijk is uw vijand te kennen – Olsthoorn ziet Google ook weer niet als bron van alle kwaad.
No evil
Nee, voorop staat voor hem dat Google een fenomenaal bedrijf is met van fantastische producten. Alleen vergaart het via onze zoek- en vertaalopdrachten, familiekiekjes, mailberichten en pakweg de spreadsheets van Google Docs zóveel privacygevoelige informatie, dat het geen kwaad kan waakzaam te blijven. Don’t be evil, zo luidt een inmiddels gevleugeld missie-statement van de whizzkids Page en Brin, die al vrij snel als ceo de iets commmerciëler ingestelde Eric Schmidt boven zich aanstelden. Daar gaat Olsthoorn ook vanuit: Google heeft geen geheime agenda waarin stiekem misbruik van onze privacygegevens staat.
Wel blunders en gedraai
Maar geblunderd wordt er wel, zoals door de Google-auto’s die voor Streetview de wereld rondtuffen en in Duitsland wifi-signalen aftapten van burgers. En in de strijd met privacybewakers zoekt de big brother ook wel eens de grenzen op: alle informatie die het binnenslurpt is slechts te herleiden tot IP-adressen, is niet te herleiden tot unieke personen dus waarom zou het privacygevoelig zijn?
Intenties
Het belangrijkste argument waarmee Google onze zoekgewoonten en andere voorkeuren – korte tijd – onthoudt, is om met relevante zoekresultaten te komen en met voor ons, en natuurlijk vooral de adverteerders, relevante reclameboodschappen met impact. Zolang er geen bewijs is van het tegendeel, van het stiekem toch verkopen van privacygegevens aan derden, gaat Olsthoorn uit van de goede intenties van Google. Dat is terecht, net zoals hij even terecht vaststelt, dat een commercieel bedrijf dat zoveel van ons weet, altijd scherp in de gaten moet worden gehouden. Larry en Sergey zijn goedzakken, maar hun baas Schmidt deed al herhaaldelijk smalend over privacyzorgen, en wat als straks ‘de Chinezen’ Google opkopen?
Goed overzicht
De macht van Google is gericht op de lezer als Google-consument en daardoor op ons allemaal. Veel van wat Olsthoorn beschrijft is vertrouwde kost voor Google-watchers, maar voor ieder ander is het goed dat de stortvloed aan Google-producten, privacy-incidenten en de weerstand die het bedrijf oproep, eens op een rijtje worden gezet. Hoewel zijn boek een beetje gebukt gaat onder een moeizame schrijfstijl en een matige eindredactie, bevat het voldoende eyeopeners om voortaan toch iets bewuster te googelen.
Onwillekeurig zal de lezer toch even kijken of hij zijn privacy-settings niet wat strakker kan afregelen. Dan maar wat minder op “Mercedes-Benz W123” toegespitste resultaten en boodschappen.
Bestel dit boek online