De Nederlandse multinationals scoren matig in ‘Most admired companies’ van het blad Fortune.
In de jaarlijkse lijst die Fortune publiceert van bewonderde bedrijven, komen voor het eerst ook niet-Amerikaanse bedrijven voor en daar bevinden zich een aantal Nederlandse multinationals onder. De lijst is de weergave van de mening van meer dan 10.000 topmanagers over de hele wereld, waarbij ze een oordeel geven over zaken als de kwaliteit van management, producten en werknemers, de innovativiteit en de financiële gezondheid.
Koninklijke/Shell Groep brengt het mede dankzij de recente ophef over de olievoorraden slechts tot een 38e plaats. Eeen vierde plaats in zijn sector, wat bepaald onder de maat is. Op de 43e plaats komen we dan Unilever tegen, dat vijfde is in zijn sector na PepsiCo, Nestlé en nog twee Amerikaanse bedrijven (Fortune heeft Unilever bij Consumer Food Products ondergebracht).
Buiten de top 50 vallen dan nog Philips en Ahold, waarvan Fortune de ranking op de totaallijst niet laat zien. Binnen zijn sector is Philips, net als Unilever, de nummer 5, met groten als General Electric en Siemens voor zich, maar Japanse concurrent Toshiba een aantal plaatsen lager.
Het laagst van ´s lands multinationals staat Ahold genoteerd. Plaats tien in de categorie retail is voor de Zaanse superkruidenier een beschamende klassering, die natuurlijk alles te maken heeft met de gevolgen van de fraudezaak van begin vorig jaar. Ahold was voorheen na het oppermachtige Wal-Mart en het Franse Carrefour in grootte het derde retailconcern ter wereld. Aan Anders Moberg de schone taak om de bewondering voor de zaankanters de komende jaren op te krikken. Voorlopig staat Wal-Mart op eenzame hoogte. Zowel dit als vorig jaar oogstte het grootste bedrijf ter wereld veruit de meeste bewondering bij de managers van Fortune. (PdW)