Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Streepjescode plus

Een turbo-streepjescode, dat is de radio frequency identification (rfid)-chip. Zoals internet de wereld in de jaren negentig op zijn kop zette, zo zouden deze chips dit decennium alles kunnen veranderen. Ronkende taal, maar nu nog de praktijk.

Eind vorig jaar had de Amerikaanse winkelketen Walmart een verrassing in petto voor haar grote leveranciers: vanaf 1 januari 2005 moeten zij al hun pallets en containers voorzien van rfid-chips. Het Amerikaanse ministerie van Defensie en de Duitse winkelketen Metro, de op vier na grootste ter wereld, volgden begin dit jaar met een zelfde eis. Bij Metro moeten de elektronische labels al in november van dit jaar op de grootverpakkingen van haar leveranciers zitten. In Nederland begon Ahold vorige maand met een aantal experimenten. Deze trend wordt een goudmijn, verklaarde BusinessWeek nog geen maand geleden. Om daar aan toe te voegen: in ieder geval voor de leveranciers van de chips. De opvolger van de streepjescode. Zo wordt de rfid-chips (radio frequency identification) wel genoemd. De chips vervangen deels de zwart-witte zebracode die sinds 1974 op verpakkingen wordt afgedrukt. Zet een scanner in het magazijn, en binnen enkele seconden valt te overzien hoeveel van welke producten er aanwezig zijn. Zonder langs de schappen te hoeven lopen. Zelfs zonder ook maar een doos te openen. Bovendien kan op een chip veel meer informatie worden opgeslagen over het product. Wanneer is het gemaakt? In welke fabriek is het vervaardigd? Tot wanneer is het houdbaar? Dat is revolutionair, menen sommige deskundigen. Voorraden kunnen veel nauwkeuriger en efficiënter worden beheerd. En moet een product onverhoeds van de schappen worden gehaald, omdat er glas in een partij jam terecht is gekomen? Met rfid valt – in theorie – te achterhalen waar de besmette potjes terecht zijn gekomen. Zoals internet de wereld in de jaren negentig op zijn kop zette, zo zouden deze chips dit decennium alles kunnen veranderen. Tenminste zo beweren analisten in het tijdschrift Wired. “Dit,” zegt Erwin Veer van Ahold in Nederland, “zien wij als een van de grootste ontwikkelingen van het komende decennium.”

Pak melk

De technologie achter rfid is niet nieuw. Al in de Tweede Wereldoorlog werd ermee geëxperimenteerd. Het werkt zo: op de chip kan informatie worden opgeslagen. De chips zelf zijn passief. Ze kunnen worden geactiveerd door een scanner. Dit apparaat zendt een elektromagnetisch signaal uit. In dat signaal zit genoeg energie om de chip te activeren en vanuit de chip een signaal terug te sturen naar de scanner.
Dure chips en een gebrek aan standaarden zorgden ervoor dat er lange tijd nauwelijks interesse voor de technologie was. Een paar jaar geleden veranderde dat. De prijzen voor de chips daalden, en een aantal grote retailers, waaronder Carrefour, Tesco en Ahold, staken de koppen bij elkaar om te zien of er afspraken te maken vielen. Twee jaar van gesteggel en geharrewar later was het zover. In september 2003 werd de standaard voor de EPC (Electronic Product Code) bekendgemaakt en konden de winkelbedrijven ermee aan de slag. Klanten zullen er vooralsnog weinig van merken. Aanvankelijk, zo luidde de belofte van rfid, zou er op iedere zak chips en elk pak melk een chip komen. Klanten konden dan sneller afrekenen. Ze hoefden misschien wel helemaal nooit meer in de rij te staan bij de kassa. Dankzij rfid wordt het mogelijk om zelf af te rekenen. Even het mandje langs de scanner halen, bankpas invoeren, pincode intoetsen en wegwezen. Dat scenario is vooralsnog toekomstmuziek. Om ieder los product van een rfid-chip te voorzien, moet de prijs dalen tot onder de vijf cent. Nu kosten ze nog twintig cent. En ondanks alle juichverhalen kan het nog wel een jaar of tien duren voordat de chips goedkoop genoeg zijn, voorspelt onderzoeksbureau Forrester. Vooralsnog wordt de chip dan ook vooral achter de schermen gebruikt. Ahold begint dit jaar met vier experimenten om het gebruik van rfid-chips te testen. In een aantal magazijnen krijgen kratten en rolkarren rfid-chips opgeplakt. Zo’n dertig tot veertig leveranciers is verzocht om mee te werken. Als alles goed gaat, zal de technologie eind dit jaar of begin volgend jaar binnen het hele bedrijf ingezet gaan worden. “Het grootste voordeel,” zegt Erwin Veer, “is dat we real time inzicht krijgen in de aanvoerketen.” Het is te veel werk om een vrachtwagen met twaalfhonderd kratten kipfilet en varkensschnitzels met de hand te scannen. “Met rfid haal je de karren waar ze op staan door een detectiepoortje, en weet je precies waar je producten wanneer zijn.”

Dure grap

Lang niet iedereen is enthousiast over de nieuwe technologie. Voor de leveranciers van Walmart bijvoorbeeld, lijkt het voorlopig op een dure grap uit te lopen. Zij moeten hun pallets voorzien van chips, maar mogen de prijzen niet verhogen. ‘Think Strategically’ heet dat bij Walmart. De leveranciers moeten maar bedenken hoe zij met de nieuwe technologie zelf ook kosten kunnen besparen. Maar in interviews met onderzoeksbureau Forrester geven zij aan dat ze nog geen enkel idee hebben hoe rfid hun kan helpen efficiënter te worden. Om aan de eisen van Walmart tegemoet te komen, is een leverancier al snel negen miljoen dollar kwijt, becijferde Forrester.
Charles Homs, onderzoeker bij Forrester, ziet nog een aantal hobbels. “De wetgeving in veel landen is nog niet genormaliseerd. Vaak wordt iets in Amerika bedacht. Dan staat men er niet bij stil dat zoiets in Europa niet kan worden uitgevoerd.” In Europa zijn er bijvoorbeeld wetten die het weggooien van elektronische producten aan banden leggen. In Amerika kunnen fabrikanten hun kartonnen grootverpakkingsdozen voorzien van een rfid-chip. Maar in Europa moet daar dan een heel recyclingsysteem voor opgezet worden. “Er wordt heel hard van stapel gelopen. Maar niemand kijkt eigenlijk: wat laat de regelgeving toe.” “Rfid staat nog in de kinderschoenen,” zegt Arjen Heeres, coo van het Nederlandse softwarebedrijf Quintiq. “De technologie krijgt heel veel aandacht, maar eigenlijk kun je er nog niet zo heel veel mee.” Op lange termijn gaat dat wel veranderen, denkt Heeres. “Rfid past in een grotere ontwikkeling. In allerlei bedrijfsprocessen komt steeds meer data real time beschikbaar. Eerst kwamen de boordcomputers, toen satellietnavigatie, nu rfid. Waar is welke vrachtwagen met welke lading? Welke chauffeurs zijn nu beschikbaar?” Maar aan alleen die data hebben bedrijven niets. “Het gaat erom dat je moet berekenen wat de consequenties zijn. Wat als een container pas in Dijon is, terwijl die al in Lyon had moeten zijn? Wat betekent dat voor een klant in Marseille? Hoe kun je daar op inspelen? Het wordt pas interessant als je een extra laag aan kunt brengen over de kale gegevens.” Bedrijven als Oracle kondigden al aan om speciale software te gaan maken die aansluit op deze ontwikkelingen. En om aan te geven hoe groot de verwachtingen zijn: grote ophef ontstond er toen ook Microsoft aankondigde zich op deze markt te willen gaan storten. Dat kon wel weer eens een nieuwe browser-oorlog worden. Ook Quintiq maakt planningssoftware die helpt grip te krijgen op bedrijfsprocessen. Al blijft Heeres er vooralsnog nuchter bij: “Uiteindelijk zal rfid bedrijven kunnen helpen hun lead time korter te maken of hun voorraden kleiner. Maar de infrastructuur die daarvoor nodig is, zal eerst nog moeten worden uitgerold. En de software nog geschreven.”

Distributieland

Nederland loopt inmiddels achter bij de invoering van rfid, meent Homs. Hebben de bedrijven gelijk? Is het zonde om zo veel geld te steken in een technologie die vooralsnog niet zo heel veel oplevert? Homs: “Worden bedrijven er financieel wijzer van als ze dit snel invoeren? Nee. Aan de andere kant: Nederland is natuurlijk een distributieland. Deze technologie kun je juist daar goed inzetten. Als je dan kijkt wat er in Duitsland bij Metro gebeurt, dan lopen we dus al een jaar achter.”

Rfid in 7 vragen

Wat is rfid?
Radio frequency identification (rfid) is een verzamelnaam voor technologieën die radiogolven gebruiken om automatisch individuele items te herkennen. De meest gangbare methode is het opslaan van een serienummer waarmee een product geïdentificeerd wordt op een microchip met antenne (gezamenlijk rdif-tag genoemd). Met de antenne verzendt de chip de informatie naar een lezer. De lezer zet de radiogolven weer om in informatie die verwerkt kan worden door computers.
Zijn de radiogolven van rfid gevaarlijk voor de gezondheid?
Niet gevaarlijker dan de golven van uw autoradio.

Waarom is rfid beter dan de streepjescode?
Rfid is niet per se beter. Het zijn twee verschillende technieken met toepassingsmogelijkheden die soms overlappen. Het belangrijkste verschil is dat een streepjescode zichtbaar moet zijn om gelezen te kunnen worden, en een rfid-tag alleen maar in de buurt van een lezer hoeft te zijn. Bovendien geven barcodes slechts informatie over de producent en het product, niet over het individuele item. De streepjescode op elk pak melk is hetzelfde, waardoor er niet aan af te lezen is welk pak het eerst de uiterste houdbaarheidsdatum overschrijdt.

Zal rfid de streepjescode verdringen?
Waarschijnlijk niet. De streepjescode is goedkoop en efficiënt voor sommige toepassingen.

Is rfid nieuw?
Nee, er wordt al mee gewerkt sinds de Tweede Wereldoorlog.
Waarom duurt het dan zo lang voordat het algemeen geaccepteerd is?
Gebrek aan een standaard. Veel bedrijven die rfid gebruiken, doen dat alleen intern, op een manier die niet uitwisselbaar is met andere bedrijven.

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Nog meer obstakels?
De kosten. Een rfid-lezer begint bij 1000 euro. Een beetje bedrijf heeft al snel duizenden lezers nodig om alle fabrieken, opslagplaatsen en winkels te voorzien. En de tags zijn ook duur – minimaal twintig cent per stuk, vaak meer, afhankelijk van de toepassing. Te duur dus om miljoenen artikelen die slechts een paar euro kosten mee te labelen.
Bron: rfidjournal.com

Rfid voor de consument
De technologie achter rfid wordt de laatste jaren ook verwerkt in een groeiend aantal consumententoepassingen. Vaak wordt dan gesproken over near field technology. Zo zijn sommige moderne autosleutels uitgerust met een rfid-chip. Bij het starten controleert een zendertje in de auto of wel de originele sleutel in het slot is gestoken.
In Hong Kong wordt de technologie gebruikt in de Octopus-kaart, een soort draadloze chipknip. Gebruikers kunnen een bedrag op de kaart zetten en er dan mee betalen in de metro, de bus, de taxi of in winkels. Even de portemonnee, tas of jaszak waar de kaart in zit voor de scanner houden, is genoeg om af te rekenen. Ruim 90 procent van de bevolking maakt inmiddels gebruik van de Octopus-kaart.
Philips, fabrikant van rfid-chips en consumentenelectronica, ziet toekomst in deze technologie, zegt Dirk Morgenroth, marketing manager bij Philips Semiconductors. Vooral in combinatie met de mobiele telefoon. In de laboratoria wordt druk gestudeerd op nieuwe toepassingen. Morgenroth: “Stel je hebt een computer die is uitgerust met een rfid-scanner. Op internet koop je een concertkaartje. Hou dan je telefoon naast de scanner, en de informatie wordt opgeslagen op de rfid-chip in je telefoon. In de concertzaal staan ook weer scanners. Hou daar je telefoon weer bij in de buurt, en je krijgt vanzelf toegang.” Een andere mogelijkheid: je ziet een reclameposter hangen in de stad, en wilt meer informatie. Hou je mobiele telefoon of pda tegen de zuil aan, en voila: de url van een website met aanvullende informatie wordt overgebeamd.
Nederlanders zullen in de nabije toekomst met nft te maken krijgen. De nieuwe openbaarvervoerkaart die op dit moment wordt ontwikkeld, zal worden uitgerust met een draadloze chip. Bus-, tram- en treinreizigers kunnen dan afrekenen door net als in Hong Kong hun kaart in de buurt van de scanner te houden. In het voorjaar van 2005 worden in Rotterdam de eerste proeven met dit systeem gehouden.