‘Op een gegeven moment gooien ze me er echt wel uit.’ Olaf Sleijpen zegt het half grappend tegen het FD, als antwoord op de vraag hoe hij zijn toekomst bij De Nederlandsche Bank (DNB) ziet. Het is 2022 en hij is ruim twee jaar directeur Monetaire Zaken bij de financiële toezichthouder. Tegenover de zakenkrant rekent hij voor waarom deze rol weleens zijn laatste bij het instituut zou kunnen worden.
‘Ik ben benoemd voor zeven jaar. Als ik het goed doe en wil, mag ik van de raad van commissarissen misschien nog een periode. Aan het eind daarvan ben ik – even rekenen – 63.’
Het is iets anders gelopen. Sleijpen, inmiddels 54, is vanaf deze week de hoogste baas: hij volgt vertrekkend president Klaas Knot op 1 juli 2025 op. De ministerraad stemde op 13 juni in met zijn benoeming. Volgens demissionair minister van Financiën Eelco Heinen voldoet de econoom aan alle eisen die aan Knots opvolger werden gesteld.
Lange eisenlijst
Die eisenlijst was lang. De nieuwe DNB-topman moest iemand zijn met ‘diepgaande kennis’ van en een academische achtergrond in monetair en financieel vlak. Een leider met internationale ervaring – essentieel onder de huidige geopolitieke omstandigheden – en een toonbeeld van ‘inspirerend leiderschap’ bovendien.
‘Een kandidaat die vanaf dag één effectief kan opereren in een complexe en veeleisende omgeving’, aldus Heinen.
Niet vreemd dus dat de keuze op iemand uit de eigen gelederen is gevallen: de tweede man van DNB, die al optrad als plaatsvervanger van Knot in vergaderingen van de Europese Centrale Bank (ECB). Inwerktijd heeft Sleijpen niet nodig.
De meest logische keus, wordt hij in de media genoemd. Een veilige keus ook, waarmee DNB duidelijk kiest voor ‘continuïteit’. In dat licht is het opvallend dat zijn benoeming maanden op zich liet wachten. Het duurde zelfs zo lang om tot een besluit te komen, schrijft het FD, dat werd gevreesd dat het aanzien van de nieuwe president erdoor geschaad zou worden.
‘Compromiskandidaat’
Voor Sleijpen is dat heel vervelend, zegt econoom Han de Jong tegen BNR. ‘Kennelijk was hij toch niet de onbetwiste keuze.’ Aan de andere kant was Knot bij zijn benoeming in 2011 volgens De Jong ook een ‘compromiskandidaat’. ‘En uiteindelijk heeft hij zich daar natuurlijk geweldig doorheen geslagen, dus dat moet Sleijpen gewoon ook gaan doen.’
De reden voor de vertraging? Het salaris van Sleijpen heeft er volgens NRC iets mee te maken. Klaas Knot verdient 500.000 euro per jaar. Daarmee zit de topman flink boven de zogenoemde Balkenende-norm, die voor 2025 is vastgesteld op 246.000 euro per jaar. Sleijpen zit hier met een jaarsalaris van 450.000 euro eveneens aanzienlijk boven.
Al levert hij ten opzichte van Knot wel iets in, in een poging de beloning ‘verder terug te brengen richting de WNT-norm (Wet normering topinkomens, red.)’, aldus Financiën.
Liever politiek dan sport
De nieuwe baas van DNB komt uit het Limburgse Schoonbron, een gehucht onder Valkenburg. Zijn vader werkte bij het Centraal Bureau voor de Statistiek in Heerlen, waar hij opklom tot hoofd personeelszaken, zijn moeder zorgde voor de kinderen – Sleijpen heeft een zus – en was voor het CDA actief in de gemeentepolitiek.
Hij groeide zowel beschermd als vrij op, vertelt hij in de podcast Leaders in Finance. ‘Ik heb geen ouders waarvan ik allemaal dingen moest.’ Sporten, bijvoorbeeld. Van voetbal hield hij niet. Van geen enkele sport eigenlijk, al sport hij tegenwoordig wel twee keer per week met een personal trainer om fit te blijven.

Wat hij wel interessant vond? Politiek en alles wat daarmee te maken had – als kleuter zat hij al bij zijn moeder op schoot bij raadsvergaderingen. Tussen zijn leeftijdsgenoten viel hij nogal op, en niet in positieve zin, blikt hij in interviews terug. Zijn klasgenoten noemden hem de ‘Professor’, op school werd hij gepest. ‘Dat waren geen leuke jaren.’
Midden in Europa
Naast de lokale politiek ligt zijn interesse in het bijzonder bij Europa. Dat heeft te maken met de positie van Limburg op de kaart. Niks provincie, zegt Sleijpen – je kunt ook redeneren dat Limburg juist midden in Europa ligt. ‘Europa is hier veel tastbaarder dan in Amsterdam’, zegt hij daarover. ‘Zeker in de jaren negentig, met het Verdrag van Maastricht. Dat leefde heel erg.’
Sleijpen twijfelt of hij geneeskunde of economie gaat studeren. Het wordt economie aan de Universiteit van Maastricht, op een kleine twintig kilometer van zijn ouderlijk huis. Hij is zeventien als hij gaat studeren. Te jong om al op kamers te gaan, vindt hij. Pas na zijn studie gaat hij het huis uit. Limburg wordt hem te klein, bovendien zijn er geen interessante banen.
Inmiddels heeft hij de banden met zijn geboortegrond weer stevig aangehaald, met zijn voormalige universiteit in het bijzonder. Sinds 2007 is hij hoogleraar European Economic Policy aan de School of Business and Economics van de Universiteit Maastricht. Parttime. Hij doet zelf geen onderzoek meer, zegt hij tegen Leaders in Finance, dat lukt echt niet met zijn drukke baan. ‘Maar ik heb een vak dat ik doceer, daarnaast begeleid ik promovendi en studenten die hun afstudeerscriptie schrijven.’
Hij vindt het ‘buitengewoon leuk’ om met deze jonge mensen bezig te zijn. ‘Om discussies te hebben met studenten en een bijdrage te leveren aan hun ontwikkeling. En af en toe spoelt er hier eentje aan.’
Schok van ‘epische’ proporties
Zo vergaat het Sleijpen na zijn afstuderen ook. Hij solliciteert bij het ministerie van Economische Zaken en bij De Nederlandsche Bank, bij de afdeling Internationale Zaken. Bij DNB wordt hij aangenomen.
Het jaar is 1993, Sleijpen is 22. Voor zijn nieuwe baan verruilt hij zijn geboortegrond voor Amsterdam. De overgang van het Limburgse platteland naar de hoofdstad blijkt een schok van ‘epische omvang’. Het eerste half jaar is hij doodongelukkig en eenzaam. Elk weekend gaat hij terug naar zijn ouders, met een tas vol vuile was. Zijn collega’s slepen hem door die moeilijke periode heen.
Directielid Nout Wellink, de latere president van DNB, geeft de jonge econoom een paar stevige zetten in de goede richting. De topman pusht zijn mentee om te promoveren – hij schijnt behoorlijk streng te zijn – en laat zijn naam in 2001 vallen bij Wim Duisenberg, de eerste voorzitter van de ECB.
Geen sinecure, zegt Wellink tegen het FD. ‘Die moest van die club van halve pausen die in eigen land met sirenes naar hun kantoor werden gebracht, een eenheid smelten.’
Duisenberg zoekt een adviseur en sparringpartner. Op 31-jarige leeftijd voegt Sleijpen zich bij de ECB-baas in Frankfurt. Hij blijft er vier jaar, een periode die samenvalt met de opbouw van de ECB en de komst van de euro. Tot voor kort was dat de ‘mooiste baan die hij gehad heeft’, zegt hij in interviews over die tijd, omdat hij het gevoel heeft dat hij met een team echt iets aan het bouwen is.
Van Onze Lieve Heer gekregen
Het is hem door zijn ouders ingeprent: zorg dat je iets van betekenis doet. Wat ze hem ook bijbrachten? Bescheidenheid. Ja, hij was intelligent en zijn cijfers waren hoog. Maar dat betekende niet dat hij naast zijn schoenen moest gaan lopen, waarschuwde zijn moeder hem.
‘Dan zei ze: “Dat verstand heb je van Onze Lieve Heer gekregen. Daar heb je niets voor hoeven doen”’, vertelt Sleijpen aan het FD.
Na zijn jaren in Frankfurt zet de econoom zijn carrière voort in de pensioensector. In 2004 treedt hij aan als directeur financieel beleid bij pensioenfonds ABP, na vier jaar stapt hij over naar pensioenuitvoerder APG. Hij begint als directeur corporate strategy & policy en wordt na een half jaar benoemd tot directeur institutional clients. Tussen 2008 en 2010 is hij ook bestuurslid bij Cordares. Daarna keert hij op het DNB-nest terug als divisiedirecteur verzekeringen.
Met die ‘uitstapjes’ buiten het Frederiksplein, waar De Nederlandsche Bank zetelt, legt Sleijpen het fundament voor zijn huidige rol. Hij kent de internationale arena goed, hij kent de pensioenwereld goed. Zo’n breed cv is uitzonderlijk binnen de bank, zegt Wellink bij Sleijpens benoeming tot directielid in 2020 tegen het FD.
Meer regisseur dan hoofdrolspeler
Met zijn promotie krijgt DNB een leider die zichzelf meer als een ‘regisseur’ dan een ‘hoofdrolspeler’ ziet. Iemand met een duidelijk idee wat de koers moet worden, maar anderen graag het podium geeft, zo omschrijft Sleijpen zijn leiderschapsstijl aan Leaders in Finance.
Daarbij neemt hij de lessen van leermeesters Wim Duisenberg (ECB) en oud-topman Dick Sluimers van ABP en APG Groep ter harte. Omring je met mensen die beter zijn dan jezelf en zorg dat zij kunnen excelleren in datgene waar ze goed in zijn. En ook: omring je met mensen die niet op je lijken. Van Sluimers leerde hij het gevaar van het Matroesjka-effect, de Russische poppetjes. ‘Die worden steeds kleiner – in ervaring, in leeftijd – maar lijken wel allemaal op elkaar.’
Zijn open houding kreeg hij van zijn ouders met de paplepel ingegoten. Zij leerden hem dat je mensen niet moet beoordelen op hoe ze eruit zien, maar op wat ze doen. Van hoge functietitels is hij niet onder de indruk. Laat het eerst maar eens zien, is zijn credo.
‘Geradicaliseerd’ op oude dag
Aan die mentaliteit ligt nog iets anders ten grondslag. Sleijpen – als een van de weinige bestuurders in de financiële top openlijk homoseksueel – weet hoe het is om af te wijken van de norm. En al heeft dat hem nooit ergens in ‘tegengehouden of belemmerd’. Naarmate hij ouder wordt, leert hij dat dat niet voor iedereen geldt.
Voor zijn partner bijvoorbeeld, die van Arabische afkomst is. Tegen Leaders in Finance: ‘Ik hoef niet uit te leggen wat voor ellende het daar is als je het hebt over homo’s.’
Vroeger liet hij intolerantie van zich afglijden. Mensen mochten denken wat ze wilden, dacht hij toen, zolang ze zich maar respectvol opstelden en hij er geen last van had.
Inmiddels staat hij daar activistischer in, of in zijn eigen woorden: ‘Op mijn oude dag ben ik enigszins geradicaliseerd.’ De econoom heeft zich ontpopt als bevlogen pleitbezorger van de regenbooggemeenschap, als rolmodel en toezichthouder van Het Blauwe Fonds, een stichting die investeert in projecten voor lhbtiqa+-emancipatie.
Zijn open houding typeert Olaf Sleijpen niet alleen als leider, maar ook als mens, zeggen oud-medewerkers tegen het FD. In plaats van hoog in de DNB-toren luncht hij vaak in de kantine tussen alle collega’s, tijdens borrels staat hij nogal eens achter de tap.
Humor heeft de nieuwe president ook. Op zijn werkkamer staat een tegeltje met de tekst: ‘Stomp niet af, blijf Sleijpen.’
Lees ook: De 5 beste carrièretips van leiders uit de financiële wereld: ‘Ga voor het dakpanmodel’