Rijkdom, macht en status ondergraven effectieve besluitvorming. Het draait namelijk niet om de felblauwe eieren, maar juist om de gewone.
In de jaren 30 van de vorige eeuw deed Niko Tinbergen veel onderzoek met vogels. In een van zijn experimenten plaatste de Nederlandse bioloog een groot felblauw ei met pikzwarte stippels in het nest van een vogel die normaal kleine vaalblauwe eieren met grijze stippen legde. Het gevolg was dat de vogels alleen nog maar aandacht hadden voor het felblauwe ei en de andere ‘normale’ eieren vergaten uit te broeden.
Zoetigheid
Tinbergen, die uiteindelijk de Nobelprijs won, noemde dit fenomeen ‘supernormale stimuli’: als de normale stimulus uitvergroot wordt, vergroot dit de aantrekkingskracht. Dit kan leiden tot obsessief gedrag, waardoor andere zaken worden genegeerd. Ook ons menselijk brein werkt in de basis zo. Zoete lekkernij is niets meer dan een extreme imitatie van een stuk rijp fruit waarnaar ons instinct op zoek is. Voor de meesten heeft die zoetigheid een sterkere aantrekkingskracht dan een appel. De meeste supernormale stimuli in onze wereld zijn subtiel en meer van het sociale soort.
Kostbare signalen
Zo is het biologisch belangrijk om te laten zien waar je staat. Een hert met een groot gewei laat zien dat hij niet alleen kan overleven, maar ook nog energie overheeft om dit gevaarte te laten groeien. Het gewei zegt iets over zijn (genetische) geschiktheid: belangrijke informatie voor het andere geslacht. In de biologie heet dit ook wel: een kostbaar signaal.
Mensen kunnen ook op vele manieren deze signalen afgeven. Denk aan een topklasse auto met chauffeur, hoe groot je kantoor is, je bureau, het aantal mensen dat je aanstuurt, of de omvang van projecten waaraan je leiding geeft.
Dankjewel
Geld is een van de sterkste signalen. Mensen vinden meestal de relatieve hoogte van beloningen dan ook belangrijker dan de absolute. We hebben liever 50 euro in een situatie waarin anderen 30 euro krijgen, dan 70 in een situatie waarin anderen 90 krijgen. VU-collega Kilian Wawoe beschrijft dit fenomeen mooi in zijn boek Bonus. In alle jaren dat hij bonussen mocht overhandigen was er nooit iemand die ‘Dankjewel’ zei, hem werd alleen gevraagd wat anderen gekregen hadden. Dit is waar het allemaal om draait: hoe doe ik het ten opzichte van anderen? De stijgende topsalarissen en bonussen hebben dan ook weinig te maken met de financiële noden van bestuurders, maar alles met kostbare signalen.
Veren in de tooi
Onze huidige kostbare signalen zijn extreem, vergeleken met die van onze voorouders. Nooit eerder in de geschiedenis waren de verschillen in macht en bezit zo groot als in moderne organisaties. Een leider bij de jager-verzamelaars kon in het gunstigste geval een beslissing iets meer in een bepaalde richting sturen en had misschien een paar extra veren in zijn tooi. Veel verschil tussen leider en volgers was er echter nooit. Nu verdient een bestuurder soms het honderdvoudige van een medewerker in de postkamer. Ook kan hij of zij beslissingen nemen die het leven van duizenden mensen beïnvloeden. Rijkdom, macht en status zijn het equivalent van het felblauwe ei.
Pijnlijke realiteit
Uiteraard denken wij allemaal rationeel te zijn en zeggen wij dat we ons beleid en onze besluiten nóóit laten beïnvloeden door dergelijke primitieve mechanismen. De wetenschap laat echter een ander plaatje zien. De pijnlijke realiteit is dat we de redenen voor onze beslissingen vaak achteraf bedenken; de eigenlijke motieven liggen diep in ons instinctieve brein. Er is altijd wel een goede reden te vinden voor een nieuw project. De vraag is echter welk belang de keuze werkelijk dient. Dient het de belangen van de organisatie of gemeenschap? Of is het vooral een kostbaar signaal dat we willen uitzenden? Naarmate er meer macht, status en geld te verdelen valt, neemt de invloed van het instinct alleen maar toe, niet af. We worden wel steeds beter in het rationaliseren.
megalomane projecten
En wie betaalt al die kostbare signalen? Wie draait op voor de hoge salarissen en megalomane projecten? Vooral als het om gemeenschapsgeld gaat, maakt misbruik een morele woede los die diepe biologische wortels heeft. Eerlijkheid was voor onze voorouders een kwestie van overleven, misbruik van positie een overtreding die niet zelden tot uitstoting of moord leidde.
Werken als felblauw ei
De obsessie met macht en status raakt niet alleen de gemeenschap, maar ook je eigen belangen. Ons vogeltje negeerde haar eigen eitjes. Mensen zijn niet anders. Bronnie Ware, een Australisch verpleegkundige in de stervensbegeleiding, maakte een inventarisatie waar mensen op hun sterfbed spijt van hadden. Bovenaan de lijst: te hard werken. Terugkijkend op zijn leven vertelde oud-premier van Agt in een interview dat het enige waar hij spijt van heeft is dat hij niet meer tijd aan zijn familie heeft besteed. Als je geobsedeerd achter het blauwe ei aanrent, vergeet je makkelijk de andere eitjes in je eigen nest. Obsessief gedrag gaat altijd ten koste van iets anders, iets dat minder opvalt, maar zeker niet minder belangrijk is.
Mandela
Moeten we onze ambitie dan opgeven? Nee. Het is alleen belangrijker dan ooit om onze motieven continu kritisch onder de loep te nemen. Juist die leiders die de verleiding van blauwe eieren weerstaan en zich volledig inzetten voor de gemeenschap waarvoor zij verantwoordelijk zijn – denk aan een Nelson Mandela of een Gandhi – krijgen uiteindelijk de meeste prestige.
Het honorarium voor deze rubriek is geschonken aan het WNF. Beeld via Flickr.
Meer over de natuurlijke leider?
-
4 soorten volgers om rekening mee te houden
-
5 lessen die vrouwen kunnen leren van Borgen
- Hoe feedback je een betere leider maakt