Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

‘The Internet of Things’ in praktijk: koken zonder nadenken en nooit meer koude voeten

Een smartphone en tablet verbonden met internet? Dat is pas het begin. Als het aan fabrikanten ligt is straks elk apparaat verbonden met de rest van de wereld.

Deze week is in Las Vegas de Consumer Electronics Show (CES). Al decennialang is deze beurs dé plek waar alle grote technologiebedrijven (behalve Apple) hun nieuwste gadgets tonen. Jarenlang draaide het op deze beurs vooral om computers en nóg betere televisieschermen. De laatste paar jaar is hier al een verschuiving zichtbaar richting andere producten. Dit jaar lijkt er sprake van een kantelpunt. Het draait opeens niet meer om tv's, computers of smartphones. Het draait nu om 'the internet of things'.

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Wat dat is? Het kan alles zijn. 'The internet of things' staat voor de filosofie dat alles om je heen, van kleding tot de koelkast, verbonden kan zijn met het internet. Dat kan veel voordelen hebben. Je kleding kan opeens laten weten wanneer het moet worden gewassen, of er scheuren inzitten of als het eigenlijk te klein voor je is. De koelkast kan keurig bijhouden wat over de datum is en natuurlijk boodschappen voor je bestellen. Het heeft ook nadelen, want doordat alles met het internet is verbonden, kan het ook allemaal worden gehackt.

Volgens The Verge is 'the internet of things' (ook wel IoT) het volgende grote ding, na je smartphone. En dat is te merken op de beurs. Alle grote fabrikanten – en (kleine) start-ups – presenteren ideeën hoe slimme apparaten het leven beter kunnen maken. En die zijn met regelmaat hilarisch. MT zet vijf opvallende producten op een rij.