Nieuwe benzineauto’s hoeven vanaf begin 2008 maar één keer in de twee jaar een APK-keuring te ondergaan. Dit geldt voor auto’s en lichte bestelauto’s met benzinemotoren. Voor voertuigen met lpg-installaties of dieselmotoren blijft de huidige frequentie van keuringen bestaan. Dat heeft het kabinet besloten op voorstel van minister Eurlings (Verkeer).
Voertuigen met benzinemotoren van het bouwjaar 2005 of recenter, ondergaan voortaan voor het eerst na vier jaar een APK-keuring. Daarna volgen de keuringen om de twee jaar en pas na het achtste jaar wordt de keuring jaarlijks. De BOVAG, de brancheorganisatie van garagehouders, heeft tegen de geringere frequentie van keuringen geprotesteerd. Ook Veilig Verkeer Nederland is niet enthousiast over het voornemen. Nederland kiest volgens de organisaties voor het Europees minimum en dat kan worden gezien als een stap achteruit op het gebied van de verkeersveiligheid.
Volgens het kabinet levert de verlaging van de APK-frequentie een lastenverlichting op voor burgers van 23 miljoen euro. Bedrijven zouden er 7,4 miljoen euro minder aan kwijt zijn. Dat wordt door het Tweede Kamerlid Roefs (PvdA) bestreden. “Iedereen die zijn auto normaal laat onderhouden, krijgt er gratis de APK-keuring bij, dat zijn dus helemaal geen extra lasten,” zegt deze tegenstandster van een soepeler regime. Eurlings erkende dat het nogal ambitieus is om de wijziging volgend jaar al door te voeren. Hij vindt het besluit dat het kabinet nu heeft genomen een goede mix van lastenverlichting en verkeersveiligheid.
Bron: NRC Handelsblad