Na de afstraffing van Paars heeft Willem Vermeend zich teruggetrokken uit de politiek. Vanaf de zijlijn geeft hij commentaar op de ontwikkelingen in de Hollandse polder, zoals de teloorgang van het Nederlandse ondernemersklimaat en de afschaffing van het spaarloon. 'Ik zou wel weten hoe het moet.'
Deze zomer kwam er een abrupt einde aan uw politieke carrière. Hoe diep was het gat?
"Er was absoluut geen sprake van een gat. De laatste dag, toen het kabinet-Balkenende aantrad, werd ik met de auto thuis gebracht. De ochtend daarop ben ik onmiddellijk weer aan de slag gegaan. Even hardlopen, en vervolgens plannen maken, mensen bellen, weer aan het werk."
Maar u had zestien jaar lang politiek gegeten en gedronken…
"Ik heb in de periode dat ik in de politiek zat allerlei andere dingen gedaan. Ik heb boeken geschreven over belasting en economie. Ik zat in adviesraden van verschillende bedrijven, Mars in Veghel bijvoorbeeld. Ik heb in de beleggingsraad gezeten van de ASN. En ik ben hoogleraar geweest, fiscale economie aan de universiteit van Maastricht. Nu weer, overigens."
Had u geen behoefte om even alles te laten bezinken. Even afstand nemen?
"Dat is het ergste wat er is. Dat moet je dus niet doen. Het beste is dat je onmiddellijk weer aan de slag gaat, want anders val je inderdaad in een gat. Als minister ben je niet de baas over je eigen agenda, die wordt ingeboekt door je ambtenaren en secretaresse. Dus op de dag dat je thuis wordt gebracht en er een nieuw kabinet zit, moet je weer verder. Het was een schitterende periode, ik had het absoluut niet willen missen, ik heb een aantal dingen op de rails kunnen zetten. Ik heb de grootste belastingsherziening ooit mogen doorvoeren, daar ben ik best een beetje trots op.
"Ik ben wel gevraagd om in de Kamer te blijven, maar daar zat voor mij geen uitdaging meer in. Er is een soort huisregel dat een oud-bewindspersoon geen debatten voert op de beleidsterreinen die hij in het kabinet beheerde. Dus dan vielen voor mij fiscaliteit, financiën, sociale zaken, werkgelegenheid af, bijna alles waar mijn kracht ligt. Daar komt bij dat ik oprecht vond dat een aantal jonge mensen buiten de boot waren gevallen. Dus heb ik gezegd: ik maak wel plaats."
Wat doet u eigenlijk tegenwoordig?
"Ik ben voor 80, 90 procent terug bij mijn oude liefde: het bedrijfsleven. Ik kom uit een ondernemersgezin, mijn vader had een houtbewerkingsbedrijf. Ik was een jaar of tien toen hij dat bedrijf begon en ik heb het als kind dus vrij bewust meegemaakt. Eerst in de werkplaats, zagen, timmeren, schuren. En toen ik op de hbs zat, deed ik de boekhouding."
Creatief?
"Nee, zo efficiënt mogelijk boekhouden. Samen met mijn broer, meestal op zondag na het voetballen. En daar leer je zo veel van. Offertes maken, afwachten, nabellen, klanten werven, met mijn vader de boer op. Dat is bepalend geweest voor mijn hele kijk op de economie. Handen uit de mouwen, niet zeuren: dat is toen ik in de politiek kwam, en later ook toen ik staatssecretaris en minister werd, altijd mijn leidraad geweest. Werken."
Dus binnenkort maakt u uw benoeming in de raad van bestuur van een groot concern bekend?
"Ik ben benaderd…"
Deze zomer zocht de NS nog een directeur. Leek me wel een aardige uitdaging voor u.
"Nee, ik ken de NS natuurlijk vanuit mijn politieke achtergrond. Ik heb daar niet zelf de verantwoordelijkheid voor gedragen, maar ik heb wel in een kabinet gezeten dat daar verantwoordelijk voor was. Nee, vind ik niet voor de hand liggen. Te dichtbij. Wat ik buitengewoon boeiend vind om te doen: ik ben commissaris bij de Free Record Shop. Dat is een echte ondernemer, dat spreekt me dus aan. Ik ben ook president-commissaris bij Maison Van den Boer, ook een echte ondernemer."
Dus geen grote concerns?
"Jawel, dat zult u straks ook wel merken, ik ben daar ook voor gevraagd. Maar voorlopig doe ik even andere dingen. Ik ben net uit de politiek. Samen met Hans Wiegel ben ik commissaris bij de NationaleVacaturebank.nl. Dat vind ik fantastisch, dat is een van de weinige internetbedrijven die winst maakt. Goed initiatief. Efficiënt, doelmatig, niet bureaucratisch. Dan heb je onmiddellijk effect. Maar ik stap niet meteen over, voor vijf dagen in de week, naar een groot bedrijf. Of naar een bancaire instelling."
De Rabobank heeft u ook gebeld, begrijp ik?
"Ik zeg niets."
Dat was de enige bank die onlangs een nieuwe topman zocht.
"Ja, maar dat moest een bankier worden. Dat lag al vast."
En een eigen bedrijf beginnen?
"Heb ik. Work heeft het. Work BV."
Willem Vermeend vooruit?
"Nee, WV Work. Willem Vermeend Work. Daar doe ik allerlei dingen mee. Ik doe samen met Boer & Croon consultancyklussen. Ik ben nu bezig met de reorganisatie van de sociale dienst in Amsterdam. En voor het Verbond van Verzekeraars ben ik bezig met een rapport over pensioenen en verzekeringen. Is het nog mogelijk om een pensioen op te bouwen in Nederland. Welke problemen zien we in de toekomst. Wat betekent de vergrijzing voor ons pensioenstelsel."
En? Krijg ik nog een pensioen? Ik ben nu 36.
"Met een goed kabinetsbeleid moet dat lukken. In de eerste plaats moeten we ervoor zorgen dat meer mensen aan de slag komen. De deelname aan betaalde arbeid moet omhoog. Van de ouderen bijvoorbeeld, dus mensen boven de 55, werkt slechts een derde. In het buitenland ligt dat boven de 50 procent. Dat legt een enorm beslag op je oudedagsvoorzieningen. De werkenden brengen een groot deel van de premies op. Het goede nieuws is: we hebben nog potentieel. Mensen uit de bijstand kunnen aan de slag, de werkloosheid onder allochtonen ligt relatief hoog. Als je zorgt dat arbeid en zorg beter te combineren is, dus voldoende kinderopvang, dan kunnen mannen en vrouwen de taken beter verdelen. Daar moet hard op ingezet worden door het volgende kabinet."
Ik mis de WAO in uw rijtje. Denkt u dat ooit nog opgelost wordt?
"Dat wordt pas opgelost als je het uit het medische circuit haalt. De allerbeste methode, dat heb ik ook gezien bij experimenten, is dat de verzuimbestrijding op de werkvloer beter wordt georganiseerd. En dat kun je doen door de bonus van de manager behalve aan omzet en winst ook te koppelen aan verzuim. Verzuim is een geweldige kostenpost. Het draagt bij aan je lasten, je moet soms zorgen voor vervanging, het geeft omzetverlies. Dus een manager die erin slaagt om het verzuim laag te houden, ziet dat terug in zijn beloning. En dat moet je door de hele keten heen doen. Dus niet alleen die manager, maar ook de raad van bestuur moet het management daar op af willen rekenen. En de commissarissen moeten tegen de raad van bestuur zeggen: dat is een aandachtspunt. Dat is een oplossing die beter werkt dan welke overheidsmaatregel ook.
Had u dat niet beter kunnen doen toen u nog minister van Sociale Zaken was? Toen had u veel meer invloed.
"U moet dat niet overschatten. Soms is een minister een buitengewoon dramatische figuur. Ik heb er nooit onder geleden, maar het is echt dramatiek soms. Ik heb jarenlang geroepen dat de loonkosten gematigd moesten worden. Daar kreeg ik nooit de handen voor op elkaar. Sterker nog, ik werd in de publiciteit ter verantwoording geroepen. 'Willem praat voor zijn beurt.' Ik ken al die koppen nog. 'Willem moet zich er niet mee bemoeien.' Zo'n idee om de WAO in de bedrijven aan te pakken, dat kun je als minister wel roepen, maar de bureaucratie, ook in de bedrijven, is soms enorm. Bijna net zo erg als de overheid."
Toen u op Sociale Zaken kwam, wilde u alles op één A4'tje en vergaderingen van een kwartier. Dat was men niet gewend.
"Ik was toch al een vreemde eend in de bijt. De man van Financiën, de econoom, de man die keek naar het geld. De benadering op Sociale Zaken is een wat andere, maar ik moet zeggen, toen men eenmaal aan mij gewend was, heb ik alleen maar enthousiaste ondersteuning gekregen van het ambtenarenapparaat. Men werd gaandeweg enthousiast, ook over de aanpak van de sociale diensten. Dat was bepaald niet gebruikelijk. Men maakte afspraken, verbetertrajecten. Ik zei: 'Ik wil geen verbetertraject meer horen, gewoon aan het werk.' Die aanpak was redelijk succesvol."
Het ministerie als een bedrijf?
"Ja, puur als een bedrijf gerund. Ik herinner me nog goed de dag dat ik als staatssecretaris op Financiën kwam. Een leeg bureau had ik. Ik vroeg een computer. Nou dat was wat. Wat moet een staatssecretaris met een computer? U heeft zoveel ambtenaren hier. Nee, ik wil graag een computer. En er lag natuurlijk een regeerakkoord. Ik riep de stafambtenaren bij me, ik zei: 'We gaan het regeerakkoord uitvoeren.' 'Is goed, we zullen notities voor u maken.' Ik dacht: wat duurt het allemaal lang. Toen ben ik zelf achter mijn computer gaan zitten, heb geschreven: Van de minister, aan de ambtenaren. Normaal is het andersom. En daarin heb ik gezegd hoe ik het wilde hebben, welke ideeën ik had, met een stappenplan en een tijdsbalk. Het was een cultuurshock, dat was men niet gewend. Ambtenaren maken notities, en het is zeer ongebruikelijk dat een staatssecretaris zelf gaat zitten tikken."
Veel van wat u bedacht heeft, wordt nu weer teruggedraaid. Het spaarloon, bijvoorbeeld.
"Ja, dat is heel onverstandig. Niet omdat het mijn regelingen zijn. Iedereen denkt: je vindt het heel erg, ja natuurlijk vind ik het erg, maar ik weet hoe de politiek werkt. Ik weet dat er opnieuw keuzes worden gemaakt. Alleen vind ik de afweging onjuist. Puur economisch geredeneerd moet je verder kijken dan de Nederlandse polder. Kijk eens over de polderdijk heen en kijk eens wat er in andere landen gebeurt. Bij Nauta Dutihl zit ik in een werkgroep over het fiscale vestigingsklimaat. Ik vind dat dat hard achteruit holt. In de periode dat Zalm en ik op Financiën zaten, waren wij een van de meest fiscaal concurrerende landen ter wereld. Er waren talloze bedrijven die zich in Nederland vestigden, ook vanwege het fiscale klimaat."
Tot ergernis van de buurlanden. Die spraken over een bananenrepubliek.
"Daar heb ik me nooit wat van aangetrokken, want ondertussen ontwikkelden die landen zelf een nieuwe fiscale infrastructuur naar Nederlandse snit. En je moet voor je land opkomen, ik zat daar namens Nederland. We hebben een vernieuwd rulingbeleid gemaakt, dat was succesvol. Verder hebben we een regeling gemaakt voor concernfinanciering, een wet waardoor het aantrekkelijk was om je financiering vanuit Nederland te doen. Waardoor er dus miljarden naar Nederland gekomen zijn. En als je kijkt naar de ontwikkelingen op dit moment, maak ik me grote zorgen. Luxemburg is weer in opkomst, België is weer aantrekkelijk, Ierland, Frankrijk heeft een groot fiscaal pakket aangekondigd voor bedrijven die innoveren. De regelingen die ik hier heb ingevoerd, de spaarloonregeling voor werknemers, worden daar nu op een andere wijze ingevoerd. Terwijl wij bezig zijn hem af te schaffen! "
Hoe verklaart u deze kruistocht tegen de regelingen van Vermeend?
"Het heeft te maken met de denktrant. De gemiddelde fiscaal wil een fiscaal stelsel dat puur is. Dat wil zeggen: belastingen zijn er uitsluitend om te heffen. Dus die wil zo weinig mogelijk regelingen in de fiscaliteit voor het bedrijfsleven of voor de burgers. Dus als Economische Zaken aanklopt bij Financiën of ze een regeling kunnen ontwikkelen om de economie te stimuleren, dat heeft Financiën altijd de neiging om nee te zeggen. Dan moet EZ maar een subsidieregeling bedenken.
"Daar heb ik enorm tegen op moeten boksen toen ik bij Financiën kwam. Ik ben veel meer een econoom, ik kom vanuit het bedrijfsleven. Het is veel gemakkelijker om bedrijven die bijvoorbeeld investeren, minder belasting te laten betalen. Je stuurt ze toch al een aanslag. Een subsidieregeling, dat geeft alleen maar bureaucratie. Dan ga je eerst belasting heffen, en vervolgens ga je EZ subsidie laten verstrekken. Áls het gelijk in de belastingaanslag wordt meegenomen, gaat het automatisch. Maar dat vond men Vermeend-denken, dat vond men dus niks op Financiën."
Dus het is de wraak van de puristen.
"Nou, het is geen wraak. Het zijn allemaal bekwame mensen, alleen het denken is anders. Ik was nog geen dag weg, of het was afgelopen. Daar krijg je straks de consequenties van, want dat denken past niet meer in het Europese denken. Belasting heffen is niet zo bijzonder, het is gewoon onderdeel van de economie. Als je het verkeerd doet, gaat het slecht met je economie. Dus je moet belasting integreren in het totale economische beleid. Er ligt een geweldige uitdaging voor het volgende kabinet om met een allesomvattende aanpak te komen om Nederland weer aantrekkelijk te maken voor ondernemers. Want het ondernemersklimaat is essentieel voor de werkgelegenheid, voor welvaart, en voor een goed stelsel van sociale zekerheid. In die volgorde. Eerst verdienen, heb ik altijd geleerd."
Het lijkt wel of u nooit weg bent gegaan bij Financiën.
"Nee, ik zou wel weten hoe het moet. Ik gebruik de ervaring die ik heb om allerlei ideeën te ontwikkelen. Dat vind ik leuk, creatief denken over allerlei zaken. Ik ben een soort ideeënfabriek."
CV Willem Vermeend
1948 geboren te Zuilen
1972 MO-akte economie
1974 doctoraal Fiscaal-juridische studierichting Groningen
1983 promotie Leiden op Fiscale investeringsfaciliteiten
1975–1984 columnist de Volkskrant, de Haagse Post, medewerker rechtswinkel
1984–1994 fractiemedewerker PvdA in de Tweede Kamer.
1994- 2000 staatssecretaris van Financiën minister van Sociale Zaken