In Vale do Lobo, aan de Portugese zuidkust, genieten Europa´s welvarende pensionado´s van zon, zee en golfbaan. En van hun aan de course gelegen villa natuurlijk. Zij: “It´s the best place to live. Hij: “But you need a lot of money.”
Balletje neerleggen, precies midden voor de voeten, billen naar achter, knieën iets gebogen, gewicht op de voorvoet en ontspannen. Dan de club naar achter halen (voor rechtshandigen: linkerarm gestrekt) en zorgen dat heupen en knieën op dezelfde plaats blijven. De knieën mogen wel naar achter draaien, maar beide voeten moeten op de grond blijven staan. En dan mag er geslagen worden. Niet te snel, want dan mis je de bal. Een rustige, vloeiende beweging geeft het beste resultaat. De knieën moeten gebogen blijven, want anders sla je tien tegen één over de bal heen. En dat is dus niet de bedoeling. Zaak is om vooral rustig te blijven en niet te veel na te denken. Oh ja, de slagbeweging moet helemaal worden afgemaakt, waarbij het lichaam gedraaid wordt in de richting waarin de bal verdwijnt. Áls de bal verdwijnt.
De meeste mensen hebben een maand lang elke dag een paar uur van dit gestuntel nodig om een betrouwbare slag te ontwikkelen. En als ze dan zover zijn, kunnen ze zich met de echt interessante facetten van het spel gaan bezighouden: richting en afstand.
'It's humbling', beantwoordt mevrouw Vazzana de vraag waarom ze golf zo leuk vindt. Zij en haar man, een Italiaanse industrieel die zijn fortuin heeft gemaakt in veiligheidskleding, wonen nu een jaar of vijf in Resort Turistico de Luxo Vale do Lobo aan de Portugese zuidkust. Hun leven draait om golf. 's Morgens om zeven uur de baan op – mijnheer Vazzana in een eigen buggy met zijn initialen erop – en dan in een uur of vier achttien holes afwerken. Na de lunch pakken ze de andere course en zo gaat het dag in dag uit. “You can't beat golf. Er is altijd van alles aan je spel te verbeteren en er zijn altijd mensen die veel beter zijn. Zo blijft het een uitdaging,” zegt mevrouw Vazzana, die jarenlang in de Verenigde Staten werkzaam is geweest als universitair docent. Maar het is niet alleen het spelletje dat haar boeit. Het is ook het hele sociale circus eromheen. Met membership meetings, feestjes, altijd aardige mensen die altijd wel een balletje willen slaan. Wat de Vazzana's betreft is dit het paradijs. Toen ze terugkwamen uit de VS, waren ze in Vale do Lobo op vakantie en binnen de kortste tijd waren ze verkocht. “It is the best place to live, ” zegt mevrouw Vazzana. Mijnheer Vazzana knikt bevestigend: “But you need a lot of money.”
Villaatje
Hard rennen, geld verdienen, mensen aansturen, deals sluiten en weer doorrennen. Groeiende verantwoordelijkheden, steeds meer hooi op de vork, gezin verwaarlozen, lastige ondergeschikten, conjuncturele tegenslag, mensen ontslaan en uiteindelijk kampen met zware ontwenningsverschijnselen als de pensioengerechtigde leeftijd daar is. Waar doen we dat toch allemaal voor?
Een mogelijk antwoord is hier gelegen, aan de zuidkust van Portugal. Wie gedurende zijn werkzame leven voldoende geld bij elkaar heeft gesprokkeld, kan zich een villaatje veroorloven onder de zon. Aan zee, van alle gemakken voorzien en (misschien wel het allerbelangrijkst) met een golfbaan in de buurt. Want als iets de welvarende pensionado's van dit tijdsgewricht bindt, dan is het wel golf.
Vale do Lobo (vallei van de wolven) is het belangrijkste golfresort in Portugal. Met meer dan 1000 villa's en appartementen en per jaar ruim 500.000 bezoekers, twee golfcourses, een tenniscentrum, tien restaurants en ruim twee kilometer strand, is het een van die bestemmingen waar pensionerend, welvarend Europa zich graag mag laven aan zon, zee en golfbaan. En de pakweg 1000 villa's en appartementen die nog in ontwikkeling zijn, geven wel aan dat het einde van de groei nog niet in zicht is. De helft van de huiseigenaren is Brits, dan komen de Portugezen, dan de Duitsers en 5 procent van het fraaie onroerend goed is in Nederlands bezit.
Verwennen
Ook de man die verantwoordelijk is voor het succes van Vale do Lobo is een Hollander. Hij luistert naar de naam Sander van Gelder. In 1977 nam hij het resort over van de Britse hotelketen Trusthouse Forte en projectontwikkelaar Costain, die het toerisme in Portugal na de Anjerrevolutie hadden zien inzakken en besloten voor de boel surseance aan te vragen. Van Gelder had zich enkele jaren eerder laten uitkopen uit de door hem groot gemaakte juweliersketen Schaap Citroen Van Gelder. Vale do Lobo – een puur Britse aangelegenheid, opgericht in 1962 – kreeg hij vanwege de Anjerrevolutie voor een prikkie in zijn bezit. Maar met het vertrek van de Engelsen uit Vale do Lobo vertrok ook het management. Van Gelder had met zijn juist verworven acquisitie in één klap tweeduizend mensen in dienst, maar niemand die ze kon aansturen. Een situatie die aasgieren aantrok, mensen – niet zelden afkomstig uit het oude management – die probeerden onderdelen uit het resort los te peuteren en een eigen business wilden opstarten. Van Gelder heeft er alles aan moeten doen om alle activiteiten in Vale do Lobo onder één dak te houden. En dan waren er ook nog de conflicten met de Engelse pensionado's in het park, die hun servicekosten te hoog vonden, en met zijn zoon, over het management van het resort.
Hij vertelt het allemaal tijdens de lunch op het terras van restaurant Spikes, pal aan de afslag van hole 10. Een kleine, gedrongen man, steevast in kostuum, een kastanjebruin geverfde krans haar rond het verder kale hoofd, een grote, met diamanten bezette veiligheidsspeld boven aan zijn stropdas bevestigd en een al even uitbundig versierd uurwerk rond zijn pols. Eens een juwelier, altijd een juwelier, lijkt hij ermee te willen zeggen. En zijn doelgroep – mensen met veel geld – is in al die jaren nauwelijks veranderd. Toen grootaandeelhouder Amev midden jaren zeventig zijn luxe juweliersketen naar een wat bredere doelgroep probeerde te dirigeren, was voor Sander van Gelder de lol er dan ook meteen vanaf. “En ik heb gelijk gekregen, want meteen het jaar daarna draaiden ze voor het eerst in het bestaan van de keten verlies.” Van Gelder wil mensen kunnen verwennen. Sterker nog, hij heeft er een bijna dwangmatige behoefte aan. Van het bloemstuk bij aankomst in het appartement – voorzien van een kaartje van Van Gelder in gouden opdruk – tot de paradijselijke omgeving waar hij zijn gasten op trakteert, compleet met moderne kunst op diverse plekken langs de golfbaan. “En,” zo luidt zijn motto, “wil je mensen kunnen verwennen, dan kost dat nou eenmaal geld.”
Sander van Gelder houdt zich op vierenzestigjarige leeftijd nog persoonlijk met de details in het park bezig. Als president van de Vale do Lobo Group of Companies hoeft hij dat niet te doen, maar loslaten is niet een van zijn grootste talenten. En zo zie je zijn Mercedes S 600 tot 's avonds laat in het park staan, terwijl de president nog even een franchiser van een van zijn restaurants toespreekt, of zich bemoeit met de opstelling van de band die de restaurantgasten elke avond van een muziekje voorziet.
2001 was een recordjaar voor het resort, met een omzet van 50 miljoen euro en een stijging van de verkoop van vastgoed – 70 procent van de business in Vale do Lobo – van 13 procent. En dat in het jaar waarin het toerisme wereldwijd een flinke knauw kreeg van de aanslagen in New York. Vermogende Noord-Europeanen maken de stap massaal. En welbeschouwd hoeven ze er niet eens zo rijk voor te zijn. Wie een aardig huis te verkopen heeft in het land van herkomst, kan zo vertrekken. Het kopen van een huis in Portugal is trouwens een verhaal op zich. Veel buitenlanders doen dat via een zogenaamde offshore company; een juridische entiteit waarvan de koper van een huis de aandelen bezit. Je koopt dus aandelen in een offshore company. Het leuke aan Portugal is namelijk dat er over belegd vermogen geen belasting betaald hoeft te worden.
Virus
“Kijk nou eens naar die lucht! Blauwer bestaat niet. En dat strand! Je kan hier over het strand vijftig kilometer naar het westen en vijftig kilometer naar het oosten lopen. En dan de oceaan! Die is schoon, heel anders dan de Middellandse Zee. En dus heb je hier topvis. Belangrijk, want ik houd van vis. Daarbij zijn de Portugezen aardige mensen en spreken ze een prachtige taal.” Als Willem van Kooten begint over de zegeningen van de Algarve, kun je er rustig een uurtje voor gaan zitten. Dat doen we dan ook, aan tafel achter zijn indrukwekkende villa in Vale do Lobo, pal naast het zwembad. Het is al zijn tweede huis in het resort van Van Gelder; 22 jaar geleden kocht hij er zijn eerste optrekje. Golfen doet Van Kooten al jaren, “maar het is een spelletje en geen religie. Er zijn van die gezelschappen waar alleen maar over golf wordt geluld, maar zo'n golfer ben ik niet.” Waarmee hij niet ontkend wil hebben dat het een geniale sport is. “Vanwege dat handicapsysteem kun je spelen met iemand die vele malen beter is. Want die zal toch zijn uiterste best moeten doen om van je te winnen.”
Ondertussen heeft hij al heel wat mensen met het virus besmet. John en Linda de Mol bijvoorbeeld, die allebei in een straat verderop een villa bezitten. “Ik zei tegen John: 'De Mol, jij moet er eens uit'. Zijn ze een paar weken in mijn huis gaan zitten en binnen de kortste keren waren ze fanatiek aan het golfen. Fanatiek, want die man is in alles fanatiek. En Linda trouwens ook. Een jaar later kochten ze allebei een villa.” Maar Van Kooten weet nog wel een paar andere notabele Hollanders die hun hoofd wel eens in de Algarve hebben laten zien: “Wim Duisenberg kwam vroeger ook. Onno Ruding is wel eens geweest, en Frits Goldschmeding met zijn zeiljacht.” En verder Ton Risseeuw, ex-topman van Getronics, ex-KLM-topman Pieter Bouw, de zeezeiler Connie van Rietschoten, die in de buurt woont en Van Kootens goede vriend Jan Aalberts, die af en toe op bezoek komt. Tot slot mag de naam van Jan Timmer niet ontbreken. Die heeft een landgoed in Dunas Doradas, pal naast de ingang van Vale do Lobo. 'De berg van Timmer', mag Willem van Kooten het graag noemen.
Van Kooten is inmiddels een concurrent van Van Gelder. Vijftien jaar geleden zag hij zijn kans schoon en kocht een lap grond van 72 hectare, zo'n vijftig kilometer ten oosten van Vale do Lobo, vlak bij de Spaanse grens. “In de jaren tachtig heb ik het al bedacht: Europa vergrijst, al die mensen hebben geld en willen golfen. Nou, dat kan bij ons.” Inmiddels beslaat Castro Marim (genoemd naar een vlakbij gelegen dorp met middeleeuws fort) 210 hectare, ligt er een 18-holes golfbaan, zijn de eerste acht townhouses af en zijn er weer vier in aanbouw. Verder is er een villa in de maak en zijn de vier kavels die ernaast liggen, verkocht. Met de bouw daarvan wordt binnenkort aangevangen.
Met Sander van Gelder is Van Kooten ondertussen allesbehalve vrienden. “Petje af voor wat-ie in Vale do Lobo gedaan heeft, want het is na al die jaren mooi gebleven. Maar laten we het verder niet over die man hebben.” Overigens is de 'liefde' wederzijds. Van Gelder wenst aan Willem van Kooten ook geen woorden vuil te maken. Zijn zoon – met wie hij een aantal jaren geleden in conflict kwam – werkt nu als makelaar voor de ex-deejay.
Regeltjes
“Mensen die golfen, hebben altijd wel een interessant verhaal te vertellen,” vindt Ger Heystee uit Vught. “Veel mensen die je tegenkomt, zijn ook ondernemer of ondernemer geweest en dat maakt dat je je onder gelijkgestemden bevindt.” Zelf heeft Heystee in Den Bosch een bedrijf gehad in kousen en sokken. Afgelopen februari heeft-ie alles verkocht en nu is het leven golf en is golf het leven. Al voor het tiende achtereenvolgende jaar huurt hij met zijn vrouw – “een nog grotere golffanaat dan ikzelf” – een hotelkamer in Quinto do Lago, een resort pal naast Vale do Lobo.
Heystee houdt van het sociale spel op de golfbaan. “Bij golf horen regeltjes en een bepaalde etiquette. Daarnaast is het een sport van beheersing. Je kunt bijvoorbeeld alleen al door te zien hoe mensen voor het slaan naar de bal toe lopen, heel veel over hun karakter zeggen. Zijn ze nerveus, bereiden ze zich goed voor of niet, is iemand een driftkikker. En de kleding natuurlijk. Daaraan kun je zien of ze op de course thuishoren.” Zaken die volgens Heystee niet op de course thuishoren, zijn het gebruik van krachttermen (“een uiting mag, maar het gaat om de wijze waarop”), het niet achter de bal staan als iemand slaat, lawaai maken en het op de green achter de hole gaan staan als iemand aan het putten is. “Golf is een individuele sport, maar hoe je op de baan met elkaar omgaat, is gewoon heel belangrijk.” Het fanatisme waarmee veel senioren zich aan de sport wijden, heeft volgens Heystee alles te maken met het soort mensen dat ze al waren. Ondernemers en managers die het gemaakt hebben in het bedrijfsleven, hebben nou eenmaal een bepaalde drive om dingen goed te doen. Het zijn prestatiegerichte mensen en die drang kun je in golf eindeloos botvieren.
Sophie Essenberg en Wim Heynis hebben 22 jaar lang een centrum voor tandheelkunde en -techniek gehad in Beverwijk. In 1994 ging Wim met pensioen en verhuisden ze naar Curaçao. Maar na 16 inbraken in 2,5 jaar tijd en een pistool tegen het hoofd van Heynis op klaarlichte dag, vonden ze het welletjes. Nu wonen ze al enkele jaren in een verbouwd, traditioneel Portugees boerenhuis vlak buiten Vale do Lobo. Op een dag kwam er pal voor hun huis een kavel grond vrij en uit angst voor wat ermee zou gaan gebeuren kochten ze die ook maar. Ze hebben er een tweede huis in aanbouw. En als dat af is, verkopen ze beide panden om alsnog een villa in het resort te kunnen betrekken. Daar komt bij dat Essenberg de kans kreeg om in Vale do Lobo een eigen tandartspraktijk te beginnen. Aanvankelijk zag ze dat niet zo zitten, maar nu heeft ze een bloeiende praktijk lopen waarin ze vijf halve dagen per week werkt. Aan goede gebitscorrecties is in een oord als Vale do Lobo, met al die rijke senioren, immers grote behoefte. “Er ligt hier een wereld open voor iedereen die zijn vak verstaat,” zegt ze. “De Portugezen hier kunnen het niet. Ik haal dan ook al mijn spullen – inclusief het kroon- en brugwerk – uit Nederland.”
Good manners
Het echtpaar Van den Brink uit 's-Gravendeel doet niet aan golf. Of liever gezegd, niet meer. Toen ze nog in Canada woonden, waar mijnheer van den Brink voor Barbie-producent Mattel werkte, speelden ze nog wel. “Maar dat is een gepasseerd station,” aldus Van den Brink. “Eigenlijk is het een nogal kinderlijk spelletje. Je zit in zo'n sociaal stramien met al die regeltjes en good manners die je moet vertonen.” En bridgen doen ze ook al niet. “Wij houden meer van cultuur. Daar hebben we zo onze eigen sociale kringen voor gevonden.” Overigens waarderen ze dat ook in Sander van Gelder, die overal in het resort moderne kunst heeft geplaatst, een galerie is begonnen en een klein auditorium heeft laten bouwen waar klassieke concerten zullen gaan plaatsvinden.
De Van den Brinks hebben twee jaar geleden een villaatje in Vale do Lobo gekocht, waar ze zo'n beetje de helft van het jaar doorbrengen. Niet via een offshore-constructie overigens, wil Van den Brink graag even kwijt. Evengoed is het een fraai huis, met een behoorlijke tuin erachter en een bescheiden zwembad (“elke ochtend een paar baantjes”), en op de eerste verdieping nog een extra zonneterras. Vanaf de tuin loopt een paadje naar beneden, waarlangs je binnen vijf minuten op het strand staat. Je kunt kiezen van welke diensten van het park je gebruik wilt maken. De vuilnisophaal bijvoorbeeld, of de administratie laten doen, of een abonnement op de bewaking. Van Gelder heeft mannetjes op driewielige scootertjes rondrijden, die dag en nacht komen controleren. Helaas heeft dat een boef er niet van kunnen weerhouden om bij de Van den Brinks in te breken en de videorecorder mee te nemen.
Als huiseigenaars zijn ze automatisch lid van de Proprietors' Club op het resort, die regelmatig bij elkaar komt. “Dat zijn over het algemeen leuke bijeenkomsten, zegt mevrouw van den Brink. “Veel Britten, en ze spelen ook heus niet allemaal golf.” Binnenkort zijn al die mensen ook lid van de door Van Gelder nieuw gecreëerde Club of Clubs. Een splinternieuw clubhuis is ervoor ingericht, voorzien van elke denkbare luxe in moderne stijl. De Van den Brinks zitten daar nou niet per se op te wachten, maar zullen straks in juli, als de nieuwe club de deuren opent, waarschijnlijk wel een kijkje gaan nemen.
“Het enige dat ik hier mis,” zegt hij, “is een mooie grote stad in de buurt. Het dichtst bij zijn Lissabon en Sevilla, allebei prachtig, maar minimaal 200 kilometer verderop.” In Faro, op 20 minuten rijden, gebeurt niet zo veel. Behalve dan vorig jaar, toen Pavarotti optrad in het voetbalstadion. Dat was prachtig, beamen de Van den Brinks. Daar was Van Gelder trouwens ook bij betrokken.
Pro-actief
Zeven jaar geleden heeft Dick Lavoo – de zwager van Willem van Kooten – de opbouw van het Castro Marim golfproject op zich genomen. Tropenjaren zijn het geweest: dammen bouwen om meren te creëren voor de watervoorziening en een enorme muur tegen een van de heuvels om de huizen te beschermen tegen landslides. De wegen zijn nog niet maar gedeeltelijk geasfalteerd en er wordt her en der druk gebouwd. Maar er ligt een golfbaan, er is een tijdelijk clubhuis en het definitieve clubhuis is al in de maak. Het krijgt de vorm van een kasteel (Lavoo: “Daar gaan we mee scoren.”) Ze hebben er onlangs nog in allerijl een stuk grond bij moeten kopen, anders hadden ze een eigen afslag vanaf de in aanbouw zijnde snelweg Sevilla-Lissabon wel op hun buik kunnen schrijven. Van Kooten: “Een vijfsterren project heeft een vijfsterren ingang nodig.”
Voort gaat het, in twee Range Rovers naar het strand, enkele kilometers verderop. Castro Marim heeft geen eigen strand, maar Van Kooten heeft vlakbij een strandtent kunnen bemachtigen, waar de lunch wordt gebruikt. Tijdens het nuttigen van sardines en dorades, overspoeld met een witte wijn van de streek, komen de verhalen los over de Portugese overheden die de ene na de andere barrière hebben opgeworpen. “De bureaucratie is hier echt drie keer zo erg als in Nederland.” Maar Lavoo heeft er zijn lering uit getrokken en is behoorlijk 'pro-actief' geworden. “Hier in het dorp gaan we het voetbalstadionnetje voor ze opknappen. Als dat voor elkaar is, kan die burgemeester niet meer om ons heen. We zijn hier trouwens al de grootste werkgever.”
Nu de golfbaan er ligt, komen de eerste inkomsten binnenstromen. Dat mocht ook wel, want Willem van Kooten heeft al meer dan 20 miljoen euro in dit megaproject zitten. Over het break-even point durft hij dan ook nog even niet te praten. “Ik ben bang dat ik dit voor m'n kinderen aan het doen ben.” Zelf heeft-ie ondertussen allang zijn hart aan de Algarve verloren. “Hier kun je nog heerlijke maaltijden krijgen voor zes euro,” roept-ie op de weg terug door het dorp. Bij de tegenwerping dat dat over een paar jaar wel voorbij zal zijn, blijft het even stil. En dan: “Tsja, dat is de vooruitgang.”