Vandaag baas, morgen werkloos. Jaarlijks worden duizenden managers ontslagen. Wat volgt is een periode vol onzekerheid en afwijzing. Maar met vernuft, doorzettingsvermogen en de juiste hulp raakt elke manager weer aan de slag.
“Vroeger, toen ik nog werk had en een lease-auto, ben ik met mijn vriendin door Nieuw-Zeeland gereisd. Prachtig was het. De natuur, de weidsheid, de zuiverheid, de stilte… Nu is mijn relatie uit, ben ik ‘massa-ontslagen’ en zelfs afgezakt naar de bijstand. Ik ben nu bijna veertig en vraag me af of ik nog enig perspectief heb. Verre reizen kan ik wel vergeten.” Philippe Blankert was manager management development bij Alcatel tot hij in 2001 de zak kreeg. Zijn bespiegelingen over werklozen tekende hij op in Zonder Werkboek. Een boek dat niet zonder relevantie is, want er zwalken tegenwoordig volgens schattingen van het CWI tienduizenden werkloze managers over de arbeidsmarkt. Getroffen door reorganisaties, bedrijfssluitingen of de toorn van hun bazen. Maar managers raken hun baan toch niet zo gauw kwijt? Ze zijn geschoold, ervaren en machtig en vooral nodig. Als ze al worden ontslagen, vinden ze dankzij hun contacten, coaches en outplacementbureaus snel nieuw werk. Een paar maanden wachten? Geen probleem, daarvoor is er een gouden handdruk. Hoe anders is de werkelijkheid. Bedrijven zijn spijkerhard in hun overlevingsdrang. Bij de minste aanleiding vliegen zelfs de beste managers eruit. En dat is slikken. “Een week leefde ik in een roes na mijn ontslag,” vertelt Erik Driessen (41), tot een jaar geleden retailmanager bij KPN. Daar gaf hij leiding aan twaalf Primafoon-winkels en vijf business centers. “Nooit had ik verwacht dat mij dit kon overkomen. Ik dacht gelijk aan mijn vrouw, mijn twee kindjes en mijn huis. Hoe moest het daar verder mee?”
Stuntelaars
De eerste gedachte is om zo snel mogelijk weer aan de slag te gaan. Maar de kansen liggen niet bepaald voor het oprapen. Werkloze managers wringen zich maandenlang in bochten en ondergaan vernederingen van uitkeringsinstanties, arbeidsbemiddelaars en hooghartige bedrijven. Zonder garantie op succes. Het vinden van een nieuwe baan vraagt niet alleen inzet, maar ook vernuft, doorzettingsvermogen en zelfvertrouwen. Helaas blijken veel managers stuntelaars zodra zij hun baan kwijt zijn. Zij hebben altijd anderen voor zich laten lopen. “Dikwijls zijn het slechte sollicitanten,” zegt outplacementadviseur Henk Karssen. “Je moet jezelf als een product in de markt zetten, met de juiste product-marktcombinatie. Maar zodra het over hen zelf gaat, vergeten managers hun vakkennis.” Wat zij wel goed beseffen is dat zij een race tegen de klok lopen. Na een jaar dalen de kansen op een nieuwe baan snel. Gebrek aan werkritme, heet het dan, en verschaling van kennis. Maar voordat ze kunnen gaan solliciteren, moeten ze door een ‘rouwproces’. Vlak na hun ontslag zijn managers uitgeteld en tot weinig in staat. “Ik wilde niet meer, ik wilde met rust worden gelaten,” herinnert Joop Smits zich (53), werkloos sinds 2001. Hij werkte daarvoor jarenlang als chef display bij V&D. “Als leidinggevende deelde ik de lakens uit en telde mijn mening. Maar opeens was ik na twintig jaar overbodig. Een traumatische ervaring.” De één rouwt een week, de ander een paar maanden. Solliciteren heeft in deze periode weinig zin. Personeelsfunctionarissen pikken de verwarde managers er zo uit: holle ogen, futloos, slecht voorbereid. “Zij komen helemaal uitgewoond binnen,” weet Karssen. “Soms vertellen ze me maandenlang dezelfde verhalen. Deze fase moet je niet onderschatten. Eerst hadden managers een eigen bureau, status en macht. Na hun ontslag zitten ze in volle, benauwde wachtkamers van arbeidsbureaus. Ze ervaren dit als een hele zwarte periode.”
Dagtaak
Zodra managers over de eerste schrik heen zijn, komen ze weer op krachten en begint het bewerken van bedrijven. Ze hebben een dagtaak aan het doorspitten van vacaturesites en bladen, inwinnen van informatie, schrijven van sollicitatiebrieven en bellen met kennissen uit het netwerk. Werkloze managers leren snel. Bijvoorbeeld dat vacaturesites steeds dezelfde vacatures hebben, die toevallig net vervuld zijn als ernaar wordt geïnformeerd. Ze merken ook hoe bot afwijzingen kunnen zijn. Maar ze leren ook inventief te zijn, bijvoorbeeld door hun netwerk aan te boren. “Ik belde oud-collega’s en zakelijke kennissen om te vragen of ik met ze van gedachten mocht wisselen over mijn toekomst,” zegt ex-KPN’er Erik Driessen. “Nooit bleef ik langer dan een uur, meer tijd kon ik niet van ze vragen. Vaak konden zij niets voor mij doen, maar soms verwezen zij me door.” Solliciteren is een kunst op zich. Een helder beeld van de eigen kwaliteiten, in combinatie met een inschatting van de geboden mogelijkheden, is een voorwaarde. Een uitnodiging voor een sollicitatiegesprek is een voorlopige kroon op veel voorbereidend werk. “Probeer van een het gesprek een dialoog te maken in plaats van een ondervraging,” adviseert Karssen. “Een ondervraging leidt vaak tot gewenste antwoorden waar een werkgever weinig uit kan afleiden. In een dialoog kun je duidelijk maken wat je voor elkaar kunt betekenen.”
Maar alleen een uitnodiging is nog geen reden om de vlag uit te hangen. Het gesprek kan heel naar verlopen, vol neerbuigendheid en desinteresse. “Vertel maar eens waarom we jou zouden kiezen, zeiden de mensen bij wie ik op gesprek ging,” vertelt Jelle Veltman (46), die in 2003 zijn baan als p&o-manager bij een installatiebedrijf verloor. “Ze waren wel vijftien jaar jonger dan ik en misten duidelijk ervaring. ‘s Middags werd ik gebeld: ik kreeg de baan niet. Zo’n simpele klus. Ik zou veel minder verdienen en dagelijks drie uur moeten reizen. Ik slikte het, om maar weer aan de slag te komen. Maar nee, ik paste niet in de bedrijfscultuur.”
Paniek
De moed erin houden is de moeilijkste opdracht aan werkloze managers. Bitse afwijzingen of doodse stilte na een sollicitatie zijn schering en inslag. En de molen van uitkeringsinstanties is al helemaal een aanslag. “Daar werd ik al snel ongelukkig van,” zegt Erik Driessen. “Wat voelde ik me klein toen ik een WW-uitkering moest aanvragen. Solliciteert u wel, vroegen ze, doet u wel uw best om werk te vinden? Weet u wel dat uw uitkering gevaar loopt als u niet solliciteert? Alsof ze op voorhand dachten dat ik niet wilde werken.” Niet iedereen is bestand tegen de druk van werkloosheid en slinkende financiële reserves. De vertwijfeling groeit naarmate de tijd verstrijkt en het resultaat uitblijft. “In eerste instantie doen managers het rustig aan op de arbeidsmarkt, omdat ze weten dat ze nog tijd hebben,” zegt Miguel Swaen van werving- en selectiebureau Björk. “Ze zijn selectief in het benaderen van bedrijven en wervingsbureaus. Maar als ze na een paar maanden niets gevonden hebben, gaan ze solliciteren op alles wat ze tegenkomen. Je herkent ze aan hun niet bijgewerkte cv’s en hun mentaliteit. De sollicitant is nerveuzer en houdt soms informatie achter. Men verzwijgt soms dat men werkloos is. Begrijpelijk, want veel bedrijven willen geen werkloze managers. Maar liegen over je cv doet de zaak ook geen goed.” Menige manager laat de moed na verloop van tijd zakken. De discipline raakt in het slop, evenals het zelfvertrouwen. De gevolgen kunnen dramatisch zijn. Philippe Blankert, voormalig Alcatel-manager, raakte na honderden sollicitatiebrieven het spoor bijster. Na elke afwijzing zakte hij dieper in de put. “Ik raakte in paniek, kreeg huilbuien en werd depressief. Ik had nergens zin in. Mijn dagen kon ik niet meer indelen, ik miste een doel. Uiteindelijk belandde ik bij de psychiater.”
Veel noten hebben de werkloze managers na een jaar niet meer op hun zang. Ze willen zelfs onder hun niveau werken. “Ik solliciteerde niet meer op werk dat ik wilde hebben, maar op werk waarvan ik dacht dat ik het misschien zou krijgen,” zegt Joop Smits. “Ik heb zelfs gesolliciteerd als conciërge. Maar zo’n baan krijg ik pas als ik in de bijstand zit, met behoud van uitkering.” De koek raakt op na een jaar. Op recepties hebben de werkloze managers niets meer te vertellen en kennissen mijden hen. Ongewild reageren ze erop. “Je moet er snel uitkomen, anders voel je je niet meer frank en vrij,” waarschuwt Driessen. “Dan word je die beschadigde werkloze die niet meer wil.”
Loutering
Ook al heb je geen baan, zo luidt het devies, blijf actief. Zelfs al is het met vrijwilligerswerk. “Maar ga dan geen koffie schenken in het bejaardenhuis, want dat is je niveau niet,” adviseert Blankert. Ook in het vrijwilligerswerk is vraag naar managers. Sommigen pakken daar projecten op en herontdekken hun vaardigheden en talenten. Soms gaan ze als interimmer aan de slag, ook al stelt dat aanvankelijk weinig voor. Hoe stevig de werkloze in het hele proces staat, hangt mede af van de sociale omgeving. Hoe sterker die is, hoe stabieler de werkloze manager. “Mijn vrouw stroopte dagelijks alle websites af waar je belangrijke banen vindt,” vertelt Wim Lammertink (49), die in 2002 ontslagen werd als hr-directeur van een multinational in Frankrijk. “Wekelijks kwam zij met vacatures waar ik achteraan kon bellen. Zij heeft dit gedurende het hele traject volgehouden. Wat een heerlijke steun in de rug.” Mede hierdoor vond Lammertink een nieuwe baan: hr-directeur Europa bij het chemieconcern Johns Manville in Duitsland. Uiteindelijk is er hoop voor alle werkloze managers. De meeste raken ooit weer aan de slag, hoewel niet altijd in een baan. Velen bekeren zich tot het vrije ondernemerschap, geïnspireerd door hun ervaringen. Blankert richtte als werkloze de website Ikwilwerken.nl op, een platform voor werklozen. Van daaruit kwam hij in aanraking met de reïntegratiemarkt. Nu heeft hij zijn eigen integratiebureau en is voorzitter van De Bestemming, koepelorganisatie van de kleine reïntegratiebureaus. Anderen krijgen toch weer een baan. “Vijf maanden solliciteerde ik intensief, maar gebeurde er weinig,” zegt Erik Driessen. “Toen kreeg ik uit het niets een baan bij Laurus aangeboden, als zonemanager. Iemand in mijn netwerk had mijn naam genoemd, ik weet nog steeds niet wie. Mijn aanpak? Gedrevenheid, passie, jezelf blijven, verwachtingen durven uitspreken. Ik heb nergens een geheim van gemaakt, ook niet dat mijn vooropleiding slechts mavo is.” Sommigen willen niet meer aan deze nare episode worden herinnerd. Anderen kijken er op terug als een loutering en een leerproces. Allemaal zijn ze veranderd door de periode van werkloosheid. Status en macht verhouden zich niet tot arbeidsvreugde en creativiteit, zo ontdekken velen. “Ik heb tijd gehad voor mijn gezin,” zegt Lammertink. “Ik deed veel aan sport, ik wandelde met mijn vrouw, ik speelde met de kinderen en ik bracht ze naar school. Dingen waar ik door mijn drukke werk nooit aan toe was gekomen.”
Voordat u ontslagen wordt
Ontslagen? Hoeft geen ramp te zijn, mits u uw zaakjes op orde heeft.
> Werk regelmatig uw cv bij.
> Onderhoud uw netwerk.
> Zet uw naam onder afgeronde projecten, bijvoorbeeld in rapporten.
> Bouw een ‘dossier’ op van uw prestaties.
Ontslagen, en dan?
> Neem een advocaat in de arm om de financiële regeling veilig te stellen.
> Neem tijd om uit te huilen.
> Bedenk wat voor werk u wilt doen en onder welke voorwaarden. Accepteer niet alles omdat u zo graag weer aan het werk wil.
> Wapen uzelf geestelijk. Uitkerings- en arbeidsmarktinstanties bejegenen u niet als manager, maar als werkloze.
> Laat uw netwerk van voormalige collega’s en zakelijke relaties merken dat u in de markt bent.
> Toets uw plan van aanpak bij een coach, een adviseur of een vertrouweling.
> Blijf maatschappelijk actief, ook al is het in het
vrijwilligerswerk. Gebrek aan werkritme kan sollicitanten opbreken. Houd uw vaardigheden fit als interimmer of adviseur, hoe beperkt het ook is. Kiest u
voor vrijwilligerswerk, doe dat dan op uw niveau.
> Sjoemel nooit met de waarheid in een sollicitatieprocedure.
> Probeer in een sollicitatiegesprek de regie over te nemen.
> Komt die baan niet, kies dan voor het vrije ondernemerschap.