Geen producten in de winkelwagen.
‘We will rock you’ en ‘Het is stil aan de overkant’, een feest zonder Kleintje Pils is geen feest. Sinds de oprichting in 1975 weet dit dweilorkest menig sporthart tijdens grote evenementen sneller te laten kloppen.
Bandleider Ruud Bakker werd onlangs benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau en Kleintje Pils mag zich Koninklijk onderscheiden Oranje-orkest noemen. Hoe komt het dat dit muzikale elftal zo succesvol is? En is Nederland het enige land met een eigen pretband?
De Olypmpische Spelen in Nagano, Sydney, Salt Lake City, Turijn. Volgende halte: de Chinese Muur, Kuala Lumpur en Maleisië. Puur vrijwillig, want alle bandleden hebben naast het spelen in de band een ‘normale’ baan. “Het is echt voor de pret en we hadden nooit verwacht dat het ook van langere duur zou zijn”, aldus Bakker.
Dit alles begon in 1975, toen een stel jongens in de leeftijd van veertien tot en met zestien jaar besloot mee te doen aan het populaire programma ‘Stuif es in’. Kinderen konden in dit programma iets laten zien waar ze goed in waren. De leden van de band deden mee aan een lokale voorronde van een plaatselijke muziekvereniging en stoomden zo door naar de nationale televisie. “Er zat niet echt een idee achter.” Na hun deelname aan dit kinderprogramma traden ze vooral op tijdens carnaval.
Het balletje ging pas goed rollen toen Kleintje Pils op een winterochtend besloot om tijdens de Elfstedentocht van ‘86 naar Friesland te rijden en daar op het welbekende bruggetje van Bartlehiem te gaan spelen. “Toen kwamen we terecht in het schaatswereldje en stonden we later opeens tijdens Wereldkampioenschappen en Olympische Spelen op te treden. We mochten zelfs voor het huwelijksfeest van prins Willem-Alexander en prinses Màxima spelen.” Volgens Bakker stelt het publiek de optredens erg op prijs en zetten schaatsers zelfs hun beste optredens neer als de sfeer beter is. “Schaatsers zeggen wel eens dat ze de beste prestaties in het Thialf leveren, omdat ze daar opgezweept worden door het publiek en door de goede sfeer die daar hangt.”
Kleintje Pils is uniek in haar soort. Geen enkel ander land heeft een dergelijke pretband. Dit is geen toeval, aldus Bakker. “Je zet niet zomaar wat mensen bij elkaar. Het is een traditie en het hoort bij onze cultuur. Zo wilden ze het in Engeland ook proberen, maar zover ik weet is het daar nooit gelukt.” Bakker draagt overigens wel een warm hart toe aan dit land. In 1996, tijdens het EK voetbal in Engeland, trad de band daar op om het hooliganisme tegen te gaan. “Wij stonden tussen de Engelse en supporters te spelen en het was echt een Hollands feestje tussen de Engelse voetbalfans.”
De bekroning op het werk kwam toen het dweilorkest en bandleider Bakker koninklijk onderscheiden werden. Naast het optreden, doet Kleintje Pils ook veel voor goede doelen en waren ze mede daardoor aanbevolen bij de koningin door onder andere Erica Terpstra en Anton Geesink. De ex-judoka verklaarde in de Telegraaf dat “de jongens fantastisch werk doen.” Om zijn lofrede te vervolgen met: “Tijdens de pauzes maken ze er voor het publiek één groot feest van. Bovendien doen ze dit al jaren. Daar mag best eens waardering voor komen.” Bakker beseft zich maar al te goed dat dit niet voor iedereen weggelegd is. “Dat was erg bijzonder, omdat de muziek die wij maken niet het meest gewaardeerde genre is en vaak als volkse muziek gezien wordt. Bovendien zijn we allemaal best jong voor zo’n hoge onderscheiding.”
