Twee mannen die onverwacht moesten stoppen ‘om gezondsredenen' zoals dat heet. Na een lange revalidatie gingen ze weer aan de slag. Diederik Habbemqa en Bart in 't Hout over hun ervaringen voor, tijdens en na de klap: hoe keerden ze terug aan de top?
Bart in ‘t Hout (60)
start op zijn 23e bij de AVRO, waar hij diverse functies uitoefent en lid wordt van het management team. Na negentien jaar maakt hij de overstap naar de commerciële televisie en wordt hij onder andere directeur van Stokvis Producties, adjunct programmadirecteur bij RTL5 en een van de oprichters van de SBS groep, waar hij uiteindelijk de functie van algemeen directeur bekleedt. Die functie moet hij in 2004 neerleggen als hij wordt geveld door een herseninfarct. Na zijn revalidatie gaat hij weer aan de slag bij RTL5 als algemeen programmadirecteur. Op dit moment doet hij even helemaal niets.
Diederik Habbema (56)
is al zijn hele leven horecaondernemer en heeft recentelijk nog een nieuwe koffiesalon geopend. Daarnaast begint hij in 1986 samen met twee collega's het direct marketingbureau Kern, Habbema & Yap, dat al snel marktleider wordt. De Publicis Group neemt het bedrijf over en Habbema wordt directeur van de Publicis Holding Group Nederland. In 2001 neemt hij een sabbatical van een jaar. Als hij in een jaar later weer wil gaan werken, wordt een gezwel bij hem ontdekt. De diagnose: non-hodgkin kanker. Begin 2003 start hij volledig genezen als ceo bij Leo Burnett. Op dit moment doet hij vooral interim-klussen.
In ‘t Hout: "De oorzaak? Ik wilde de geneugten van het leven nog wel eens proeven. We draaiden bij SBS weken van tachtig tot honderd uur en roken is de enige ontspanning die er is tijdens de nachtelijke uren. Ik rookte twee en een half pakje per dag. En daar hoorde natuurlijk een borrel bij, waardoor mijn gewicht ook de verkeerde kant uitging."
Habbema: "Mijn ziekte had niets te maken met hard werken en ongezond leven. Ik was twintig jaar gestopt met roken en op het toppunt van mijn gezondheid. Ik at elke ochtend al linksdraaiende yoghurt. Veel mensen zeiden ook: ‘Jemig, jij bent juist altijd zo gematigd!' Ik had me geestelijk nog nooit zo goed gevoeld. Toen werd bij toeval, tijdens een routineonderzoek aan mijn aorta, een gezwel zo groot als een tennisbal ontdekt. Non-hodgkin kanker, was de diagnose. Het zat tegen mijn alvleesklier aan."
In ‘t Hout: "Ik ben het me niet bewust geweest, het is waarschijnlijk in een flits gebeurd. Het was tweede Pinksterdag en ik kwam terug uit Amerika. Ik dacht dat ik een jetlag had, want er traden rare verschijnselen op. Ik kon niet goed over een rechte lijn lopen en een kopje terugzetten op een schoteltje lukte ook niet. Toen ik 's nachts na een paar minuten slaap weer wakker werd en in de spiegel keek, hing mijn mond. Dan weet je het wel."
Habbema: "Ik heb anderhalve maand gedacht dat ik dood ging. Nog steeds denk ik dat ik gewoon niet goed heb geluisterd. Ik had begrepen dat het op mijn pancrias zat. Dan heb je een kans van een op tien, zo las ik op internet."
In ‘t Hout: "Tijdens mijn eerste nacht in het ziekenhuis heb ik de moed opgegeven. Ik lag aan vier slangen, hoorde de meters achter me en dacht: dit is het dan. Met een slaapmiddel heb ik tot drie uur geslapen, daarna heb ik wakker gelegen. Toen belde mijn vrouw om half acht en besloot ik te gaan vechten. Sterven kan altijd nog. Ik ben wel meer fatalistisch geworden. Vroeger stierf ik van de vliegangst, tegenwoordig zit ik fluitend in een vliegtuig."
Habbema: "Pas toen ik een tegen-MRI deed, kwam ik erachter dat het inderdaad in de buurt van mijn pancrias zat, maar meer bij mijn lymfen. En dat ik dus niet dood ging."
Heimwee naar collega's
In ‘t Hout: "Ik heb uiteindelijk anderhalf jaar thuis gezeten. De dames bij de revalidatie trekken je er doorheen. Je wordt op de fiets gezet, je gaat wandelen. Ik heb hard moeten werken, ook aan mijn gezondheid. Mijn drive was niet verdwenen, hij zat in een andere hoek. Ik heb jarenlang honderd uur per week gewerkt, waarom zou je dan ook niet honderd uur per week aan je gezondheid kunnen werken? Met zo'n instelling herstel je makkelijker."
Habbema: "Dat geloof ik ook wel, die instelling had ik zelf ook. Zes weken lang ben ik bestraald, maar uiteindelijk ben ik er toch een jaar mee bezig geweest. Vooral met moed verzamelen om weer aan het werk te gaan."
In ‘t Hout: "Ik had heimwee naar collega's. Eens in de twee weken haalden ze me op, om te lunchen. Dat vond ik erg fijn, want in die tijd was ik aangewezen op anderen. Ik mocht niet autorijden, ik heb zelfs opnieuw examen moeten doen. Dat maakte wel indruk op me."
Habbema: "Als je ziek wordt, valt je vaste structuur weg. Dat is erg raar, het lijkt alsof je vroeg gepensioneerd bent. Dat je opgevangen wordt, is dan inderdaad erg leuk. Mensen zijn ook heel eerlijk. Soms zeiden ze: 'Ik belde je op en was blij dat je niet opnam.' Maar ik ben gewoon doorgegaan. Sinds ik eind 2002 weer helemaal beter ben, heb ik er nooit meer aan gedacht."
In ‘t Hout: "Bij mij is mijn ziekte een integraal onderdeel van mijn leven geworden. Logisch ook, want het hangt veel meer dan bij jou samen met mijn levensstijl."
Habbema: "Heb je niet meer gerookt en gedronken?"
In ‘t Hout: "Ik rook al vier jaar en 28 dagen niet meer. Elke dag probeer ik vijf kilometer te lopen en ik drink alleen af en toe een glaasje rode wijn. "
Habbema: "Werkte je na je ziekte ook minder lange dagen?"
In ‘t Hout: "In mijn laatste baan als algemeen programmadirecteur bij RTL5 werkte ik vier dagen per week en deed ik geen avondwerk meer."
Habbema: "Kan je dan nog goed functioneren in een lijnfunctie?"
In ‘t Hout: "Ja. Ik gaf leiding aan drie programmadirecteuren, dat ging nog wel. Een bepaalde periode was ik geobsedeerd door mijn ziekte. Ik was genezen en ogenschijnlijk ging alles prima. Maar als ik iets voelde dacht ik meteen dat er iets aan de hand was, daar werd ik stapelgek van. De beste manier om daar vanaf te raken, is te gaan werken. Dan heb je geen tijd om je op jezelf te concentreren, dus ik ben bewust weer aan de slag gegaan."
Habbema: "Ik niet. Op 1 januari 2003 werd ik opeens gevraagd als ceo bij Leo Burnett, 5 januari was ik aan het werk. Het eerste half jaar ging ik op woensdagmiddag naar huis om te slapen, fysiek was het toch erg zwaar. Maar ik was blij om weer te kunnen werken."
De weg terug
In ‘t Hout: "Jij doet tegenwoordig interim-klussen, dat lijkt me een fantastische oplossing."
Habbema: "Nou, in eerste instantie ben ik dus ceo geworden bij Leo Burnett. Ik was gestopt met werken, omdat ik iets anders wilde doen na twintig jaar in de reclamewereld. Na mijn ziekte heb ik uit veiligheid toch gekozen voor iets waarvan ik wist dat ik het kon. Dat vind ik achteraf jammer, ik had in die periode ook al iets anders kunnen gaan doen."
In ‘t Hout: "Dat heb ik ook gedaan hoor. Puur en alleen om te bewijzen dat ik het weer aankon, dat was erg belangrijk voor me. Erg creatief is het niet, maar wat moet je dan?"
Habbema: "Goede vraag. Als ik eerlijk ben was ik na mijn ziekte ook minder scherp. Uit voorzorg heb ik toen de veilige weg gekozen en daar voelde ik me goed bij, maar dat zou ik nu niet meer doen. Het bedrijf waar ik kwam te werken was kleiner, alles was kleinschaliger. Terugkijkend had ik dat wel beter mogen doen. Nu heb ik als voorwaarde dat het werk leuk en inspirerend moet zijn. Dat had ik net na mijn ziekte niet kunnen doen, dat durfde ik niet."
In ‘t Hout: "Het staat niet in de boekjes hoe het moet, en dan komt dit op je pad. Het is niet verrassend, maar wel vertrouwd. Je weet: de problemen die zich daar voordoen kan ik aan. Uiteindelijk kan je alleen terugkomen door keihard te werken. De eerste dag ben je angstig, maar je stapt terug in wat vertrouwd is. Na een dag weet je niet meer beter. Toch is het anders. Vroeger nam ik zaken veel eerder voor waar aan. Dat ik honderd uur per week werkte, betekende bijvoorbeeld dat ik die extra zestig uur niet thuis kon zijn. Daar ben ik me nu veel meer van bewust. Vroeger nam ik na werk altijd nog een borrel, nu ga ik lekker naar huis."
Habbema: "Er is een grijs gebied van wat werk lijkt, maar waarbij je ook kan kiezen het niet te doen. Op een gegeven moment zag ik vrienden alleen maar in smoking. Jarenlang heb ik 's avonds gewerkt en ontbeet ik met klanten. Tijdens mijn ziekte ben ik erachter gekomen dat werk gewoon een onderdeel is van je leven. Dat thuis zitten niet werkt. Dat je moet genieten van de sociale controle en structuur van werk. Maar tegenwoordig heb ik wel een andere levensstijl en maak ik andere keuzes. Ik hoef niet meer naar elke receptie. Ik hoef niet 's avonds te werken. Veel mensen doen alles volgens een automatisme. Daar valt ook werken onder."
In ‘t Hout: "Soms moet het, of denk je dat je het moet doen."
Habbema: "Klopt, maar ik kan me niet voorstellen dat iemand met vrouw en kinderen het voor zijn plezier doet. Het is namelijk helemaal niet leuk om honderd uur per week hetzelfde te doen. Maar goed, ik deed het ook hoor. Om me te bewijzen tegenover mezelf, mijn omgeving, mijn ouders. Nu nog kan ik niet op een werkdag om twee uur ´s middags een boek lezen. Ik krijg er een schuldgevoel van. Dat is heel merkwaardig, want waarom zou het niet mogen? Overdag een boek lezen, prima. Honderd uur per week werken, ook geen probleem. Sta alleen wel stil bij de keuze die je maakt: is dit écht wat je wilt?"
In ‘t Hout: "Inderdaad. Of is dit wat je moet van jezelf?"
Feiten over ziekte
Het ziekteverzuimpercentage lag in 2005 op 4,0%
Dit komt neer op gemiddeld 18.4 dagen per persoon
Werknemer vanaf 55 zijn minder vaak ziek dan werknemers van 25-55 jaar
Ze zijn wel langer ziek
Een kwart van het ziekteverzuim is gerelateerd aan arbeidsomstandigheden
Totaal betaald aan zieke werknemers in 2005: 6 miljard euro
Dit is 3 procent van de totale loonsom
Het aantal werknemers dat arbeidsongeschikt wordt is de laatste jaren gedaald
Van ruim 94.000 (2001) via 59.000 (2004) naar 32.000 (2006)
20% verlaat binnen twaalf maanden de WAO (Tegenwoordig: WIA)Binnen twee jaar na instroom is 17% van de volledig arbeidsongeschikten en 11% van de 55-plussers aan het werk
17% van de werkhervatters heeft binnen twaalf maanden het werk weer verlorenVaak is dit tijdelijk
Bronnen: TNO, CBS, SCP en RIVM