Lastenverlichting prima, maar over de uitvoering blijken VNO/NCW-voorzitter Jacques Schraven en minister van Economische Zaken Annemarie Jorritsma het een stuk minder eens. Management Team vroeg hun reactie op acht stellingen uit de enquête onder Nederlandse managers. Schraven: “We moeten de prestaties van Zalm niet overdrijven.”
FILEBESTRIJDING
Het Paarse kabinet heeft veel nagedacht over hoe de files moeten worden opgelost. Nu is besloten de kilometerheffing te gaan invoeren. Het volgende kabinet moet:
A. Doorgaan met kilometerheffing. 19,0%
B. Kilometerheffing afschaffen. 78,5%
Naast het afschaffen hiervan moet het volgende kabinet:
A. Accepteren dat het fileprobleem bestaat en zo snel mogelijk snelwegen gaan verbreden naar drie- en vierbaanswegen. 62,4%
B. Met het bedrijfsleven een nieuw wegennet van tolwegen gaan bouwen. 18,5%
C. Verder geen andere maatregelen nemen. 10,8%
Schraven: A
“Ik ben er een groot voorstander van om vraag en aanbod door middel van prijs te reguleren, míts er voldoende aanbod is van mobiliteit. Maar dat aanbod is nog lang niet op orde. Weet u dat er de afgelopen twintig jaar maar zeer versnipperd delen en stukken snelweg zijn bijgekomen? Allereerst moeten de knelpunten op bestaande snelwegen worden opgelost door beter en efficiënter gebruik ervan. Wegen moeten verbreed en stukken die er niet zijn, moeten worden opgevuld. Flevoland moet worden aangesloten op Schiphol, tunnels als een tweede Beneluxtunnel en een tweede Coentunnel moeten worden gebouwd, en niet te vergeten de ontbrekende zeven kilometer A4 in Midden-Delfland. In principe kunnen dit soort tunnels en ook andere extra tolwegen in private exploitatie worden gegeven. Pas als er voldoende mobiliteit mogelijk is, vind ik het geen probleem dat daarvoor moet worden betaald. De mobimiles van Roel Pieper (een betaalsysteem per gereden kilometer, red.) zou een goed concept kunnen zijn.”
Jorritsma: A
“Doordat de kosten voor het autorijden variabel worden, zullen automobilisten zuiniger gaan omspringen met het maken van kilometers. Dat geldt voor alle momenten op de dag, dus niet alleen tijdens de spitsuren. We zijn nog niet zover dat we de kosten ook variabel kunnen maken naar tijd en plaats, dat is iets voor de toekomst. Als die mogelijkheid er is, dan kun je echt iets aan het gedrag van mensen veranderen.
“De invoering van kilometerheffing is niet de enige maatregel die wordt genomen om de files te bestrijden, het is een heel pakket. We investeren in de aanleg van wegen en het oplossen van knelpunten, we voeren een goed ruimtelijk ordeningsbeleid. En daar moet het volgende kabinet gewoon mee doorgaan. Maar ik heb niet de illusie dat alle files zullen worden opgelost.”
PRIVATISERING
Het Paarse kabinet heeft veel instanties, waaronder de elektriciteitsbedrijven, NS en KPN geprivatiseerd en markten geliberaliseerd. Het volgende kabinet moet:
A. Hiermee doorgaan en ook de geplande liberaliseringen en privatiseringen doorzetten. 21,5%
B. Een pas op de plaats maken en nog eens goed bekijken wat wel moet worden geprivatiseerd en geliberaliseerd, en wat niet. 47,5%
C. Een aantal geprivatiseerde ondernemingen, waaronder NS, weer onder de hoede van de overheid nemen. 30,5%
Schraven: A
“Het ergste wat je kunt doen, is halverwege een traject de plannen veranderen. Dat geeft onnodig onzekerheid. Daarnaast geloof ik niet in uitvoeringstaken die door een overheid worden uitgevoerd. De overheid schept randvoorwaarden, maar onderneemt geen bedrijfsactiviteiten. Vooral omdat de private sector veel efficiënter kan werken door de sterke prikkel die van concurrentie uitgaat. Kijk naar het succes van de telecomsector. Er zijn nu vijf aanbieders, waardoor de prijzen flink omlaag zijn gegaan.
“Waar geen concurrentie mogelijk is, moet goed worden gekeken naar de voordelen van privatisering. Uit overweging van efficiency heeft het geen zin om door twee bedrijven het huisvuil op te laten halen, de een op Dorpsstraat 4 en de ander op Dorpsstraat 6. Ook de watersector heeft een dergelijk regionaal monopolie. Dan kom je al snel uit op het concessiemodel: de infrastructuur blijft in handen van de overheid en deze beoordeelt achteraf de exploitant. Dat is beter dan de huidige situatie, waarin de overheid zichzelf controleert.
“Ook NS moet volledig worden geprivatiseerd. Anders is NS veroordeeld tot een toekomst als lokale Nederlandse boemel. Een onderneming in handen van de staat kan immers maar moeilijk tot samenwerking komen met buitenlandse bedrijven.”
Jorritsma: A
“We moeten doorgaan met privatiseren en het liberaliseren van markten. Ik ben heel blij met het resultaat van de telecomsector en KPN. Als je meerdere aanbieders op een markt toelaat, is het raar als er één in handen van de staat is. De overheid krijgt dan te maken met dubbele petten: de pet van de aandeelhouder en de pet van de overheid die ervoor moet zorgen dat burgers keuzes hebben. KPN is nu een mooi bedrijf. En dat de telecomsector het momenteel moeilijk heeft, heeft niets te maken met dat liberaliseringproces.
“Liberaliseringprocessen zijn niet eenvoudig. Gelukkig leren we van ieder proces, maar de problemen zijn vaak verschillend. Ik kom net uit een debat over hoe de markt van kansspelen moet worden geliberaliseerd. Bij de kansspelen is er een heel ander publiek belang dan bij de liberalisering van de telecomsector, namelijk de verslavingsproblematiek. Wat niet verandert, is het gedrag van partijen: de huidige aanbieder wil natuurlijk de markt dichthouden.
“Wat betreft de spoorwegen, wil ik benadrukken dat NS niet is geprivatiseerd. In de beleving van mensen is dat misschien zo, maar NS is een monopolist in staatseigendom. En we zijn nu op zoek naar hoe we de relatie tussen NS en de overheid vorm moeten geven. Er is pas noodzaak tot een efficiënte bedrijfsvoering als er concurrentie is. Bij NS willen we een efficiënte bedrijfsvoering en een overheid die toezicht houdt op de publieke belangen. Dat is niet eenvoudig. Ik weet ook niet of NS wel ooit geprivatiseerd zal worden. Privatiseren heeft nu geen zin. Geen hond is bovendien geïnteresseerd, want het bedrijf is nu niets waard.”
LASTENVERLICHTING
Het Paarse kabinet is groot voorstander van lastenverlichting. Komend jaar geeft de regering drie miljard gulden hieraan uit. Het volgende kabinet:
A. Moet veel meer doen aan lastenverlichting. 14,0%
B. Kan dit geld beter besteden aan het nog verder terugdringen van de staatsschuld. 27,0%
C. Moet het huidige beleid voortzetten. 55,0%
Schraven: A
“Dit kabinet heeft per saldo níets gedaan aan lastenverlichting voor het bedrijfsleven. Het bedrijfsleven heeft het erg goed gedaan, waardoor de overheid meer belastingen en premies heeft kunnen innen. Om die reden zijn de financiën van de overheid op orde en heeft minister Zalm zijn glanzende reputatie kunnen verwerven. Natuurlijk heeft de Zalmnorm goed gewerkt, maar we moeten de prestaties van Zalm ook niet overdrijven. Het kabinet heeft het bedrijfsleven bij die goede prestaties hard nodig gehad. En nog. De sociale kassen puilen uit. En weer wordt voorgesteld om de premies té hoog vast te stellen, daar zijn vriend en vijand het over eens. Maar Zalm zegt dat nodig te hebben voor de staatsfinanciën.
“Ook de VVD maakt in haar verkiezingsprogramma de verkeerde keuze. De VVD stelt voor de onroerende-zaakbelasting te verlagen, maar dat is wederom vooral een lastenverlaging voor de burgers. De VVD zou de vennootschapsbelasting en de kapitaalsbelasting moeten verlagen. Dát is pas gunstig voor bedrijven, en vanuit concurrentieperspectief binnen Europa dringend nodig. Men begrijpt het daar echt niet.”
Jorritsma: C
“Lastenverlichting is geen doel op zich, maar een middel om een aantal doelen te bereiken. Bijvoorbeeld om werken aantrekkelijker te maken, om de internationale concurrentiepositie te verbeteren of om burgers bepaalde taken zelf te laten regelen. Daar moeten ze wel de middelen voor krijgen.
“De VVD gaat in het conceptprogramma uit van meer lastenverlichting, bijvoorbeeld door verlaging van de onroerende-zaakbelasting. En dat is ook van grote betekenis voor bedrijven. Het is jammer dat verlaging van de vennootschapsbelasting is uitgesteld, maar er moeten nu eenmaal keuzes worden gemaakt. Wellicht is er in de toekomst ruimte om deze belasting te verlagen. Daarnaast moet er verder worden gewerkt aan de schuldenreductie om de vergrijzingsproblemen van de toekomst op te kunnen vangen.”
STEUN VOOR STARTERS
Om Nederland op IT-gebied vooruit te helpen, heeft het Paarse kabinet onder meer Twinning en Biotechpartner in het leven geroepen om nieuwe ondernemingen van de grond te krijgen. Twinning en Biotechpartner bieden hulp aan startende bedrijven op het gebied van respectievelijk IT en biotechnologie. Het volgende kabinet moet:
A. Deze regelingen voortzetten, maar niet verhogen, opdat Nederland een echt kennisland wordt. 41,5%
B. Deze regelingen voortzetten, maar wel veel meer hieraan uitgeven, omdat Nederland anders ver achter gaat lopen op IT-gebied. 29,0%
C. Hiermee stoppen, omdat dit valse concurrentie in de hand werkt. 27,5%
Schraven: A
“De overheid moet Twinning verkopen, want voortzetting werkt valse concurrentie in de hand. Met Biotechpartner zou Economische Zaken nog vier jaar moeten doorgaan, maar de uitgaven niet verhogen. Met Dreamstart graag nog twee jaar doorgaan en de 100 miljoen die EZ beschikbaar heeft gesteld voor Technostarters moet worden gehandhaafd. Dit soort initiatieven is zeker niet slecht, maar moet wel beperkt blijven tot de vroegste fase van de innovatieve startende bedrijven. Er dient te worden voorkomen dat er in de markt wordt ingegrepen. Ikzelf zie meer in de rol van launching customer: jonge ondernemingen die nog niet aan de bak komen in de marktsector, kunnen van de overheid opdrachten krijgen. En dan vooral projecten die bij de overheid de efficiency verbeteren.
“Daarnaast moet de lust tot ondernemen op alle fronten meer worden gestimuleerd. In Nederland doen wij er in de opleidingen veel te weinig aan. Dat komt ook omdat leerkrachten er geen sjoege van hebben. Leerlingen en studenten beginnen met veel creativiteit aan een opleiding, maar als ze de school verlaten is het eruit.”
Jorritsma: A
“Twinning wordt verkocht. Dat initiatief heeft zich bewezen op de markt. Doel was om meer durfkapitaal beschikbaar te krijgen. Dat is gelukt, en er zijn nu ook voldoende andere private initiatieven die zich op dat terrein begeven.
“Op het gebied van biotechnologie zijn we nog maar net begonnen. Dus laten we daar rustig mee doorgaan en bekijken in welke richting deze sector zich gaat ontwikkelen. Vervolgens kun je altijd nog beslissen om een en ander bij te stellen.”
EUROPESE GELDSTROMEN
Regio’s die een ontwikkelingsachterstand hebben, kunnen een beroep doen op Europese gelden. In Nederland krijgt een aantal regio’s, waaronder Flevoland, geld uit dit fonds. Het huidige kabinet heeft voorgesteld om als de EU wordt uitgebreid af te zien van deze gelden, omdat de toetredende landen met name uit Oost-Europa komen en een grotere ontwikkelingsachterstand hebben dan de regio’s in Nederland. Het volgende kabinet:
A. Moet dit standpunt overnemen. 47,5%
B. Moet proberen om zoveel mogelijk geld los te peuteren van de EU. 51,0%
Schraven: A
“Zolang het systeem niet is veranderd, moeten we ervoor zorgen dat we zoveel mogelijk geld krijgen vanuit de EU. Maar het systeem is verkeerd, want het zorgt voor te veel verstoringen in de markt. Flevoland heeft dit soort steun helemaal niet nodig, net als veel regio’s in Italië en Spanje. Alleen die landen protesteren tegen het afschaffen van deze regelingen. Maar om nu vrijwillig af te zien van deze gelden, dat gaat wat ver. Maar ik ben er wel voor om de regionale hulp van de huidige Europese Unie te schrappen zodat we ons kunnen concentreren op regio’s van de toetredende landen die de hulp echt nodig hebben.”
Jorritsma: A
“De structuurfondsen moeten gekild worden. Die gelden hebben veel regio’s helemaal niet nodig. Bovendien ben ik niet zo’n voorstander van het rondpompen van geld. Geef het geld gewoon terug. Of Flevoland extra geld nodig heeft, besluiten we zelf wel, dat hoeft Europa niet voor ons te doen. We moeten wel gezamenlijk solidair zijn met de regio’s in Europa die de steun écht nodig hebben, en daar dus ook geld voor vrijmaken.”
GEDOOGBELEID
Het afgelopen jaar is, na de vuurwerkramp in Enschede en de ramp in Volendam, een einde gekomen aan het gedoogbeleid voor ondernemers. Bedrijven worden voortaan harder aangepakt als niet wordt voldaan aan wettelijke regelingen. Het volgende kabinet:
A. Moet dit beleid voortzetten. 83,5%
B. Moet terug naar de oude situatie waarin meer begrip was voor het bedrijfsbeleid van ondernemers. 14,0%
Schraven: A
“Ook als er geen regels zouden zijn, is de ondernemer altijd verantwoordelijk voor de veiligheid. Dus bij overtredingen van wettelijke regelingen moet de ondernemer hard worden aangepakt. Interessanter is de vraag of de wettelijke regelingen effectief zijn. Het antwoord is nee. De regelingen zijn te onoverzichtelijk en soms ook tegenstrijdig. Daarom dienen de regels te worden getoetst op bruikbaarheid. Maar een gedoogbeleid op het gebied van veiligheid, daar geloof ik niet in.”
Jorritsma: A
“Er is een handhavingstekort, een gedoogbeleid is iets heel anders. Softdrugs zijn bij wet verboden, maar we zien het door de vingers als iemand niet meer dan drie gram bij zich heeft. Er zijn wettelijke regels en die moeten gewoon gehandhaafd worden op alle niveaus, zowel op rijks-, provinciaal als gemeentelijk niveau. De wetgeving is helder, maar kan misschien duidelijker en eenvoudiger. Een dergelijke discussie wil ik best aangaan. Maar ook al zijn regels complex, handhaaf ze wel.”
TOPSALARISSEN
Het afgelopen jaar is er veel gesproken over de sterke stijging van topsalarissen van topmanagers. Het volgende kabinet moet:
A. Deze topsalarissen sterk aan banden leggen en dus niet verder laten stijgen. 31,5%
B. Zich hier niet mee bemoeien en de markt zijn werk laten doen. 67,5%
Schraven: B
“Dit probleem lost zich vanzelf op. In Nederland vindt momenteel een inhaalslag plaats. Dat is wat anders dan de Amerikaanse wantoestanden, daar is de beloning van de ceo echt uit de hand gelopen. Ik hoop ook dat dat niet naar Europa overwaait. Wat wel mag overwaaien, en dat gebeurt ook, is dat een deel van het inkomen afhankelijk wordt gemaakt van het resultaat.
“Bovendien zijn de topinkomens niet zo hard gestegen als de vakbeweging ons wil doen geloven. Het gros van de stijgingen valt binnen de marges van de cao-stijgingen. De vakbeweging heeft enkele incidenten er uitgelicht en uitvergroot, en daarmee heeft ze een nationaal probleem gecreëerd dat er helemaal niet is.”
Jorritsma: –
“Dat het volgende kabinet zich niet mag bemoeien met de topsalarissen, is onzin. Het is helemaal geen probleem als topmanagers een goed salaris verdienen, het is ook geen probleem als topmanagers die goede prestaties neerzetten daar goed voor worden beloond. Maar als een bedrijf slecht presteert en er mensen uitgooit, en de topmanagers gaan toch meer verdienen, dan geef je een verkeerd signaal af. De topsalarissen moeten dan ook voor de buitenwereld transparanter worden. Daartoe hebben we een wetsvoorstel gemaakt.”
KINDEROPVANG
Er is in Nederland nog steeds een tekort aan kinderopvang. Is dit een kwestie die door de politiek moet worden opgelost of door het bedrijfsleven?
A. Moet door het bedrijfsleven worden opgelost. 41,0%
Moet door de politiek worden opgelost. 40,5%
Speerpunt van het Paarse kabinet is het aantal kinderopvangplaatsen in hoog tempo te verdubbelen tot 177.000 in 2002. Dit is:
A. Te veel. 9,9%
B. Voldoende. 37,0%
C. Te weinig. 30,9%
Schraven: B/C
“Laat ik voorop stellen dat de kinderopvang een verantwoordelijkheid is voor zowel de politiek als het bedrijfsleven. Het trage tempo waarmee nu het aantal kinderopvangplaatsen wordt uitgebreid, is te wijten aan de overheid. Er is genoeg geld, maar er zijn te weinig locaties waar kinderdagverblijven kunnen worden ingericht. De gemeenten zijn te langzaam met het wijzigen van bestemmingsplannen en het verstrekken van vergunningen. Daarnaast zijn er veel te veel regels waaraan een kinderdagverblijf moet voldoen. De financiering is geen probleem. Eenderde deel betalen de ouders, eenderde deel betaalt de overheid en eenderde deel betalen de werkgevers. In 71 procent van de cao’s is kinderopvang als een van de arbeidsvoorwaarden opgenomen. Het is de regelgeving die de groei in de weg zit, en daarvoor moet de politiek met een oplossing komen.”
Jorritsma: -/C
“Kinderopvang is een verantwoordelijkheid voor zowel de overheid als het bedrijfsleven. De uitbreiding van plaatsen verloopt langzaam omdat gekozen is eerst een infrastructuur (regelgeving, red.) op te bouwen via de gemeenten. Ik weet niet of dat mijn keuze zou zijn als ik vanaf het begin betrokken zou zijn geweest. Ik zie meer in de wet Basisvoorziening Kinderopvang, die naar verwachting in 2003 in werking treedt. Hierin zijn de basiskwaliteiten vastgelegd aangaande veiligheid en gezondheid. De regeling maakt het onder andere eenvoudiger een kinderdagverblijf te starten. Ook komt er meer marktwerking, waardoor de invloed van de gemeenten vermindert. Bovendien kan er dan worden geconcurreerd op kwaliteit. Dan zal het tempo echt omhoog gaan.”