Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Waarom de boetes voor Rabobank-bankiers niet werken

Foto: Rabobank

Vier medewerkers van de Rabobank kregen van de Dutch Securities Institute (DSI), het zelfreguleringsorgaan van de effectenbranche, boetes opgelegd. De vier waren betrokken bij het manipuleren van het Euriborrentetarief. Hebben boetes zin?

De boetes waren al een tijd geleden opgelegd, maar het Financieele Dagblad kwam er vorige week achter dat het ging om straffen voor frauderende Rabobankmedewerkers. De laagste boete bedroeg 750 euro, de hoogste 3000. Niet heel veel geld voor een bankier. Minister Jeroen Dijsselbloem van Financiën liet dan ook snel weten de boetes veel te laag te vinden.

Het idee achter boetes is naast straffen, vooral dat er een afschrikwekkende werking van uitgaat. En dat is in dit geval zeker niet het geval. "Je betaalt en je bent ervan af. De vraag is of je daarmee kunt voorkomen dat men dat gedrag tentoonspreidt", zegt hoogleraar accounting Jan Bouwens van de Universiteit van Amsterdam die zich onder meer bezighoudt met het effect van beloningen.

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Boete heeft weinig consequenties

Volgens Bouwens zijn boetes alleen maar effectief als ze iemands toekomst in gevaar brengen. "Een goede vergelijking is wat ze in New York hebben gedaan. Diplomaten parkeerden daar hun auto's waar ze maar wilden. Een probleem dat we ook hebben in de Den Haag. Op een gegeven moment was de gemeente dat zo zat, dat ze op gegeven moment een overeenkomst met de landen hebben gesloten waarin in stond dat diplomaten die hun gedrag niet aanpasten, hun diplomtieke status zouden kwijtraken. Daarna zag je het aantal overtredingen enorm afnemen.

Boetes werken dus niet, tenzij ze zo hoog zijn dat ze iemands toekomst wel negatief beïnvloedden, stelt Bouwens. Wat wel werkt is 'naming and shaming'. "Als je aan iemands reputatie komt, kom je ook aan zijn toekomst", aldus Bouwens.