Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Slechtste ondernemingen #2: UPC. Shoot out onder kabelcowboys

UPC lijkt het niet te gaan redden. Torenhoge schulden, de dotcom-crash en verwaarlozing van de klant hebben het bedrijf aan de rand van de afgrond gebracht. Maar Denver Colorado herbergt meer kabelcowboys dan de familie Schneider. De volgende heet John Malone.

Het op een na slechtste bedrijf van Nederland, na de NS. Dat betekent dat United Pan-Europe Communications NV er sinds vorig jaar twee plaatsen op achteruit is gegaan. Terwijl 2000 toch echt het jaar was waarin Tros en Consumentenbond het bedrijf aan de schandpaal nagelden wegens structurele verwaarlozing van de service. Dit jaar is de kabelaar publicitair gezien wat meer in de luwte gekomen. Volgens de Consumentenbond heeft UPC daadwerkelijk zijn gedrag gebeterd.
Maar nu is de aandeelhouder aan de beurt. Wie op het hoogtepunt, begin 2000, aandelen-UPC kocht voor 82 euro, kan die nu slechts kwijt voor zo'n 25 eurocent. Kort gezegd: wie 100.000 euro investeerde, heeft daar nu nog zo'n 305 euro van over. En de aandeelhouders zijn machteloos, want het 55-procentsbelang dat het Amerikaanse moederbedrijf United GlobalCom in de Europese dochter heeft, garandeert dat alleen de Amerikanen iets te zeggen hebben over de gang van zaken. En die kennen het handboek haute finance van achter naar voren.

Meest recente financiële stunt is de beursgang enkele weken geleden van Priority Telecom, UPC's zakelijke telefoniedochter. Die leverde een schamele 4 miljoen euro op, maar zorgde er vooral voor dat UPC een schadeclaim van 200 miljoen euro bespaard bleef. Aandeelhouders van het bedrijf Cignal, waarmee Priority vorig jaar fuseerde, hadden die claim bedongen in het geval dat het bedrijf niet voor 1 oktober 2001 naar de beurs zou gaan. Ze wilden hun belang immers kunnen verkopen. In het aandeel-Priority wordt nauwelijks gehandeld – particulieren konden er voor de beursgang zelfs niet op intekenen. UPC echter, dat met de beursgang voor 174 miljoen euro converteerbare preferente aandelen-Priority koopt, breidt zijn 65-procentsbelang in de dochter uit naar 97,8 procent, voor de spotprijs van 6,50 euro per aandeel. In 2004 kan dat pakket worden geconverteerd naar gewone aandelen. Dan zal de telecomsector – zo wordt algemeen aangenomen – veel hoger worden gewaardeerd dan nu, midden in de beursmalaise. Een winst die UPC dan te gelde kan maken.

Echec
Het is maar een van de vele financiële trucs die de kabelaar in zijn nog korte geschiedenis heeft uitgehaald. De grootste was wel de beursgang van het bedrijf zelf, begin 1999. Opgestuwd door een euforische beurs en het geloof dat de tv-kabel een dominante positie in telefonie en op internet zou gaan innemen, haalde UPC 1,1 miljard euro binnen. Geld dat hard nodig was om de groei te financieren die topman Mark Schneider voor ogen had. Want snelle groei is waar het om draait in de wereld van de kabelcowboys.

Het begon in 1995. Vader Gene Schneider, oprichter van het in Denver gevestigde kabelbedrijf UnitedGlobalCom, dokterde met – toen nog kabeleigenaar – Philips een strategie uit hoe de kabeltoekomst er in Europa uit moest komen te zien. Samen richtten ze UPC op, dat geleid moest gaan worden door zoon Mark. Die kocht, eenmaal aan het roer, Philips uit en zette een woest pan-Europees groeiplan in werking. Schneider wilde de grootste kabelcowboy van Europa worden, want alleen de grootste wint, wist hij. Hij kocht voor goudgeld kabelnetwerken en nutsbedrijven op in zeventien Europese landen en Israël. Daarbij stuitte hij op één probleem: de Duitse markt kwam hij niet binnen door tegenwerking van Deutsche Telekom, zodat er een groot open gat ontstond op de Europese kaart.
Financiering was geen probleem, zolang de beurs en de grote banken in UPC's verhaal geloofden. Maar daar is sinds de techcrash in 2000 geen sprake meer van. Ondertussen is de totale schuld van het bedrijf opgelopen tot 8 miljard euro, is UPC op de beurs nog maar zo'n 120 miljoen euro waard, maakt het nog steeds gigantische verliezen (in alleen het tweede kwartaal van 2001 al 563 miljoen euro) en dreigt het op het strafbankje van Euronext terecht te komen.

Een financieel echec waar nauwelijks meer valt uit te komen. UPC heeft nu 7,2 miljoen abonnees en wil de inkomsten per kabelabonnee flink gaan opschroeven: van ruim 12 euro nu tot zo'n 25 euro in de periode 2005-2007. De zogenoemde triple play strategie – televisie, internet én telefonie via de kabel – moet dat mogelijk maken. Van vitaal belang voor het succes ervan is de aanstaande invoering van digitale televisie, waarbij de kijker allerhande nieuwe diensten kan krijgen als video on demand, interactieve tv en diverse zenderpakketten. Hoewel onlangs voor de tweede keer uitgesteld, volgens UPC vanwege technische problemen met de door Microsoft ontwikkelde software voor de benodigde settop-box Da Vinci, wil het bedrijf zijn digitale strategie zeer binnenkort gaan uitrollen. Als we onderzoeksbureau IDC moeten geloven, maakt in 2005 meer dan de helft van de Europese huishoudens gebruik van interactieve, digitale televisie. In Nederland zijn diverse proeven gaande met digitale tv. Cijfers daarover worden niet bekend gemaakt, maar een woordvoerder van koepelorganisatie voor de kabelbusiness Vecai laat weten dat de consument er nog niet bepaald warm voor loopt. Het consortium Mediakabel, dat het digitale signaal doorgeeft, wil er geen uitspraak over doen, maar tussen de regels door wordt duidelijk dat als de overheid het analoge standaard zenderpakket op televisie niet verkleint, een doorbraak voor digitale televisie nog een tijdje op zich kan laten wachten.
UPC heeft nog zo'n 2,5 miljard euro in kas – cash en uitstaande kredieten – en zegt het daarmee nog te kunnen uitzingen tot 2003, hopend op betere beurstijden.

Supercowboy
Al met al is de kans dat UPC het jaar 2005 op eigen kracht haalt minimaal. Afgelopen augustus pakte Mark Schneider zijn koffers naar Denver, om vervangen te worden door de president van het bedrijf: de Ier John Riordan. Deze wordt algemeen gezien als een stroman van een andere Amerikaanse kabelcowboy: John Malone. Malone, voorzitter van het eveneens in Denver gevestigde Liberty Media, heeft sinds mei dit jaar een belang in moedermaatschappij UGC van 43 procent, met een stemrecht van 81 procent. Hij heeft daar een kleine 1,5 miljard euro voor betaald, waarvan een miljard werd doorgesluisd naar UPC, dat daar zijn vermogenspositie weer mee kon oppoetsen.

Malone – die in tegenstelling tot UPC wél toe wist te treden tot de Duitse kabelmarkt, omdat Deutsche Telekom vorig jaar geld nodig had – heeft via Riordan in feite de touwtjes bij UPC al in handen. Hij kan het voordeligste moment afwachten om toe te slaan en zal dan het UPC-netwerk samenvoegen met dat van de zes Duitse kabelaars die hij al in bezit heeft. Het zal leiden tot een supercowboy met 30 miljoen abonnees. Het project waar de familie Schneider van droomde, krijgt Malone voor een prikkie in handen. Hij zal hard tekeer moeten gaan om van UPC een winstgevende operatie te kunnen maken, maar dat is de als keihard bekend staande Malone wel toevertrouwd. Over zijn aimabele karakter doet een aardige grap de ronde: “Je zit in een kamer met Saddam Hoessein, de terrorist Abu Nidal en John Malone. Je hebt een pistool en twee kogels. Wie schiet je neer? Antwoord: Malone, twee keer, om zeker te weten dat hij dood is.”

We ain't seen nothing yet.

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.