Als het aan Harm Reitsma en Niels Korthals Altes ligt, zal begin 2013 de eerste windturbine actief zijn die door een coöperatie van burgers is gefinancierd.
Met hun initiatief De Windcentrale verzamelen ze op internet minstens 3.000 supporters voor hun plan om windmolens op te splitsen in zogenaamde winddelen, die recht geven op minimaal 15 jaar windenergie. De Windcentrale voert op dit moment gesprekken over de eerste windmolen, en hoopt geïnteresseerden begin 2012 een concreet aanbod te kunnen doen over de participatie in een windturbine.
Als het maar waait
Door mensen zelf eigenaar te maken van een windmolen, zij het voor een klein deel, hoopt De Windcentrale het draagvlak voor windenergie in Nederland te vergroten. “Er is op dit moment geen reden voor consumenten om enthousiast te worden van windenergie”, legt Reitsma uit. “Sommige mensen vinden dat windmolens lelijk zijn, ze zeggen dat ze te vaak stil staan en teveel subsidie nodig hebben, of dat vooral de boeren, die hun land verhuren, er miljonair van worden. Door consumenten gemeenschappelijk eigenaar te maken van een windmolen, hopen we dat ook zij er de voordelen van in gaan zien.”
500 Kwh per coöperatie
Elke windturbine zal volledig in het bezit komen van de participanten, waarbij de deelnemers per turbine gezamenlijk een coöperatie vormen. Iedere participatie heeft een verwachte energieproductie van 500 kWh, waardoor je bij zeven participaties het gemiddelde energieverbruik van een huishouden hebt afgedekt. Helemaal zeker is dat niet, want of een participatie aan de jaarlijkse 500 kWh komt, is natuurlijk afhankelijk van weersomstandigheden.
Gratis stroom
Het gevolg is ook dat de kosten van een participatie per locatie zullen verschillen. Een windmolen in Zeeland zal – waarschijnlijk – meer energie opwekken dan een windmolen in Limburg, waardoor er meer winddelen van 500 kWh verdeeld kunnen worden en de totaalprijs van een windturbine dus over meer consumenten verdeeld kan worden. Reitsma: “Het liefst vinden we participanten die dicht bij de windturbine in kwestie wonen, om het draagvlak te vergroten, maar als er daarna participaties overblijven, dan kunnen die natuurlijk ook landelijk verkocht worden.
Eenmalig investeren
De Windcentrale hoopt een deelneming in een windmolen voor maximaal 400 euro aan te kunnen bieden. Dat is de eenmalige investering voor een stukje van de molen, daarnaast zal er een jaarlijkse bijdrage voor het onderhoud betaald moeten worden. In ruil daarvoor krijg je gratis stroom voor de volledige technische levensduur, die staat op 15 tot 20 jaar. Die stroom komt wel via een vaste energieleverancier die betrokken is bij het concept, zegt Reitsma. “Vooralsnog is het technisch niet mogelijk om de energie via verschillende leveranciers af te leveren. Je moet dus klant worden van de leverancier die bij de windturbine hoort.” En als het even niet waait, dan wordt de stroom uiteraard aangevuld door die leverancier.
Kritische massa
Als het concept eenmaal live is, zal De Windcentrale twee keer per jaar een soort aandelenmarkt organiseren, waar winddelen verhandeld kunnen worden. Reitsma en Korthals Altes ontvangen per opgerichte coöperatie een eenmalig licentiebedrag en zullen daarnaast het beheer van de windturbines op zich nemen. Ook zijn ze van plan een applicatie te ontwikkelen, waarmee winddeel-eigenaren kunnen bijhouden hoe de stroomopwekking verloopt. Reitsma, lachend: “Zodat mensen tijdens een feestje kunnen zeggen: het stormt, dit rondje is van mij!”
Het is niet voor niets dat De Windcentrale eerst een groep geïnteresseerde mensen rond het concept probeert te verzamelen, zegt Reitsma. “Als je een kritische massa achter je hebt staan, ben je een interessante gesprekspartner voor andere partijen. We zijn bijvoorbeeld in gesprek met de gemeente Amsterdam, zij vinden burgerparticipatie heel interessant. Daarnaast zorgt dit model voor mond-tot-mond-reclame: als je eigenaar bent, vertel je het door aan je vrienden.”
We Beat the Mountain
De Windcentrale is niet de enige Nederlandse organisatie die de kracht van een kritieke massa inzet om een hoger doel – in dit geval: meer windenergie – te bereiken. Het initiatief We Beat the Mountain wil bijvoorbeeld samen met het publiek de afvalberg verslaan. Dat doet het door op sociale media fans aan zich te binden en via co-creatie nieuwe producten te ontwikkelen uit afval. “Alleen samen kunnen we die berg verslaan”, vertelde oprichter Han Hendriks eerder aan SYNC.
Ook ONEforONE wil goed doen, door voor elk verkocht product een product te schenken aan een goed doel. De organisatie probeert daarvoor een grote fanschare op te bouwen. “Juist dankzij onze grote achterban kunnen we korting bedingen. En als bedrijven zien hoe groot onze community is, doen ze graag mee,” vertelde oprichter Wouter Durville recentelijk aan het tijdschrift Management Team.