Winkelmand

Geen producten in je winkelwagen.

Tax & Legal – De Belastingdienst gaat horizontaal

 

De tijd van fiscale trucjes is voorbij. Bedrijven spelen liever op zeker en willen in een vroeg stadium weten waar ze fiscaal aan toe zijn. De Belastingdienst speelt daarop in met horizontaal toezicht.

 

 

In een zo laat mogelijk stadium een aangifte indienen vol fiscale discussiepunten, dat was tot voor kort usance bij veel Nederlandse bedrijven. Vervolgens nam de Belastingdienst, speurend naar fouten, de tijd voor uitvoerig boekenonderzoek. Gevolg: er konden jaren overheen gaan eer de aangifte rond was en de hoogte van de aanslag kwam als een volslagen verrassing. "Het gebeurde wel eens dat na zes of zeven jaar de aangifte nog niet afgehandeld was", zegt Theo Poolen, lid van het managementteam van de Belastingdienst. "Het is lastig om feitenbestanden over bijvoorbeeld fusies en overnames van jaren en jaren geleden te controleren. Vaak werken de mensen die er toen bij betrokken waren niet eens meer bij het bedrijf. Daarna moet er nog fiscale duiding aan die informatie worden gegeven. En waar twee fiscalisten discussiëren, zijn er drie visies. Al met al een moeizaam, stroperig proces." Bedrijven beklaagden zich bovendien over de heersende sfeer van wantrouwen.

Het was een paar jaar geleden aanleiding om te gaan nadenken over een nieuwe aanpak, waarbij de zaken soepeler verlopen door vroegtijdig overleg tussen bedrijf en Belastingdienst over de fiscale risico's. Het tij zat mee, omdat na de Amerikaanse boekhoudschandalen rond de eeuwwisseling de regelgeving werd aangescherpt. Bedrijven, ook Nederlandse, zagen zich gedwongen hun risico's beter in beeld te krijgen. Zonde om die informatie niet te gebruiken, vond Poolen. Daarnaast veranderde zoetjesaan de mentaliteit. Poolen: ‘Voorheen waren bedrijven gespitst op fiscale constructies. De laatste jaren zijn zij eerder risicomijdend en wil de raad van bestuur zekerheid hebben over de fiscale consequenties van de bedrijfsvoering." Hij vervoegde zich bij enkele raden van bestuur van grote Nederlandse ondernemingen om de animo te peilen. De bedrijfsfiscalist sloeg hij daarbij even over, omdat hij in de eerste plaats mikte op commitment bij de top. Hij vond een vruchtbare voedingsbodem.

Geen boekenonderzoek

Bij horizontaal toezicht bespreken bedrijf en belastinginspecteur vóór de aangifte alle fiscale onduidelijkheden en onderwerpen waarover verschil van inzicht kan ontstaan. Het bedrijf geeft daarbij volledige openheid van zaken. Enige uitzondering is de correspondentie met adviseurs, die mag het bedrijf voor zich houden. Als het dan ook nog kan aantonen de interne processen en fiscale risico's goed op een rijtje te hebben, is boekenonderzoek meestal niet meer nodig en kan de aangifte rap worden afgehandeld. Daarbij wordt ook gebruikgemaakt van het werk dat een externe accountant al heeft verricht.

Zoals het bedrijf het niet eens hoeft te zijn met de inspecteur, zo houdt de Belastingdienst wel het recht om toch boekenonderzoek te doen. Poolen: "Wij hebben vertrouwen, geen blind vertrouwen. Maar als de samenwerking goed werkt, zal controle achteraf tot een minimum worden beperkt. We doen steekproeven op het toezicht en naar onderbelichte zaken kunnen we een deelonderzoek uitvoeren."

Kan niet beter: niet alleen verloopt het hele proces sneller en efficiënter, bovendien weet het bedrijf al van tevoren hoeveel er gereserveerd moet worden voor de aanslag. Eén maar: de het interne beheersingssysteem moet in orde zijn, en dat is niet bij elk bedrijf een vanzelfsprekendheid. Gangbare methode is tegenwoordig het zogeheten tax control framework (TCF) waarmee processen, risico's en beheersmaatregelen van de fiscale organisatie in kaart worden gebracht. Dat vraagt wel wat inzet van de financiële afdeling en zal mogelijk enige begeleiding vergen van externe adviseurs.

Al is er geen blauwdruk, zegt Poolen. "We willen niet doorschieten naar hét perfecte systeem. Iedereen doet het op zijn eigen manier. Als bedrijven er nog niet zo ver mee zijn, denken wij graag mee en delen onze expertise. Ook hierbij is het handig als wij in een vroeg stadium meekijken. Het kan gebeuren dat een bedrijf vindt dat zijn TCF de belangrijkste risico's perfect in kaart brengt, terwijl de Belastingdienst andere dingen belangrijker vindt."

Flitsende relatie

Het contact tussen bedrijf en inspecteur kan behoorlijk innig zijn. Als er relevante zaken spelen, bijvoorbeeld een grote overname, is maandelijks overleg geen uitzondering. De Belastingdienst belooft snel nadat het probleem ter tafel is gekomen, uitsluitsel te geven. Dat betekent dat er aardig wat mankracht nodig is. Haalbaar? "Doorgaans lukt dat", zegt Poolen. "We maken in elk geval enorme vorderingen en we krijgen geen klachten dat we het niet waarmaken. Het is voor ons intensief, maar de kost gaat nu voor de baat uit. Als we na de aangifte op zoek moeten naar complexe bestanden hebben we uiteindelijk meer mensen nodig."

Het horizontale toezicht is al aardig op stoom gekomen. Inmiddels is proefgedraaid met veertig grote bedrijven en de eerste bevindingen zijn positief. Naar verwachting wordt de aanpak op korte termijn breed uitgerold onder de grote bedrijven. Verder zijn er gesprekken met honderd middelgrote bedrijven. Ook met deze ondernemingen wordt een individueel convenant afgesloten, waarin afspraken over het proces worden geformaliseerd. Geen Angelsaksisch document van 73 pagina's, maar niet meer dan anderhalf A4'tje. Zo'n convenant is geen absolute noodzaak. "Als bedrijven op een convenantachtige manier willen samenwerken, ook prima", zegt Poolen. "Sommige mensen hebben de relatie met hun partner op een briefje staan, maar het loopt totaal niet. Anderen leggen het niet vast en hebben een flitsende relatie. Geen dwang van onze kant."

Niet alleen bedrijven, ook steeds meer gemeenten, provincies en andere (semi-) overheidsorganisaties als corporaties gaan horizontaal. In totaal komen de ongeveer 12.000 grootste bedrijven in Nederland in aanmerking voor een individueel convenant. Kleinere bedrijven kunnen ervoor terecht bij intermediairs waarmee zij zaken doen, zoals hun accountant of fiscaal adviseur. Ook met hen worden nu in rap tempo convenanten gesloten.

Vooroverleg

Nederland loopt voorop met het horizontale toezicht, zegt Poolen niet zonder trots. Bij de Oeso en de EU is het onderwerp door Nederland op de kaart gezet. Inmiddels zijn er al diverse verzoeken van andere landen binnen om hen te adviseren bij een vergelijkbare aanpak. "Nederland heeft van oudsher een cultuur van vooroverleg", verklaart Poolen. "Dat geeft ons een voorsprong." Voor het poldermodel dat zo geregeld onder vuur ligt, betekent dat eindelijk weer eens een opsteker.

Grietje de Vries (USG People)

'Je probeert er samen uit te komen'

Taxdirecteur Grietje de Vries van uitzendconcern USG People is blij dat met de introductie van horizontaal toezicht het vertrouwen tussen fiscus en het bedrijfsleven is hersteld. In het verleden kon zij prima overleggen met de belastinginspecteurs waarmee zij – destijds als belastingadviseur – zaken deed, maar in de jaren negentig verslechterde de relatie tussen Belastingdienst en belastingplichtigen en kwam er meer wantrouwen. "Het contact werd slechter omdat de inspecteur minder vrijheid had om zelf te beslissen over issues. Hij moest in veel gevallen terug naar een kennisgroep en vervolgens duurde het maanden voordat je uitsluitsel kreeg."

Er is nu eerder overleg met de Belastingdienst over mogelijke risico's. "Dat werkt ontzettend plezierig", vindt De Vries. "Er zullen nog steeds discussiepunten zijn, maar je probeert er samen uit te komen." Gevolg: het bedrijf weet in een vroeg stadium waar het aan toe is. En het is veel efficiënter werken. Zo worden in rap tempo achterstanden van aangiften uit het verleden weggewerkt. "Vroeger liep je vaak jaren achter. Nu is er binnen afzienbare tijd na indiening van de aangifte mondeling overleg met de inspecteur, waarbij alle vragen en discussiepunten aan de orde komen. Voor ons is de informatie dan nog vers en zijn vragen makkelijker te beantwoorden. Een aangifte kan op deze manier binnen zes maanden zijn geregeld."

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

USG People loopt in sneltempo de achterstanden in: een half jaar geleden was De Vries nog bezig met de aangiften 2006, inmiddels is ze bij 2007 aangeland en eind dit jaar moeten de aangiften van 2008 klaar zijn.

Een convenant vindt De Vries geen must. "Wij werken nu voor de vennootschapsbelasting op basis van het horizontaal toezichtmodel, maar zonder convenant. Vertrouwen is de basis."