Een nieuw, stevig industriebeleid is een gevaar voor het vestigingsklimaat van Nederland.
Dat stellen diverse Nederlandse prominenten naar aanleiding van een hoorzitting woensdag in de Tweede Kamer over de gevolgen van het verhuizen van de onderzoeksafdeling van Organon naar het buitenland en de toekomst van het Nederlands bedrijfsleven. Met de steeds sterker wordende roep om een echt industriebeleid komen ook de tegengeluiden op gang.
Geen hek om Nederland
Zo waarschuwen Kid Schwarz en Herm Nieste, partners bij Berk Accountants en Belastingadviseurs, dat een nieuwe industriepolitiek niet moet leiden tot een hek om Nederland,
Schwarz, tevens hoogleraar Handels- en Ondernemingsrecht aan de Universiteit van Maastricht en Nieste, specialist in fusies en overnames, stellen dat dat hek er in fiscaal opzicht soms al staat, wat ten koste gaat van het vestigingsklimaat van Nederland. "Een nieuwe industriepolitiek kan een belemmering vormen voor het internationale bedrijfsleven. Dat heeft een negatief effect op de aantrekkelijkheid van Nederland als vestigings- en investeringslocatie."
Het evenwicht tussen het beschermen van eigen bedrijven en het enthousiast krijgen van buitenlandse ondernemingen om zich in Nederland te vestigen, is volgens Schwarz en Nieste wankel. “Een juridisch hek om ons land, zoals wordt voorgesteld door sommige partijen, is uit economisch oogpunt in elk geval geen goed idee. De kracht van Nederland is zijn open economie voor internationale bedrijven en talent.”
Balans protectionisme en vrijhandel
Knelpunt bij een nationalistisch getinte industriepolitiek is dat spanning zal ontstaan tussen nationale en Europese wetgeving. Vanuit Brussel wordt gestreefd naar een vrije Europese markt zonder grenzen en harmonisatie van fiscale wetgeving.
“De Nederlandse overheid voert nu een instabiele fiscale politiek die multinationals kan afschrikken. En dat is slecht voor de economie,” zeggen Schwarz en Nieste. Voorbeeld van de instabiele fiscale politiek is de renteaftrek bij fusies en overnames die al jaren ter discussie staat. Ook de werking van de recent ingevoerde innovatiebox is discutabel, onder meer vanwege de extra administratieve lasten. "Multinationals willen juist stabiliteit op alle fronten.”
De twee stellen dat het nieuwe kabinet een helder en vooral eenduidig en stabiel fiscaal en economisch beleid moet voeren om buitenlandse bedrijven naar Nederland te halen. “Daamee wordt meteen ook behouden wat wij nu al binnen de landsgrenzen hebben.”
Bedrijfslevenbeleid
Schwarz en Nieste zijn niet de enigen die kanttekeningen en aanbevelingen hebben bij de discussie rond nieuw industriebeleid. Volgens voorzitters Bernard Wientjes van werkgeversorganisatie VNO-NCW, Loek Hermans van MKB Nederland en Albert Jan Maat van Land- en Tuinbouw Organisatie Nederland moet een nieuw beleid niet "de Haagse economie van de macrocijfers van het CPB als uitgangspunt nemen, maar de echte economie van ondernemingen en ondernemers van vlees en bloed."
In een opiniestuk in het Financieele Dagblad stellen de drie dat Nederland wel een nieuw industriebeleid nodig heeft, maar dan uitgaand van de kracht van het ondernemen. Ook Wientjes, Hermans en Maat maken zich zorgen om het vestigingsklimaat van Nederland.
"Door verdergaande globalisering is de vestigingsplaatsconcurrentie vergroot. Wanneer internationale bedrijvigheid steeds meer footloose is, moeten we nagaan voor welke internationale activiteiten uitgerekend Nederland als vestigingsplaats comparatieve voordelen biedt."
De drie stellen dat een zogenoemd bedrijfslevenbeleid daarom optimale condities voor kansrijke topgebieden moet scheppen. "Alleen een algemeen voorwaardenscheppende en thematische beleidsaanpak is onvoldoende in staat goede vestigingscondities te bieden."
Niet steeds roepen om nieuw industriebeleid
Nederland moet bovendien niet bij elk zuchtje economische tegenwind roepen om een nieuw industriebeleid. Dat zegt professor Erik Stam van de Universiteit Utrecht. "Er tekent zich een patroon af."
Als gekeken wordt naar voorgaande periodes dat het in Nederland economisch wat slechter ging, blijkt de vraag naar een stevigere industriepolitiek volgens Stam telkens op te duiken. Het onderwerp is weer actueel sinds farmaciebedrijf MSD aankondigde de onderzoeksafdeling van het voormalige Organon uit Nederland weg te halen.
Stam stelt dat een overheid zich alleen met de markt moet bemoeien als er een publiek belang in het geding is. Zo zou bij de sluiting van een deel van Organon de vraag moeten zijn of dit betekent dat mensen in Nederland bepaalde medicijnen niet meer kunnen krijgen en of de internationale concurrentiekracht van de sector op het spel staat.
Volgens Stam is bovendien het woord industriebeleid sowieso niet aan de orde, omdat Nederland steeds meer een dienstenland is geworden door de jaren heen. Het betreft vooral een "marktontwikkelingsbeleid”.
De Utrechtse professor deed zijn uitspraken woensdag tijdens dehoorzitting in de Tweede Kamer.
Lees meer:
- SER-voorzitter Rinnooy Kan: 'Investeer in industrie'
- Oud-Intel topman Andy Grove: 'Houd massaproductie in eigen land'
Interessant boek: Concurrentiestrategie van Michael Porter, over analysemethoden voor bedrijfstakken en industriele concurrentie
> Altijd op de hoogte? Meld u aan voor de gratis Nieuwsbrief van MT