‘Ik ken dat ding niet eens bijhouwe man. Das toch niet elektrisch of wel?’ De ‘Stromer’, een elektrische fiets die snelheden tot 45 km per uur kan halen, trekt vooral veel aandacht van snorfietsers. Want die haal je – mits niet opgevoerd – met gemak in. En dat zijn ze in Amsterdam niet gewend van fietsers.
18 mei, is het ‘fiets naar je werk-dag’. Autoleasemaatschappij ALD vond dat een mooi moment om hun nieuwste leaseproduct aan MT uit te lenen voor een recensie. Dat product is een highspeed bike. Een elektrische fiets, maar dan van een ander kaliber als de Batavussen waarmee de babyboomers over ‘s lands fietspaden zoemen.
De ‘Stromer’ die wij meekrijgen, haalt 45 km per uur, een beetje meer zelfs als je heel hard doortrapt. Dat betekent dat het wettelijk gezien een brommer is. De helm is verplicht, evenals een (brommer-) rijbewijs. Op het achterspatbord zit dan ook een geel kentekenplaatje.
Om hem goed te testen zijn we hem in gaan zetten op een traject dat normaal in de auto of in de trein wordt afgelegd. Elke dag rijdt de schrijver van dit artikel 27 km van Haarlem naar Amsterdam.
Snelheid: vergelijkbaar met ov, minder snel dan auto
Eerst het belangrijkste: komen we op tijd op ons werk vandaag. Het antwoord is ‘ja’. De Stromer legt het hele parcours af in iets minder dan 52 minuten; dat is precies even snel als de combinatie trein en metro, gemeten van deur tot deur. De auto is aanzienlijk sneller. ‘s Ochtends om 7:30 duurt het ritje met de auto tussen de 29 en 35 minuten.
In theorie zou het overigen nog veel sneller kunnen. Op het kaarsrechte fietspad tussen Amsterdam en Haarlem haalt de fiets een gemiddelde van dik boven de 40. In stad is het een ander verhaal. Stoplichten, bochtjes en veel fietsers nopen je ertoe de trapondersteuning niet op de maximale stand te zetten en de snelheid te beperken tot rond de 30. Waar je buiten de stad een brommer was, ben je nu een snorfiets. Wel heel fijn is dat je echt als allereerste weg bent bij een verkeerslicht.
Beetje verwarrend is het soms om te bepalen waar je moet fietsen. Officieel ben je een brommer, dus zou je op de rijbaan moeten rijden. Maar dat geeft rare blikken van automobilisten. Op het fietspad voelt beter thuis, maar dat mag weer niet.
Veiligheid
De kans op een ongeluk is ongetwijfeld het kleinst in de trein. De auto is ook veiliger dan de highspeed bike, zo is mijn inschatting. Je bent immers net zo kwetsbaar als een bromfiets.
Ik heb de fiets niet in de regen getest, maar dan is het waarschijnlijk oppassen geblazen. De wegligging is dankzij de brede banden prima, maar het zicht wordt dan wel een probleem.
Wat vooral levensgevaarlijk lijkt, is ‘s middags bij de bedrijfsborrel een paar biertjes drinken met als excuus ‘ ik ben toch op de fiets’. Een combinatie van overmoedigheid en gebrek aan concentratie is met snelheden van boven de 40 km per uur levensgevaarlijk.
Comfort
In de auto kun je altijd zitten en je zit droog. In de trein zit je ook droog, maar zitten is in de spits op dit traject geluk hebben. Als het lukt, kun je zelfs werken, en dan wint de trein het van de auto.
De fiets is gewoon hard werken en als je geen douche op je werk hebt, zul je je een beetje in moeten houden of je zult de zure blikken van je collega’s op de koop toe moeten nemen.
Wel heel fijn is dat je hem thuis aan het stopcontact kunt laden, de accu is ook nog eens te verwijderen en los op te laden. In een uurtje of twee heb je de batterij weer vol en kun je dik 50 km met maximale ondersteuning afleggen.
En mocht je onverhoopt zonder batterij komen te zitten, dan is dat geen probleem. Er zitten voldoende versnellingen op de fiets, dus hij fietst als een gewone stadsfiets.
Funfactor
Hier wint de highspeed bike met gemak. Het is een feest om met dit ding te rijden. En het voelt vooral goed om voordat je de hele dag in je bureaustoel hangt al wat aan lichaamsbeweging gedaan te hebben.
Prijs highspeed bike
Wat is de goedkoopste vorm van vervoer? Dat hangt natuurlijk volledig af van de afspraken met je werkgever. De auto is – vanwege de bijtelling en het feit dat autorijden veel meer koste dan de gebruikelijke 19 cent per km – veruit de duurste optie. OV wordt vaak geheel vergoed.
De highspeed bike is met een prijs van 3500 tot 4000 euro misschien duur in aanschaf, maar voor wie meer dan 20 km moet afleggen, is hij al snel rendabel. Ook als je leaset kan het al snel ‘kostenneutraal’ omdat de kilomterprijs onder de 19 cent ligt.
Conclusie: Tesla met trappers voor in de polder
De highspeed bike is uitermate geschikt als je lange stukken moet rijden op binnenweggetjes en fietspaden waar je ook mag ‘brommen’. In Amsterdam, waar het wemelt van fietsers en scooters en je om de zoveel meter in de remmen moet en je de rijbaan gebruikt, is het voordeel een stukje kleiner. Maar goed, de meeste Nederlanders wonen ook niet in Amsterdam.
