Voor veel jonge managers is op reis gaan voor het werk als een droom die uitkomt. Doorgewinterde zakenreizigers gaan pas juichen als ze thuis mogen blijven. Waarom? Hierom!
China in twee dagen
"Voor een opdrachtgever ging ik 'even' kijken bij wat fabrieken in China", zegt Marco van Lieshout (50), managing director van dienstverlener Libralis. "Ik vertrok op woensdagmiddag half drie vanaf Schiphol en arriveerde donderdag om acht uur 's ochtends lokaal in Sjanghai. Meteen een auto in en met twee vertegenwoordigers de stad uit naar een fabriek in staalbewerking. Onze opdracht was onder meer bekijken of er geen kinderarbeid of andere mensonterende toestanden plaatsvonden. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat het bedrijf eruitzag als een 'showfabriek'. Alles brandschoon, glanzende vloeren, geduldig wachtende rijen sollicitanten en dat alles in een operationele staalfabriek!. Het gevoel bekroop ons dat het echte werk wellicht elders gedaan werd.
Snelle lunch en op weg naar de tweede fabriek. Die zag eruit zoals je dat verwacht in China: beetje jaren zestig qua uiterlijk en sfeer, beetje vies maar niet té, werknemers die graag met je willen praten, vriendelijke mensen, kortom: authentieker en daardoor betrouwbaarder. Daarna retour naar hotel. Ik lag om een uur of negen in bed en was 'af'.
Vrijdag om zeven uur op, naar het vliegveld voor een binnenlandse vlucht naar Quindao, waar we weer een fabriek bezochten. Tussen de middag lunch, met op het bord onder andere ezel, hond, inktvislijfjes en een paar dingen die ik maar niet te goed bekeken heb. 's Middags terug naar Sjanghai en naar het hotel. Zaterdagochtend vroeg op en naar vliegveld, terug naar Nederland. Verwelkomd in het vliegtuig door dezelfde crew als op de heenreis, ze herkenden ons ook gelijk. Landing om half drie 's middags. Mijn vrouw had me drie nachten gemist, terwijl ik toch echt maar twee nachten in een hotel had doorgebracht.
Eén voordeel: je hebt geen tijd om een jetlag op te bouwen. Maar ik was daarna wel twee dagen 'van het pad af'. Mooi avontuur, maar dat doe ik dus nooit meer."
Planes, trains & automobiles
"Het was op zich een vrij standaard tripje", aldus Otto de Graaf, vice President Product & Solutions bij SDL Tridion. "Vanuit ons kantoor in New York een brachten we een kort bezoek aan een belangrijke industry analist van Gartner in Tampa, Miami. Het vluchtje duurde anderhalf uur, we overnachtten in Tampa en dan gingen we weer via New York terug naar Nederland. Het ging vanaf het begin al verkeerd. Vlak voor vertrek kregen we het bericht dat de rechtstreekse vlucht van La Guardia naar Tampa was geannuleerd. Enig alternatief was vliegen via Miami vanaf JFK. En JFK is vanaf ons kantoor een flink stuk langer reizen, zeker als je er op de stoep voor ons kantoor op de 23e etage aan Madison Avenue achterkomt dat de onmisbare palmtop nog boven ligt.
In de tijd die het kost om die op te halen bleek de met moeite bemachtigde taxi inmiddels vertrokken. Na driekwartier afgescheept te zijn door taxichauffeurs die niet in de spits door Manhattan naar het vliegveld willen rijden, wisten we uiteindelijk voor 80 dollar een stretch limo te strikken. Stapvoets reden we door de verkeerschaos van New York om aan te komen bij een incheckbalie die natuurlijk al dicht was. Na hartverscheurende smeekbedes kreeg ik toestemming om een enorme sprint te trekken richting gate, aan de andere kant van de terminal. En met succes! Meer dood dan levend zat ik even later hijgend en zwetend in het vliegtuig… Om vervolgens vier uur stil te staan op de landingsbaan. Het sneeuwde die dag in New York en de wachtrij voor 'de-icing' was enorm.
We kwamen om half twee 's nachts in Miami. De vlucht naar Tampa was allang vertrokken en de eerstvolgende vertrok 's ochtends om negen uur, een half uur na aanvang van mijn geplande afspraak. Midden in de nacht regelde ik bij de autoverhuur een auto en na 500 kilometer, af en toe slingerslapend over de lege highway, kom ik doodop, maar op tijd aan bij mijn afspraak. Gelukkig ging die wel goed."
Duur souvenir
Arno van der Sijde (38), corporate account manager bij IMD Technical Services: "In 1998 was ik supervisor Traffic Cargo officer bij Martinair en in die functie was ik zes weken onderweg van Amsterdam via Atlanta, Miami naar Bogota, Quito en als laatste Lima. Doel: het opzetten van lokale vrachtkantoren en het trainen van lokaal personeel.
Terwijl de Martinair MD11 klaar was om te landen op de luchthaven van Bogota, gaf de toren 'clearance' om te landen. Maar we zagen vanuit de cockpit – het was een vrachttoestel en ik zat vlak achter de captain – een oude kist stilstaan, midden op de baan. Koortsachtig werd er besloten om de landing af te breken. Dit alles tussen de fraaie heuvels en hoge bergen van Colombia. Volgens de toren was er niets aan de hand en ze zeiden in gebroken Engels, met wat Spaanse woorden er tussendoor, dat we gewoon moesten landen. Net voor het gas weer volledig opengetrokken werd, maakte die oude bak op de landingsbaan een bocht naar rechts en was de baan vrij.
Na mijn periode in Quito werd ik 'opgestuurd' naar Lima, Peru. Als aandenken aan Equador nam ik op een kleine markt een souvenir mee van een paar dollar. Met een Zuid-Amerikaanse maatschappij vloog ik, in uniform, van Quito naar Lima, waar ik laat in de avond aankwam. Daar werd ik gesommeerd mijn koffer te openen. Er was vooral veel aandacht voor mijn souvenir, een beeldje wat nu in grote aantallen verkrijgbaar is bij Blokker en Kruidvat, en ik werd meegenomen naar een ruimte achterin de luchthaven. In deze wachtruimte voelde ik me zeer ongemakkelijk, in mijn smetteloos witte uniformhemd tussen de rest van de aanmerkelijk ruiger uitziende 'verdachten'. Ruim twintig uur heb ik daar doorgebracht. Bellen mocht niet, dus ik was voor afhalers en thuisfront compleet van de radar verdwenen.
Het beeldje was volgens de officials een antiek stuk en ik werd aangemerkt als smokkelaar. Na lange tijd ging er een deur open en stond ik buiten. Snel in een auto, waar gelukkig een lokale medewerkster van Martinair in bleek te zitten. 'Don't ask', was haar tekst. Het heeft het bedrijf 2000 dollar gekost om mij vrij te krijgen. Het beeldje heb ik natuurlijk nooit meer teruggezien.
Feest Down Under
Edwin Metselaar (34), information officer bij M4N, moest even op en neer naar Australië voor een overdracht. "Eenmaal aangekomen blijkt het Anzac Day te zijn", aldus Metselaar. "En dat is een nationale feestdag in Australië en Nieuw-Zeeland. Een vliegreis van ruim twintig uur heen en twintig uur terug, voor niets!
In januari 2002 werd KaZaA verkocht aan Sharman networks in Australië. Dit was vlak voor de rechterlijke uitspraak waarin besloten werd dat het aanbieden van filesharing software geen reden kon zijn voor strafvervolging. In april van dat jaar werd besloten dat ik even naar Australië zou vliegen om de roadmap voor de ontwikkeling van de software over te dragen aan Sharman Networks. Dinsdag heen en zondag weer terug. Een dag of drie dus om zaken over te dragen met eventueel een uitloop in het weekend. Tenminste dat dacht ik… Maar als ik de 24ste op kantoor van Sharman Networks ben en afscheid neem met ‘tot morgen', hoor ik dat er dan niemand is. Ook vrijdag wordt er niet gewerkt. Ik ontdek de stad ga ook nog naar de Blue Mountains. Mooi hoor, maar niet waar ik voor kwam. De overdracht vond via mail en telefoon plaats…"
Barbecue in Tadjikistan
"Het eerste waar ik aan denk is een trip naar Tadzjikistan in 1989", zegt Michael Stecher (48), directeur Stecher Consulting Services. "Ik maakte deel uit van een belangrijke zakendelegatie. Onze gastheren waren zeer gastvrij en regelden een excursie de bergen in. Dat was overigens heel dichtbij de grens met Afghanistan, een prachtig wild en ruig landschap. We werden onthaald met een exotische lokale gebarbecuede lunch. Het was een heel avontuur, wat jammer genoeg minder goed verdragen werd door onze ingewanden. Ofwel, we werden allemaal geveld door een zware voedselvergiftiging. Al mijn dank gaat uit naar de dokter van de Duitse ambassade in Moskou, die me na terugkeer in Rusland, waar ik gestationeerd was, heeft bijgestaan. Mijn herstel heeft letterlijk weken geduurd. Ik ben in mijn hele leven niet zo ziek geweest."