Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Webservices

Het is niet voor het eerst dat er mooie beloftes worden gedaan over IT-onwikkelingen. Toch weten softwarebedrijven, automatiseerders en consultants het zeker: webservices gaan het helemaal maken. Is er werkelijk een doorbraak op komst of zijn webservices de zoveelste zeepbel?

Stel: een ondernemer wil een nieuwe website voor marketingdoeleinden creëren. Het liefst met wat leuke interessante content, bijvoorbeeld de actuele beurskoersen. Daartoe laat de ondernemer een zoekschermpje installeren op de site, waarmee de koersen die de gebruiker wil opvragen, worden opgehaald bij een gespecialiseerde site zoals Yahoo. De gebruiker tikt de naam in van het fonds, waarna de software bij Yahoo de laatste tarieven ophaalt. Deze techniek bestaat al jaren en heet screenscraping. Screenscraping zou je kunnen beschouwen als webservice: Yahoo verleent de dienst en de site neemt 'm af.
Over webservices bestaan veel misverstanden. In tegenstelling tot wat vaak wordt beweerd, zijn webservices geen softwarepakket of -architectuur. Webservices zijn diensten. Diensten die mogelijk gemaakt worden door een aantal standaards die de afgelopen jaren zijn ontwikkeld.

Dit zijn dezelfde standaarden die de opkomst van internet mogelijk gemaakt hebben. Pas toen de eerste standaard HTML (de taal waarin webpagina's worden geschreven) was ontwikkeld, was het mogelijk voor miljoenen computers om met elkaar te communiceren en webpagina's uit te wisselen.
De opvolger van HTML is XML (extended markup language). Deze taal beschrijft de informatie op een pagina of in een databestand meer in detail. Naast XML is er nu voor alle mogelijke software nog een standaard ontwikkeld: webservices description language. WSDL beschrijft van elk programma wat het doet en welk soort resultaten het kan ophoesten.
Tenslotte is er een omgangsvorm, een 'protocol' bedacht. Met het protocol genaamd SOAP (simple object access protocol) kunnen programma's die in WDSL beschreven zijn elkaar begrijpen. Door de nieuwe standaards kunnen nu niet alleen webpagina's, maar ook softwareprogramma's eenvoudig door computers worden uitgewisseld. De programma's kunnen worden gezien als diensten die door de ene computer bij een andere worden betrokken: webservices.

Spelletjes
De screenscraping-technologie waarmee op de site van de ondernemer uit het voorbeeld beurskoersen worden opgevraagd, is niet erg stabiel. Als de software op de Yahoo-site verandert, moet ook site van de ondernemer op de helling. Met WSDL en SOAP wordt dat makkelijker: deze standaards bemiddelen tussen de aanvrager en leverancier van de dienst. De dienst wordt op gestandaardiseerde manier opgevraagd, ongeacht de onderliggende software.
Bij het creëren van een website is het mogelijk om met behulp van de standaards op eenvoudige wijze gratis of tegen betaling nog veel meer diensten afnemen van verschillende leveranciers. Bijvoorbeeld nieuwsberichten van een nieuwssite, een zoekmachine van een producent van zoeksoftware of internetspelletjes van een spelletjesmaker. In een mum van tijd is er een aantrekkelijke site ontwikkeld, volledig samengesteld uit diensten van derden.
De site kan nog verder worden uitgebreid. De ondernemer zou software voor e-commerce als webservice kunnen afnemen, zodat hij zijn catalogus online kunt zetten. De afhandeling van de betalingen kan weer door een andere externe dienstverlener worden gedaan.

Weer een stapje verder: bij de producten in de internetwinkel vermeldt de ondernemer de actuele levertijden, als extra service naar zijn klanten. De voorwaarde daarvoor is dat de fabrikanten van de producten deze gegevens over levertijden in de vorm van een webservice aanbieden. De software van de website vraagt de gegevens regelmatig automatisch bij de fabrikanten op. Keten-integratie (de verregaande samenwerking van uiteenlopende bedrijven in één bedrijfsketen) kan dus met webservices worden gestimuleerd.
Het voorbeeld van de ondernemer en zijn site mag overigens niet de indruk wekken dat webservices alleen geschikt zijn voor het creëren van websites. Overal waar software uit verschillende bronnen moet samenwerken, kunnen de standaards ingezet worden. Ook als het gaat om het beter laten samenwerken van de programmatuur binnen het bedrijf. Onderzoeksbureaus hebben zelfs voorspeld dat de doorbraak van webservices eerst zal plaatsvinden op de markt voor interne bedrijfssoftware, en pas daarna de firewalls zal passeren op weg naar de wijde wereld van het web.
Om de introductie van webservices te completeren, moet één standaard nog worden genoemd: UDDI (universal discovery, description and integration). UDDI is een standaard om webservices te beschrijven, zodat de klant weet wat de dienst doet en tegen welke voorwaarden. Er kan een 'gouden gids' worden gecreëerd van webservices, waarin de klant op zoek gaat naar de beste dienst. Het achterliggende idee daarvan is dat er via internet een open markt zal ontstaan voor allerlei webservices, zodat de afnemer kan 'shoppen' naar de dienst die het beste bij zijn doelstellingen past, tegen een zo gunstig mogelijke prijs. Maar zo'n gouden gids is er nog niet, want de webservices die er in zouden moeten staan, zijn er ook nog niet.

IJzersterk
Op papier ziet het er goed uit: een 'world wide web voor software'. Maar eerdere hypes zagen er in theorie ook beloftevol uit. Hoe 'echt' zijn webservices? De behoefte van bedrijven aan integratie van hun software en databestanden is onmiskenbaar groot. Het blijkt maar al te moeilijk om nieuwe software te combineren met de bestaande databronnen. Webservices zouden daarvoor een oplossing kunnen zijn.
Het consortium dat zich achter de standaards heeft geschaard, is ijzersterk. Vrijwel alle belangrijke softwarebedrijven doen mee: IBM, Microsoft, Oracle, Hewlett-Packard, Sun. Dat betekent dat de standaards zullen opduiken in alle nieuwe releases die de komende jaren verschijnen. Microsoft heeft zijn hele strategie onder de naam .Net rond het concept gebouwd.
Maar webservices zijn nog nat achter de oren. De technologie is nog vers en alleen de belangrijkste standaards zijn klaar. Hoe transacties precies moeten plaatsvinden, is nog onduidelijk. Ook onduidelijk: hoe de transacties moeten worden afgerekend. Er is een betaalsysteem nodig voor handelspartners die elkaar alleen via internet kennen.

Grootste struikelblok voor webservices is de beveiliging, of liever: het gebrek daaraan. Een fabrikant zal ervoor terugdeinzen om productgegevens zoals bijvoorbeeld die levertijden openbaar aan te bieden. Er moeten beveiligingsmethoden komen die precies bepalen welke gegevens naar buiten mogen, en welke niet. Die methoden zijn er nog niet. Net zo min als middelen om te voorkomen dat diensten 'gekaapt' worden en ondershands doorverkocht. Er moet kortom nog een hele infrastructuur totstandkomen om deze dienstenmarkt te reguleren. Fabrikanten moeten zich daarbij eerst afvragen of het openbaar maken van die gegevens wel verstandig is: de concurrentie heeft er dan immers ook toegang toe.
Dergelijke overwegingen maken dat een nieuwe technologie meestal veel minder snel wordt opgepakt dan de enthousiaste softwarebedrijven met hun dromen van keten-integratie denken.
Bij het gebruik van de standaards voor de interne uitwisseling van software en data binnen het bedrijf gelden veel van deze bezwaren natuurlijk niet. Wel zal een deel van de bestaande programmatuur moeten worden omgewerkt naar de nieuwe standaards. Veel bedrijven die bezig zijn hun bestanden naar de XML om te zetten, hebben inmiddels gemerkt dat dat een tijdrovend en ingewikkeld proces is.

Marc Lankhorst

manager application engineering bij het Telematica Instituut en auteur van het boek Webservices, verder kijken dan de hype.

Webservices zijn:
1. een doorbraaktechnologie met enorme consequenties in de komende maanden en jaren,
2. een technische belofte met belangrijke mitsen en maren, of
3. een grote luchtballon?

“Wat mij betreft het tweede: een technische belofte met belangrijke mitsen en maren. Webservices zijn op dit moment nog onvolwassen, en er moeten nog veel technische en organisatorische vraagstukken worden opgelost. De belofte is groot vanwege de ondersteuning door de grote leveranciers en de belangrijkste standaardisatie-organen. Maar de belofte van 'plug & play'-interoperabiliteit tussen bedrijfsprocessen zal voorlopig niet kunnen worden waargemaakt. Het gebrek aan vertrouwen is een belangrijk obstakel, al is dat probleem minder groot tussen vaste partners. Voordat bedrijven hun bedrijfskritische toepassingen laten verlopen via webservices van wisselende partijen, moet er nog heel wat werk worden verzet.”

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Mark Prichard

senior achitect bij de Europese vestiging van BEA Systems, een softwarebedrijf gespecialiseerd of het gebied van webservices.

Webservices zijn:
1. een doorbraaktechnologie met enorme consequenties in de komende maanden en jaren,
2. een technische belofte met belangrijke mitsen en maren, of
3. een grote luchtballon?


“Een doorbraaktechnologie met grote consequenties. Maar om de mogelijkheden in te zien, is het nodig om af te stappen van de simplistische voorbeelden zoals aandelenkoersen op een webpagina. Vrijwel alle grote bedrijven voelen de behoefte om hun software beter met elkaar te laten samenwerken: integratie is het belangrijkste issue in de ict. De bestaande hulpmiddelen hebben echter enkele grote nadelen, elke leverancier heeft zijn eigen oplossingen en de flexibiliteit is soms ver te zoeken. Webservices bieden een uniforme oplossing met veel meer gebruiksgemak. Daarbij moet worden gezegd dat professionele gebruikers hoge eisen stellen, de services moeten werkelijk onafhankelijk van elkaar te gebruiken zijn. Als ze daaraan kunnen voldoen, hebben ze de potentie om aan de behoefte aan integratie tegemoet te komen.”