Randstad is uitgegroeid tot tweede uitzendbureau ter wereld. Hoe meer weerstand het bedrijf kreeg, hoe sterker het merk werd.
In 2010 was het 50 jaar geleden dat economiestudent Frits Goldschmeding met medestudent Ger Daleboudt het eerste uitzendbureau oprichtte. Het bedrijf zou uitgroeien tot Randstad. Goldschmeding had in zijn onderzoek naar tijdelijke arbeid ontdekt dat organisaties vrijwel in alles flexibel zijn, behalve in hun mensen. Verregaande flexibilisering zou bedrijven meer groei brengen en medewerkers een bredere ervaring. Het is interessant om te zien dat de verregaande digitalisering bedrijven tegenwoordig nog flexibeler maakt en dat de discussie over flexibilisering van de arbeidsmarkt een hot topic was tijdens de recente Tweede Kamerverkiezingen.
03.00 uur 's nachts
De verbazing van Goldschmeding over het gebrek aan flexibiliteit bracht hem op het idee van een uitzendbureau. Het verhaal gaat dat de twee studenten om 03:00 uur ’s nachts het besluit namen om de onderneming te starten. Ger vond dat een rare tijd, Frits juist een uitstekende.
Verbazing en durf
Het idee van een uitzendbureau bleek geweldig. De snel groeiende economie en de toenemende arbeidsparticipatie van vrouwen hielpen de organisatie zowel aan klanten als aan kandidaten. Met gedegen durf bouwde de organisatie stap voor stap door aan nieuwe vestigingen. Terwijl de vraag van beide kanten (werkgevers en werknemers) eigenlijk alleen maar groeide, kwam er kritiek uit maatschappelijke hoek. Randstad werd in die tijd vaak vergeleken met louche koppelbazen, terwijl de vakbonden (en later ook de politiek) de flexibele arbeid als een bedreiging zagen. Dit leidde zelfs tot nationale wetgeving die de groei van uitzendbureaus een halt moest toeroepen.
Doorzettingsvermogen
Er is meer nodig dan een goed idee als je een bedrijf van twee studenten wil laten uitgroeien tot een wereldconcern met 16,2 miljard euro omzet en een winst van bijna 180 miljoen. De persoonlijkheid van Goldschmeding – en zonder twijfel ook die van Daleboudt – was cruciaal voor die groei. Alleen al de manier waarop hij z’n tanden zette in een scriptie-onderwerp waarover vrijwel niets te vinden was, maakte vroeg duidelijk dat Goldschmeding doorging waar anderen stopten.
Goldsmeding: gewoon doen
Vanaf het begin bleek Goldschmeding een stayer. Gedreven door een ideaal ging hij de strijd aan met het imago van ‘uitzenden’, doorbrak hij conventies (o.a. intercedenten) en stond hij voor de waarden en principes van zijn concern. Zijn strakke analyse en scherpe toekomstvisie zette hij snel en met kracht om in daden: goed denken en dan gewoon doen. Het draaide bij hem op grip op de organisatie en de omstandigheden, in combinatie met een sterke discipline en de wijsheid om te zien dat groei het meest duurzaam is als het geleidelijk gaat. In zijn woorden: "Elke dag één uitzendkracht erbij en zo kom je op 500.000”.
De bedreiging als uitdaging
ING voorspelde half augustus 2012 dat het verder flexibiliseren van de arbeidsmarkt voor Randstad een bedreiging zal zijn. Werkgevers zullen eerder voor vaste krachten kiezen, die zij indien nodig snel kunnen laten gaan. Randstad zal deze mogelijkheid waarschijnlijk hebben meegenomen in de strategie. Gedurende de 52 jaar dat Randstad bestaat, heeft de politiek op verschillende manieren ingegrepen in de uitzendmarkt. Maar zelfs toen wetgeving ingreep in het tarief van de uitzendkracht (dat mocht niet meer zijn dan van een vaste kracht), profiteerde Randstad van het dubbele voordeel: flexibele arbeid tegen de voordelige prijs van vaste krachten. Randstad is elke uitdaging met opgeheven hoofd aangegaan, heeft strategieën en tactieken ontwikkeld om verder te komen en heeft vrijwel elke bedreiging omgezet in groei.
Blauw Randstadbloed
De persoonlijkheid van Goldschmeding, die in 2011 stopte als commissaris bij Randstad en tegenwoordig als hoogleraar bij Nyenrode in dienst is, heeft de identiteit van Randstad gevormd. Die identiteit is zo krachtig dat bij overnames niet alleen naar marktverhouding, maar altijd ook naar de culturematch wordt gezocht. Het is dé reden waarom Randstad bij wereldwijde overnames bedrijven vrijwel moeiteloos kan ombouwen naar het Randstad-merk. Ooit zei de cmo tegen mij: “al voor de overname hadden ze flink wat blauw bloed in de aderen”.
Identiteit, merk en organisatie
Het merk en de organisatie zijn één bij Randstad. Het oorspronkelijke ideaal is er nog steeds en leeft merkbaar in de organisatie, de waarden en de principes zijn leidend en de haast eenvoudige, recht-door-zee ‘gewoon doen’ stijl, herken je in de Randstadmedewerker. Juist door zichzelf te blijven, zijn Goldschmeding en Randstad uniek. Goldsmeding bedacht een markt die er niet was. Dankzij gestaag doorpakken is Randstad inmiddels zó groot dat ze kan bedenken hoe de markt van morgen eruit zal zien.
(Beeld via RandstadCanada)
Meer over Randstad?
De vorige blogs van Joris van Zoelen:
-
Hoe V&D haar ziel verloor
-
De voorspelbaarheid van Albert Heijn
-
Dit zijn de merklessen van de Efteling